Edith Schippers keek strak voor zich uit, dinsdagavond om half acht. Achter de katheder, in de debatzaal van de Eerste Kamer, sprak haar fractiegenoot Marian Kaljouw haar steun uit vóór de spreidingswet. Al was die wet volgens de VVD „niet moeders mooiste”. Ze zei het namens de héle fractie, en dus ook namens haar fractievoorzitter, Edith Schippers. Die zag er moe uit. Het viel ook VVD’ers op die het debat online volgden.
Als VVD’ers in Den Haag iets voor ogen hadden toen ze Schippers vorig jaar terughaalden naar Den Haag om fractievoorzitter te worden in de Eerste Kamer, vast en zeker niet dit. Schippers staat bekend als rechts, en ook als iemand die de rust in de partij bewaart. Wat er ook op het spel staat.
Schippers bewaakte altijd al de eenheid in de VVD. Toen Mark Rutte in 2006 fractievoorzitter werd in de Tweede Kamer, werd zij zijn plaatsvervanger. Ze was betrokken bij de wederopstanding van Rutte in de jaren erna, toen hij afstand nam van zijn experimentele fase en op de rechterflank brak met Rita Verdonk. Schippers hielp mee om van de VVD een professionele campagnepartij te maken, boven alles gericht op het winnen van de volgende verkiezingen. En als minister van Volksgezondheid in Rutte II (VVD en PvdA) deed ze er alles aan om de rijen gesloten te houden. Zij deed in 2014 een beroep op de loyaliteit van rebellerende PvdA-senatoren, die tegen haar plan waren om de vrije artsenkeuze te beperken. Dat mislukte: de Eerste Kamer stemde tegen.
Vastgedraaid
En nu? Niemand weet waarom Schippers opeens zo de verdeeldheid toont, en zelfs verdiept. In een jaar tijd heeft de VVD zichzelf volledig vastgedraaid in het wetsvoorstel van de ‘eigen’ staatssecretaris Eric van der Burg om asielzoekers over gemeenten te kunnen verdelen. De VVD liet het kabinet vallen over asiel en migratie, de nieuwe partijleider Dilan Yesilgöz voerde campagne tegen de wet. In de Tweede Kamer stemde de VVD tegen.
En juist in zo’n periode van stuurloosheid schaart de hele Eerste Kamerfractie zich achter de wet. Waar dat toe kan leiden, weet Schippers als geen ander: ruzie op het VVD-congres van volgende week zaterdag, een beschadigd leiderschap van Yesilgöz. En problemen in de formatie van een nieuw kabinet, waar de VVD een gedoogrol wil gaan spelen.
Als het goed gaat, lukt alles. Tot het moment dat het misgaat, en dan gaat ook álles mis. De VVD won verkiezing na verkiezing door de rust te bewaren. Winst trekt nieuwe kiezers, en vleugels in de partij roeren zich niet. Nu gebeurt precies het omgekeerde, dat waar VVD’ers al jaren bang voor waren. Op een dag is het gewoon op, vertrekt Mark Rutte, en verliest de VVD hard. Het gevolg: de flanken in de partij gaan zich ermee bemoeien en vinden dat de andere kant het wel erg voor het zeggen heeft. Het gevolg: nog meer onrust, nog meer verlies in de peilingen, en niemand weet waar dit eindigt. Precies dat maakt de VVD nu mee.
Zeker vijftien jaar wist de VVD de onrust buiten de deur te houden. Nadat Rutte Verdonk in 2007 aan de kant had gezet, brak een periode van stilte en stijlvastheid aan. In zijn beginjaren als politiek leider had Rutte een zwakke, zoekende indruk gemaakt. Hij kwam met ideeën om van de VVD een debatpartij te maken, opende een vrijdenkersruimte in de Tweede Kamer en schreef een pamflet over klimaatbeleid dat hij GroenRechts noemde. Pas toen hij, mede onder druk van Edith Schippers, ophield met experimenteren, ging hij verkiezingen winnen. Rutte praatte over de onderwerpen die VVD-kiezers traditioneel belangrijk vinden: lagere belastingen, hogere straffen, zuinig begrotingsbeleid. Debat? Kijk naar de PvdA, of het CDA. Je krijgt er, zeiden ze bij de VVD, alleen maar ellende van. Kiezers houden niet van gedoe.
Verbijsterde partijtop
Onrust kwam er pas weer rond het aantreden van Rutte IV, het kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie. In de achterban ontstond verzet tegen de stikstofplannen van de eigen VVD-minister Christianne van der Wal en op een partijcongres in Lijnden, juni 2022, haalde een motie tegen haar plannen een meerderheid. Het beeld van een verbijsterde partijtop, die gezamenlijk op de eerste rij de nederlaag leed, wilde de VVD daarna koste wat kost vermijden: Rutte, de bewindslieden en Kamerleden zaten vanaf die tijd op congressen verspreid in de zaal.
