Een beetje vreemdgaan in WhatsApp, straks mag het

Je kunt straks vanuit andere chatnetwerken meepraten in WhatsApp, ook in groepsapps. De grote berichtendiensten moeten ‘in de basis’ met elkaar samenwerken, besloot de EU. Maar hoe?

Animatie Roel Venderbosch

Het is een lelijk woord voor een prachtig uitgangspunt: interoperabiliteit.

De EU wil een einde maken aan de drempels tussen de berichtendiensten. Iedereen moet met elkaar kunnen appen. Dat is een opvallende eis van de DMA, de Digital Market Act, die vorig jaar werd ingevoerd en in maart in werking treedt.

Diensten als WhatsApp, iMessage, Signal of Google Messages zijn strikt gescheiden. Raar eigenlijk, als je het vergelijkt met andere communicatiemiddelen: je kunt immers je telefoon pakken en elk nummer bereiken, ook al zit die persoon in een ander land of bij een andere provider. En je kunt iedereen mailen, of je nou een adres hebt bij Gmail of iCloud of good old Planet Internet.

De appnetwerken koesteren allemaal hun eigen techniek, hun eigen gebruikers en eigen voorwaarden. De grootste gemene deler wint: in Nederland is dat WhatsApp, met meer dan dertien miljoen gebruikers. Daar vind je meestal de familie-app, de vriendengroep of de sportvereniging – deelname verplicht.

Ze bestaan nog wel, de standvastige figuren die de groepsdruk weerstaan, al chatten alle vrienden onder de WhatsApp-paraplu. Maar de meeste gebruikers zwichten voor het netwerkeffect; het is handig om bereikbaar te zijn voor – bijna – iedereen op een netwerk dat geen onderscheid maakt tussen Android en iPhone.

Zo ben je wel overgeleverd aan de grillen van Meta, de eigenaar van WhatsApp. Dat is eenrichtingsverkeer: nieuwe privacyregels van WhatsApp heb je te accepteren en anders donder maar op. Overstappen naar een minder commerciële dienst is lastig als iedereen moet meeverhuizen. Zo houden techbedrijven hun monopolie in stand en maken nieuwe concurrenten geen schijn van kans. Daarom grijpt de EU in: ook mensen uit ‘vreemde’ netwerken moeten berichten, foto’s en video’s kunnen uitwisselen met de allergrootste app-diensten. De vraag is: hoe dan?

End-to-end-hoofdpijn

Zo makkelijk als het is om een berichtje te sturen, zo moeilijk is het de verschillende diensten veilig aan elkaar te knopen. Beveiligingsexperts krijgen hoofdpijn als ze nadenken over hoe het moet met end-to-end-versleuteling, waarbij meekijken in appjes vrijwel onmogelijk is tenzij je iemands telefoon hackt. De encryptiemethoden zijn nog niet uitwisselbaar. Zelfs diensten die zelfde basisingrediënten gebruiken, zoals Signal en WhatsApp, werken niet samen.

Elk chatnetwerk gaat anders om met spam en fraude, verboden inhoud of tijdelijke berichten. Nog een pijnpunt: hoe stel je een privacybestendig ‘telefoonboek’ samen voor alle gebruikers, zonder dat ieders identiteit meteen op straat ligt? Daarvoor moeten concurrerende netwerken, die elkaar liefst het leven zuur maken, met elkaar in overleg en voor open standaarden kiezen.

Er is wel een standaard die op alle telefoons werkt: sms, een verouderde techniek van veertig jaar geleden waar mobiele providers ooit fortuinen mee verdienden. De opvolger, RCS oftewel rich communication services, die de telecomsector in 2007 bedacht, werd niet meteen omarmd. Apple, dat zijn eigen iMessage-dienst vooropstelt, weigerde tot nu toe om RCS te ondersteunen in de iPhone. Google deed dat wel, nadat het een serie kansloze chat-apps introduceerde en daar snel weer de stekker uittrok. Google versleutelt sinds vorig jaar alle RCS-berichten.

