Gisterochtend trok ik de voordeur achter me dicht en zag toen dat de bus, die ik niet kon missen, er al aankwam. Ik zette het op een rennen en toen ik extra gas gaf merkte ik opeens dat mijn voeten koud werden. De plas waar ik doorheen racete was dieper dan gedacht, het water stroomde mijn schoenen en merinowollen sokken in. Met klotsend schoeisel sprong ik in de bus.
Terwijl de adrenaline wegebde kwam het leed. De drijfnatte wol kriebelde en schuurde, mijn teentoppen werden gevoelloos en de kou trok in mijn voetzolen. Ik moest nog zeker een half uur met de bus en daarna een uur met de trein. Ik zou pas ’s avonds weer thuis zijn. Schoenen en sokken uittrekken en op blote voeten verder kon niet, daarvoor was het te koud en dus zat er niets anders op dan het uit te zitten.
Terwijl kilte mijn botten uitholde dacht ik aan de moeder van mijn vader, die telkens als haar iets ongevaarlijks maar vervelends overkwam (een belastingaanslag, een aangebrande karbonade, mijn grootvader) zuchtte dat het „gewoon even lijden” was, eventjes de hinder uitzitten. Ik heb dat altijd een geweldige instelling gevonden. Als kind reageerde ik vaak met verzet op ongemak: ik werd boos, ik ging huilen of mijn hoofd (natuurlijk ook maar een machine met een zeer beperkt aantal ponskaarten) begon allerlei oplossingen te bedenken om zo snel mogelijk te ontkomen. Tot mijn grootmoeder verzuchtte dat ik de boel gewoon moest verdragen. Niets aan de hand, slechts een beetje vervelend, meer niet, de meeste buien waaiden wel weer over.
Dat „gewoon even lijden” werd in de loop der jaren het motto van de familie. Lange rij voor de kassa? Gewoon even lijden. Vervelende kleuter in de tram? Gewoon even lijden. Vinger tussen de deur? Juist. Ik ging me richten op verduren waardoor ik geen energie meer kwijt was aan emoties of weerstand. En zo viel veel uiteindelijk mee.
De bus schommelde, buiten hagelde het. Natuurlijk waren die doorweekte schoenen en sokken vervelend, maar de ellende was ook een projectje, een oefening, zei ik tegen mezelf.
Het water kroop in mijn thermische legging. Ik dacht aan alle eerdere keren dat ik droge voeten had en daar niet dankbaar voor was.
„Gewoon even lijden”, zei ik, zo zacht dat het bijna klonk als „gewoon even leven”. De zon kwam op, traag reed de bus een zeer lange winterdag in.
Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.
Een 58-jarige bokslegende en een 27-jarige youtuber komen op elkaar af. Strakke gezichten, intens oogcontact. Dan stapt de youtuber op de voet van de bokslegende. De bokslegende veert op en geeft de youtuber een klap in zijn gezicht. Iemand springt tussen de mannen in. De youtuber blijft stevig op zijn benen staan. Geen van beiden draagt een shirt.
„Mike Tyson, ik vond het een schattige klap, maatje”, zegt Jake Paul vlak na het incident, ogenschijnlijk gelaten. Hij vervolgt: „Maar morgen sla ik je fucking knock-out.” Dan, met stemverheffing: „Ik sla hem verrot! Hij slaat als een bitch. Nu is het persoonlijk.” Paul grijpt nu met beide handen de microfoon vast en schreeuwt: „Hij moet DOOOOOOD!”
Betere reclame had Netflix zich niet kunnen wensen voor het duel waar boksliefhebbers al maandenlang naar uitkijken. De beelden gingen vrijdag viraal — vrijwel iedereen vindt er wel iets van. In de nacht van vrijdag op zaterdag (02.00 uur Nederlandse tijd) begint het gevecht.
Ruim 282 miljoen Netflix-abonnees kunnen het spectaculaire gevecht zonder additionele kosten live volgen. Daarmee is het niet alleen een belangrijk weegmoment voor de puberale internetster die plotseling serieus ging boksen (en die velen liever vandaag dan morgen knock-out zien gaan) en voor de gepensioneerde bokskampioen met zijn kwistige leefstijl – seks, drank en cannabis – die zijn reputatie op het spel zet.
Onontgonnen terrein
Streamingdienst Netflix waagt zich met de live-uitzending namelijk op een relatief onontgonnen terrein met een enorm groeipotentieel. Het bedrijf hoopt dat de grootste live-sportuitzending sinds de oprichting in 1997 zonder technische problemen verloopt.
In een medialandschap waarin lineaire televisie sterk aan populariteit inboet, blijven sportevenementen volle zalen trekken. Technologiebedrijven spelen daarop in: Amazon sloot in 2021 een miljardendeal met de Amerikaanse National Football League (NFL), HBO verwierf de uitzendrechten voor de Olympische Spelen afgelopen zomer.
Met het gevecht tussen Jake Paul en Mike Tyson heeft Netflix alles in huis gehaald om een kijkcijferkanon te produceren. Het Amerikaanse bedrijf verwacht ongeveer 300 miljoen kijkers wereldwijd. Zij kunnen de uitzending volgen in het Engels, Spaans, Braziliaans Portugees, Frans en in het Duits.
