Is er toch toekomst voor de verpakkingsvrije boodschappen van Pieter Pot? Het bedrijf dat vorige maand failliet werd verklaard, maakte deze vrijdag bekend een doorstart te maken. Het bereikte daartoe een overeenstemming met de curator, na een succesvolle crowdfundingscampagne waarmee de eigenaren 1,25 miljoen euro ophaalden.
In 2019 richtte Jouri Schoemaker samen met compagnon Martijn Bijmolt de verpakkingsvrije supermarkt op. Het concept: de winkel gaat met de glazen potten en flessen naar de klant, zodat de klant niet met eigen potten naar de winkel hoeft. Winstgevend werd het bedrijf sinds de oprichting nooit, maar er was wel degelijk enthousiasme voor: in Nederland bediende Pieter Pot 70.000 klanten, in België (waar het na een jaar ook ging leveren) 10.000. Het heeft een klantenbestand van 20.000 ‘vaste’ klanten. En eind 2021 staken verschillende investeringsfondsen 9 miljoen euro in het bedrijf.
Maar tegen het einde van de coronapandemie nam het enthousiasme voor de boodschappenservice af: mensen gingen weer liever zelf naar de winkel. Een reorganisatie halverwege 2022, waarbij de helft van de 130 medewerkers ontslagen werd, kon niet voorkomen dat in het voorjaar van vorig jaar een faillissement dreigde. De schulden bij de 140 schuldeisers liepen op. Dat kon uiteindelijk worden afgewend door een overname door De Delicatessenfabriek, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor het reinigen van de glazen potten waarin Pieter Pot zijn boodschappen leverde.
Pieter Pot moest voor het eind van 2023 winstgevend worden, maar de schulden bleven hoog en de verkopen leverden te weinig op. De gunfactor van het bedrijf bleek groot. Het zamelde afgelopen zomer een half miljoen euro in bij trouwe klanten en nog eens 1,1 miljoen euro via een crowdfunding. Dat was echter minder dan de benodigde 3 miljoen, en het geduld van één van de 140 schuldeisers raakte op: eind vorig jaar vroeg schuldeiser BPFL, die nog een rekening van 79.000 euro bij de boodschappenservice had openstaan, het faillissement aan. De rechter ging daarin mee.
Nieuw businessmodel
Oprichter en directeur Schoemaker zei toen al in gesprek te gaan met de curator over een mogelijke doorstart. Die komt er nu. Met een nieuw businessmodel moet het bedrijf alsnog rendabel worden. Voorheen deed het bedrijf alles zelf, van de voorraden bijhouden tot de bestellingen in orde maken. Daarvoor had het een opslag van 10.000 vierkante meter, veel personeel en „enorme vaste lasten”. Inmiddels is dat allemaal uitbesteed aan partners en betaalt het bedrijf de partners per pot. Het team bestaat nog slechts uit „een paar man”, zegt Schoemaker.
Het bedrijf zal zich opnieuw moeten bewijzen, zegt hij, want er zit nog wat „oud zeer” bij partners met wie hij nu weer samenwerkt, vanwege de schulden die Pieter Pot eerder maakte. Schoemaker hoopt het vertrouwen te herstellen door tegen het eind van dit jaar eindelijk winstgevend te zijn.
Na het faillissement ging het bedrijf door met de eerder gestarte crowdfunding en behaalde het het aangepaste doelbedrag van 1,25 miljoen euro. Weer waren trouwe klanten en „consumenten die fan zijn” belangrijke donateurs, zegt Schoemaker. „De curator ontving zelfs fysieke brieven van klanten die haar aanspoorden de doorstart mogelijk te maken.”
Klanten betalen 2 euro statiegeld voor de potten. Wat gebeurt er als klanten wier keukenkastjes nog vol zitten met de potten van Pieter die allemaal willen inwisselen? „Als iedereen die tegelijk inlevert, gaan we weer failliet”, zegt Schoemaker. Dus bedacht het bedrijf samen met de curator een andere oplossing: klanten kunnen per bestelling een bepaald percentage korting krijgen, tot hun ‘statiegeldtegoed’ op is. Het exacte percentage wordt nog bepaald.