Zo zaten ze ook toen een nieuwe opstand dreigde, in november 2022. Nu over een veel moeilijker onderwerp: de spreidingswet. VVD’ers die vóór waren, maar bijna nooit op een congres kwamen, werden stevig aangemoedigd om vooral wel te komen. Mark Rutte nam nu opeens als eerste het woord, in het midden van de zaal van de Van Nellefabriek in Rotterdam. „Wat onze partij zo bijzonder maakt”, zei hij, „is onze verscheidenheid”. De VVD is een partij van „klassiek-liberalen én sociaal-liberalen”, zei Rutte ook. „In de ene hoek staat Frans Weisglas. In de andere hoek staat Paul Slettenhaar.” Het werkte. Driekwart van de leden stemde voor.
Rutte noemde Weisglas en Slettenhaar heel bewust. Oud-Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas staat voor de meer links-liberale VVD’ers, wethouder Paul Slettenhaar uit Castricum voor de rechts-conservatieve leden.
Wat Rutte zei, was een echo van wat de VVD jarenlang had gezegd. En VVD’ers die de groeiende onrust in hun partij willen toedekken, partijleider Yesilgöz voorop, zeggen het nu óók weer. Dat ze „een echte volkspartij” zijn, en dat altijd zijn geweest. Een partij met „vleugels”. Of, zoals Hans Wiegel het in zijn tijd als VVD-leider noemde, „vlerken”.
Frans Weisglas, Kamerlid tussen 1982 en 2006, had Ruttes speech gevolgd via de live-stream. Hij had er, zegt hij nu, om moeten lachen. „Typisch Rutte. Heel handig gedaan.” De groep waar hij voor staat in de VVD zou hij zelf het liefst ‘klassiek liberaal’ noemen: „Iemand als Jozias van Aartsen hoort erbij, en Ed Nijpels. De VVD’ers die staan voor wat ik noem de échte, traditionele liberale waarden als rechtsstaat en democratie. Die dus haaks staan, wat mij betreft, op de standpunten van Geert Wilders.”
Maar ‘klassiek liberaal’, dat kan niet meer. Er is al een netwerk in de partij dat zich zo noemt, en juist conservatieve, veel rechtsere standpunten heeft, vooral over migratie en klimaat. Die groep VVD’ers bedoelde Rutte toen hij Paul Slettenhaar noemde, als tegenpool van Weisglas.
De stroming van Klassiek Liberaal heeft het tij mee in de VVD. Onder Rutte was de VVD de PVV gaan uitsluiten, onder Yesilgöz is dat voorbij. In het verkiezingsprogramma werden uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking geschrapt, en er stonden strenge voorstellen in over asiel en migratie. Slettenhaar, als vicevoorzitter prominent in die beweging, is voor samenwerking met de PVV, en leidt het verzet tegen deze vorm van de spreidingswet. Zelf zegt hij dat hij, net als Dilan Yesilgöz, „niet tegen spreiding” is, maar dat de wet „niet transparant” is over de manier waarop die spreiding geregeld wordt. „Dat ouderwetse besturen in Nederland, waar de burgemeesters en lokale bestuurders alles onderling regelen, dat staat me tegen.”
Juist omdat Klassiek Liberaal zo luidruchtig en invloedrijk is, en omdat de ‘Weisglas-vleugel’ het zo moeilijk heeft, kwam het voor veel VVD’ers als een extra verrassing dat de Eerste Kamerfractie de druk weerstond en voor de spreidingswet stemde.
Paul Slettenhaar, die spreekt „als VVD-lid”, is er „heel verdrietig” over. „Ik zag Eric van der Burg een mega-enthousiast verhaal afsteken. Maar er zat een enorme lobby van clubs als het COA en de VNG achter, om de wet er alsnog doorheen te krijgen. Daar is de fractie voor gezwicht. Het kabinet viel nota bene over asiel en migratie.”
Nu moet Dilan Yesilgöz de boel repareren in de formatie, waar volgens PVV-leider Wilders „een groot probleem” is ontstaan. Bijvoorbeeld door de wet alsnog in te trekken, of te beloven die niet uit te voeren.
Slettenhaar: „We moeten wel. Links wil niets doen aan de onhoudbare asielinstroom. Met de PVV kunnen we op het gebied van asiel zaken doen.”