Internetster
Het gevecht slaat een brug tussen twee generaties hypermasculiene mannen. Aan de ene kant staat een jongere generatie die opgroeide met de video’s van Jake Paul en zijn eveneens populaire broer Logan Paul, eerst op videoplatform Vine en daarna op YouTube. Daar heeft Jake Paul bijna 21 miljoen abonnees, aan wie hij zijn dure huizen, sportauto’s en Nederlandse vriendin, langebaanschaatser Jutta Leerdam, laat zien.
‘Iron Mike’ verwierf tussen 1985 en 2005 internationale bekendheid als de onverschrokken vechter met zijn dodelijke combinaties. Hij is driemalig wereldkampioen. Vijftig zeges, waarvan 44 knock-outs, met daartegenover slechts zes verliespartijen, leverden hem de koosnaam ‘De gevaarlijkste man op de planeet’ op – een imago dat hij bekrachtigde toen hij in 2003 zijn iconische gezichtstatoeage liet zetten.
Die felbevochten reputatie zet Tyson nu op het spel, maar daar staat naar verluidt wel bijna 19 miljoen dollar tegenover. Paul zegt dat hij vooral eindelijk serieus genomen wil worden als bokser. Zijn fysieke transformatie sinds zijn professionele debuut in 2020 is indrukwekkend. De vraag is of winst tegen een 58-jarige man, die het gevecht in de zomer nog moest uitstellen vanwege maagklachten, hem het gewenste respect oplevert. Hij houdt hoe dan ook 38 miljoen euro over aan het gevecht.
Just Eat Takeaway en Grubhub, hoe zat dat ook alweer?
In 2021 konden bezorgbedrijven als Just Eat Takeaway (ook wel JET), bekend van Thuisbezorgd.nl, hun geluk niet op: door de pandemie waren de omzetten van bezorgdiensten door het dak gegaan, nadat er miljoenen nieuwe gebruikers bij waren gekomen. Oprichter en topman Jitse Groen zag ook wel iets in Grubhub, een bedrijf uit Chicago dat in 2004 was opgericht en voornamelijk actief was in New York. Groen wilde via Grubhub gaan groeien in de Verenigde Staten, na al groot te zijn geworden in Nederland, het VK en Duitsland. Hij was bereid daarvoor flink wat geld neer te leggen: Groen kocht Grubhub voor ruim 7 miljard dollar.
En drie jaar later dus alweer verkopen. Waarom?
Helaas voor voedselbezorgbedrijven bleek de corona-euforie maar van korte duur. Na de pandemie zakten de verkopen razendsnel in toen mensen weer de restaurants in doken. Al in april 2022 liet JET weten dat het keek naar een verkoop van Grubhub, nadat meerdere beleggers daartoe hadden opgeroepen. Het schreef ook al gauw 3 miljard euro af op de waarde van het bedrijf. Het zou uiteindelijk nog twee jaar duren tot deze week de verkoop slaagde, aan het Amerikaanse Wonder. Dat bedrijf is opgericht door investeerder Marc Lore en maakt eten in eigen keukens om dit vervolgens te bezorgen. Grubhub komt in handen van deze partij voor 650 miljoen euro.
Huh? Dus een verlies op Grubhub van meer dan 6 miljard dollar?
Zeker. Eigenlijk meer zelfs: 150 miljoen van de verkoop is daadwerkelijke cash voor JET, met de overige 500 miljoen worden alleen schulden afgelost. En het wordt nog pijnlijker: vrijdag zei een van de oprichters van Grubhub, Matt Maloney, tegen de Britse krant Financial Times dat hij maar liefst twee keer geprobeerd zou hebben om het bedrijf terug te kopen voor 1 miljard dollar – dus veel meer dan de huidige 650 miljoen. Hij zou daarbij steun hebben gehad van internationale private-equitypartijen. Volgens Maloney hoorde hij de tweede keer terug dat Groen geen interesse had om het bedrijf aan hem te verkopen, waarna het stil bleef. JET ontkent in de FT het nieuws en zegt dat er inderdaad biedingen binnenkwamen van partijen in samenwerking met Maloney, maar dat die zich zelf terugtrokken na boekenonderzoek.
Opmerkelijk allemaal. Hoe hebben beleggers gereageerd op de verkoop?
Die lijken vooral erg blij dat het Groen eindelijk gelukt is van Grubhub af te komen en dat het Amerikaanse avontuur is afgerond. Deze week steeg de koers met maar liefst 27 procent. Ook vrijdag, de dag dat Maloney zijn uitspraken deed, kwamen er nog meerdere procenten bij. Een aandeel JET is nu 14,50 euro waard. Belangrijk is wel om daarbij op te merken dat op het hoogtepunt van de pandemie dit meer dan 100 euro was. Groen leek afgelopen week te hopen dat zijn bedrijf zonder de ballast van Grubhub weer langzamerhand die kant op kan gaan, concurrenten als DoorDash en Uber achterna die hun koersen de afgelopen tijd wél langzaam zagen oplopen. De verkoop „zal onze groei versnellen”, aldus Groen in het begeleidende statement.