Volgens Apple-baas Cook moest je je moeder maar een iPhone geven als ze met haar Android-toestel filmpjes wil delen

Beetje vreemd

„Als je moeder met haar Android-toestel filmpjes wil delen via iMessage, dan geef je haar maar een iPhone”, zei Apple-baas Tim Cook vorig jaar nog. Tegen heug en meug zetten de techbedrijven een eerste stap richting interoperabiliteit. Apple heeft aangekondigd RCS te gaan ondersteunen. Hoe dat zal werken op een iPhone is afwachten, maar Apple zal het duidelijk laten zien welke berichten via iMessage verstuurd zijn en welke van buitenaf komen. Dat gebeurt nu ook al, door onbeveiligde sms’jes groen weer te geven en versleutelde iMessage-berichten in blauw.

Ook bij Meta zie je de voortekenen voor berichten van ‘andere’ apps. WhatsApp lijkt er een apart tabblad voor in te ruimen, Messenger waarschuwt op voorhand duidelijk voor een groter risico op spam en fraude via nep-appjes. Het voelt dus een beetje als vreemdgaan: je kunt contact hebben met mensen van buiten, maar het gaat gepaard met risico’s. Net als een open huwelijk.

Een gewetensvraag: wil je wel dat de grenzen tussen die chatnetwerken verdwijnen? Het heeft voordelen om je communicatiekanalen op te delen, net zoals je privé en werkmail gescheiden houdt. Grenzen aanbrengen kan waarschijnlijk altijd nog, ook als de diensten achter de schermen samenwerken. Dat vergt dan wel misschien wat meer discipline van jezelf. Het gaat de EU erom dat techbedrijven geen nieuwe concurrenten blokkeren. Zoals Beeper, een app die vorig jaar begon als test, waarmee je nu al berichten van veertien netwerken kunt ontvangen, versturen en doorzoeken, waaronder WhatsApp en iMessage. ‘Chat superpowers’ noemt Beeper het zelf.

Zolang er nog verschillende encryptiemethoden zijn, gebruikt Beeper een tussenstap in de cloud om de brug te slaan. Niet ideaal dus, want kwetsbaarder. Maar de echte problemen begonnen pas toen Beeper begin december een app uitbracht waarmee een Android-gebruiker rechtstreeks het iMessage-netwerk kon aanspreken – met blauwe gespreksbubbels. Het was een vondst van een zestienjarige whizzkid en Apple blokkeerde de dienst binnen een week.

In de VS is de blauwe bubbel een statussymbool, in de EU is iMessage geen populaire chatdienst. Brussel beschouwt een techdienst als een dominante partij als het 45 miljoen gebruikers heeft (10 procent van de EU-bevolking). Maar iMessage is intussen wel de standaard berichtendienst op anderhalf miljard iPhones. „Geen andere app kan die plek overnemen. Dat geeft Apple een ongelooflijke machtspositie” zegt Beeper-oprichter Eric Migicovsky aan de telefoon. Migicovsky was al een paar keer in Brussel om met Europese regelgevers te spreken. Hij wil dat iPhone-gebruikers Beeper kunnen kiezen als primaire berichtenapp.

Maar Apple hoopt dat, zodra iPhones berichten via RCS accepteren, iMessage zijn exclusieve plek kan behouden en dus geen plek voor een ander hoeft te maken. Dat lukte niet met de App Store: Apple moet de deur openen voor concurrerende downloadwinkels.

Moord, brand en roaming

Techbedrijven zijn het niet gewend gereguleerd te worden, telecomproviders weten niet beter. Zij werden ook gedwongen de geografische drempels uit hun netwerk te slopen. Nog niet zo lang geleden betaalde je een godsvermogen als je in het buitenland je telefoon gebruikte. Onder eurocommissaris Neelie Kroes gingen roamingtarieven er stapsgewijs aan, eerst voor bellen en sms’en en tenslotte voor data.

Mobiele providers schreeuwden moord en brand, maar moesten overstag. Zoals de telecomsector zich naar de regels voegde, zo wil de EU de macht van de grote techbedrijven breken. Dat gaat niet in één keer, maar stap voor stap, app voor app.