Leiderschap Yesilgöz
De twee zielen in de borst van de VVD hadden in 2006 ándere gezichten: Rita Verdonk en Mark Rutte zelf. Zo ver gaat het in elk geval al terug in de partij. Verdonk, die net als Rutte de partij wilde gaan leiden, werd door het partijkader gezien als populistisch rechts, en helemaal níet het soort liberaal waar Rutte voor stond. Die werd toen nog gezien als een sociaal-liberaal, eerder links dan rechts. Hij won de lijsttrekkersverkiezing van Verdonk, maar werd daarna jarenlang gezien als een zwakke leider.
In 2009 zakte de VVD net als nu zo hard weg in de peilingen dat het leiderschap van Rutte aan een dun draadje hing. Hij was fractievoorzitter van de VVD en als hij langs het koffiezetapparaat in de gang kwam, vertelde hij later tegen mensen om hem heen, werd het ineens stil. Dan hadden ze het over hém. Als er toen een andere logische kandidaat-leider was geweest, zeggen VVD’ers over die tijd, was Rutte zo goed als zeker aan de kant geschoven. Maar die was er niet.
Zo’n logische vervanger is er nu ook niet. Als je rondvraagt onder VVD’ers halen ze hun schouders op. Ze hebben geen idee. Dat ze die vraag nu krijgen, snappen ze wél. Het gaat niet goed met het leiderschap van Dilan Yesilgöz. Want als je aan ‘vleugels’ denkt: niet één daarvan is op dit moment erg blij met haar beslissingen. Ze doet het voor niemand goed. Dat ze de PVV niet langer uitsloot, vond ‘kamp Slettenhaar’ heel goed. Maar ze wilde daarna níet in een rechts kabinet stappen met diezelfde PVV. Daar is de ‘groep Weisglas’ dan wel weer blij mee, maar die vindt dat je beter helemaal niet met de PVV aan tafel kunt gaan zitten om te onderhandelen. En dat doet Yesilgöz nu al sinds december.
„Als de VVD een kabinet met de PVV zou gaan gedogen”, zegt Weisglas, „is dat van alle slechte scenario’s het minst slecht. Maar Dilans argument daarbij vind ik níét goed: dat de VVD verloren heeft bij de verkiezingen. Zeg dan gewoon: met een partij als de PVV, met alle standpunten die erbij horen en de uitlatingen van Wilders twintig jaar lang, wil ik niet in een kabinet zitten.”
Weisglas weet dat ze het niet kán zeggen. Je kunt niet eerst wél met de PVV willen samenwerken en daarna toch niet. En dus is ze, denkt hij, „vastgelopen” in haar eigen uitspraken. „Mijn grote angst is nu dat ze, door al het lawaai dat een groep als Klassiek Liberaal aan het maken is, uiteindelijk toch in een volwaardig kabinet zal gaan zitten met de PVV. Ik denk dat ze er misschien al te diep in zit.”
Nick Ottens, bestuurslid van het progressieve VVD-netwerk Liberaal Groen, zegt dat hij laatst tegen een groepje conservatieve VVD’ers had gezegd dat vrienden van hem hun VVD-lidmaatschap willen opzeggen, of dat na de verkiezingen al hebben gedaan. „Toen zeiden zij: wij maken dat al jáááren mee. En eerlijk gezegd, daar had ik nooit zo over nagedacht, maar ik snap het wel. Ze zeiden ook: we hebben als VVD jarenlang D66-beleid uitgevoerd, nu is het ónze beurt.”
Bij het begin van Rutte I, het kabinet van VVD en CDA gedoogd door de PVV, had Frans Weisglas zich op een partijraad nog fel uitgesproken tegen die constructie met de PVV. „Op dezelfde dag als het beruchte CDA-congres in Arnhem.” De VVD-bijeenkomst kreeg nauwelijks aandacht, en daarna eiste Rutte van de VVD’ers discipline: hij wilde geen gedoe. De communicatieafdeling van de VVD zag er streng op toe.
„Ik zat thuis op de bank toen ik Dilan in de afgelopen campagne hoorde over samenwerking met de PVV”, zegt Weisglas. „Ik zei tegen mijn vrouw: verdorie, daar gáán we weer. Dilan heeft de vleugels in de partij weer tot leven gebracht.”
Dat de onrust ook Edith Schippers raakt, bleek donderdagmiddag. Ze stuurde de leden een brief waarin ze de voor-stem nog eens uitlegde. „Om misverstanden te voorkomen”, schreef ze: de Eerste Kamerfractie vond de „te hoge asielinstroom en alle ellende die daaruit voortkomt” net zo erg als de Tweede Kamerfractie. Het was bedoeld om de eenheid te herstellen. Maar juist daardoor begreep iedereen: die is er niet.