Je zou haar een van de grootste schilders van Nederland kunnen noemen. De 28-jarige muurkunstenaar Judith de Leeuw beschilderde sinds 2017 gevels van flatgebouwen over de hele wereld, van New York tot Tbilisi en Kuala Lumpur, vaak twintig, vijfentwintig meter hoog. Midden in Amsterdam, in het verlengde van het Leidseplein, is Diversity in Bureaucracy (2021) te zien, wellicht haar bekendste werk. Vier verdiepingen hoog, boven een snackbar, wervelen twee zwarte ballerina’s tussen wegwaaiende documenten.
Veel van haar muurschilderingen gaan over ongelijke kansen, vertelt De Leeuw tijdens een gesprek in een grand café in Amsterdam – haar gele muts houdt ze op. „Ik wil opkomen voor mensen die niet gehoord worden, voor mensen die het moeilijk hebben.” Ze spreekt energiek en bevlogen, maar ze is moe, zegt ze. „Ik heb vaak moeite met slapen omdat ik niet kan stoppen met nadenken.”
Woensdagavond zendt AvroTros de documentaire JDL-Behind The Wall uit die Deborah Faraone Mennella over haar maakte. De regisseur volgde De Leeuw toen ze op een woonflat in de Zuid-Italiaanse stad Taranto een muurschildering maakte. Een vrouw lijkt te dansen in een wit gewaad, terwijl onbekende handen haar vasthouden. Love is stronger than death vol. 4 is een „ode aan haar vader”, die in 2022 stierf.
Net als al haar schilderkunst is het werk realistisch. Grijstinten domineren, de lichtval is haast caravaggistisch. Haar werk verwijst vaak naar sociale kwesties, zoals ongelijke kansen voor lhbt’ers en andere minderheidsgroepen.
Faraone Mennella brengt De Leeuw in beeld als een perfectionistische, harde werker – een assistent die een grijze onderlaag niet egaal genoeg op de gevel zet, moet zijn verfspuit afstaan – maar ook als een vrouw die pijnlijke ervaringen uit haar jeugd met zich meedraagt.
De Leeuw, dochter van een expert in ict-beveiliging en een hoogleraar geschiedenis, leidde als tiener een ruig straatleven in de Amsterdamse graffiti-scene. Ze zwierf, gebruikte veel drugs en belandde in een gesloten jeugdinrichting. „Ik mocht de eerste maanden niet praten met vrienden of familie”, vertelt ze in de documentaire.
Je vertelt daar in interviews vaak over. Is dat deel van je levensverhaal nog steeds belangrijk voor je?
„De eerste keer dat ik over mijn jeugd vertelde, deed ik dat om misstanden in de jeugdzorg aan te kaarten. Ik heb er geen spijt van. Maar ik vind het ook frustrerend dat het steeds weer uitgelicht wordt, ook nu weer. Als ik had kunnen kiezen, was het een andere documentaire geworden.
„Al begrijp ik de keuze van Deborah. Het laat wel zien hoe ik als kunstenaar gevormd ben. Ik kom zelf uit een verdomhoekje van de maatschappij. Ik heb er een hekel aan als merken of personen zich profileren met sociaal-maatschappelijke thema’s zonder het te menen. Ik kan me goed verplaatsen in mensen die duistere dingen meemaken. Ik zie daar juist schoonheid in: bij mezelf, en bij hen.”
Je schildert die mensen ten voeten uit. Ze zijn altijd mooi, hun kleding valt in sierlijke, barokke plooien…
„Jouw vraag is: waarom zijn die mensen niet lelijk? Daar heb ik ook over nagedacht. Ik had ooit het idee om een hele serie te maken met mensen die niet aan het gangbare schoonheidsplaatje voldoen. Maar niemand wil dat op zijn muur.
„Ik heb vorig jaar met geld van het Amsterdams Fonds voor de Kunst een plan gemaakt voor een lhbt-muurschildering met twee zoenende mannen. Ik heb zes muren in Amsterdam gevonden waar ik mag schilderen, maar ik kan het niet kwijt. Bewoners van een studentenflat zeiden dat niet iedereen in het gebouw zich gerepresenteerd zou voelen. In Amsterdam-West zei een woningcorporatie: ‘Dat zou ik hier niet doen, want dan heb je een groot probleem.’ Er is nog een kleine kans dat het goed komt, maar ik denk dat dit mijn eerste project wordt dat faalt. Eerlijk gezegd wil ik daarom ook stoppen met wat ik doe.”
Je wilt stoppen met straatkunst?
„Nee, ik wil alleen stoppen met muurschilderingen [ze wil wel kunst in de openbare ruimte blijven maken, red.]. Ik heb het gevoel dat mensen nu anders kijken naar muurkunst dan acht jaar geleden, toen ik begon. Kunst die een boodschap overbrengt, wordt steeds minder populair.Het gaat meer om schoonheid. Fel roze, paars, bloemen, mooie vrouwen, kinderen die lachen voor een spiegel… Dat heeft mij nooit gedreven bij het maken van murals. Dus ik wil er dit jaar mee stoppen, ja. En trouwens is het toch een kwestie van tijd voordat we vervangen worden door robots. Dus dan kan ik er eerder vroeg bij zijn.”
Je bedoelt dat AI werk als het jouwe kan gaan genereren?
„Dat doet het al. Midjourney, het grootste visuele AI-platform van de wereld, heeft mijn werk als input gebruikt. Als je daar nu mijn naam intikt, dan gaat een robot kunstwerken bedenken in mijn stijl, en met mijn thema’s. Zwart-wit, hard licht, dramatische houdingen met witte doeken, een sociaal thema. En het moet op een gigantische muur van minimaal twintig meter. Dat begrijpt die AI allemaal.”
Wat vind je daarvan?
„Ik voel me best vereerd. Als ik morgen dood zou neervallen, blijft iemand toch mijn werk doen, ook al gebeurt dat niet meer onder mijn naam. Dat is toch best mooi?
En doordat AI nu mijn werk gaat doen, kan ik andere dingen gaan maken. Ik wil sculpturen gaan maken. Of een boodschap op het Paleis op de Dam projecteren. Of ik kan een badeend bouwen van zes meter hoog van dode nepkuikens, en die dan voor de KFC neerzetten met een geluidsinstallatie die Spetter pieter pater van Alfred Jodocus Kwak speelt. Ik noem maar een voorbeeld.”
JDL-Behind The Wall, door Deborah Faraone Mennella en productiehuis Interakt, AvroTros. Uitzending 17/1 op NPO 2, 20:30 uur