De mist van wat zich in de nacht van vorige week donderdag op vrijdag had afgespeeld in Amsterdam was nog niet opgetrokken, of premier Dick Schoof wist het al zeker. Een deel van de mogelijke daders, zei hij tijdens een persconferentie maandagavond, was „een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond”. Om daar direct de conclusie aan te verbinden dat Nederland „een integratieprobleem” heeft.
Het is een stevige uitspraak voor iemand die het „graag bij de feiten houdt”, zoals Schoof tijdens diezelfde persconferentie benadrukte. Want op maandagavond waren de feiten over die nacht vol onlusten en geweldsincidenten nog allerminst duidelijk. Ook nu, ruim een week later, zoekt de politie nog naar daders. Beelden worden geanalyseerd, ooggetuigen gesproken en slachtoffers gehoord.
Wat wel duidelijk is: Israëlische voetbalsupporters zijn opgejaagd en aangevallen. Er is geweld gebruikt dat deels waarschijnlijk antisemitisch gemotiveerd is en een deel van de Joodse gemeenschap voelt zich onveilig in eigen stad. Wat ook duidelijk is: Israëlische voetbalsupporters riepen racistische en provocerende leuzen, trokken Palestijnse vlaggen van privéwoningen en vielen mensen aan. Ook islamitische en (pro-)Palestijnse inwoners van Amsterdam voelen zich onveilig en onbeschermd.
Schoof, die zich in zijn eerdere optredens juist op de vlakte hield, omdat hij als partijloze premier niet te veel meningen wilde verkondigen, besloot de rust niet te bewaren. Hij stookte de boel op in plaats van een poging te doen de maatschappelijke brand te blussen. Hij spreekt over „daders” nog voordat er strafrechtelijk onderzoek heeft plaatsgevonden en rept van „forse ontsporingen”. In zijn woorden klinkt de echo van Geert Wilders, de leider van de grootste partij van Nederland.
Met deze opstelling heeft Dick Schoof zichzelf gediskwalificeerd als verbindend premier, in die rol schiet hij ernstig tekort. Van nationale stokebrand Wilders verwacht niemand anders. Dat maakt zijn pogingen om groepen tegen elkaar op te zetten niet minder kwalijk, maar Wilders’ werkwijze is bekend. Van Schoof hadden mensen mogen verwachten dat hij premier is van alle Nederlanders. Ook van inwoners met een migratieachtergrond.
Deze landelijke kopstukken hadden een voorbeeld mogen nemen aan de Amsterdamse driehoek van burgemeester Femke Halsema, politiechef Peter Holla en hoofdofficier van justitie René de Beukelaer. Nadat zij zich tijdens hun eerste persconferentie op vrijdag, waarin Halsema sprak van „een gitzwarte nacht” vooral concentreerden op het mogelijk antisemitische karakter van het geweld, veranderden zij hun toon.
In het feitenrelaas dat zij maandagavond naar de Amsterdamse gemeenteraad stuurden schreven ze „dat antisemitisme niet met ander racisme kan worden beantwoord: de veiligheid van de ene groep mag niet ten koste gaan van de veiligheid van de andere. Joodse Amsterdammers worden niet veiliger als Marokkaanse en islamitische Amsterdammers onveiliger en onvrijer worden. Integendeel.”
De gevolgen van de onverzoenlijke opstelling van Schoof kunnen ook gevaarlijk zijn. Als alleen grote woorden nog tellen, verandert de landelijke politiek in een megafoon waardoor politici om het hardst hun verontwaardiging roepen. Dat bleek wel in het Tweede Kamerdebat op woensdag. Daar vroegen regeringspartijen om zware maatregelen, waarvan sommige direct aan de rechtsstaat knagen.
Zo wil het kabinet onderzoeken of het Nederlandse paspoort afgenomen kan worden van mensen met een dubbele nationaliteit die zich schuldig maken aan antisemitisme. Dat leidt volgens juristen mogelijk tot een ongelijke behandeling tussen groepen Nederlanders. Ook zou instagramaccount Cestmocro, dat volgens BBB-leider Caroline van der Plas „overloopt van antisemitisme” aangepakt moeten worden. Een maatregel die juristen bestempelen als censuur, die mensenrechten zou inperken.
Wilders kiest al jaren de populistische weg van de minste weerstand. Zijn stijl krijgt steeds meer navolging en nu zelfs van de premier. Het is makkelijker een huis in de fik te steken dan er een te bouwen, spreekt ook uit de crisissfeer vrijdag in het kabinet. Terwijl bouwen is waar Nederland behoefte aan heeft. Er is rust nodig. Om scherp te krijgen wat er is gebeurd, daders te bestraffen en lessen te trekken voor de toekomst. Femke Halsema zei dat zij, de driehoek en het stadsbestuur hun „stinkende best” gaan doen om Amsterdam „te laten helen”. Het land zou ook wat heling kunnen gebruiken.