N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Politieke partijen In 2018 adviseerde een staatscommissie nog tegen het verhogen van de kiesdrempel. Er zijn redenen om het nu wel te doen, vindt Barbara Baarsma.
De kiesdrempel leeft. Dat bewijzen de bijna 41.000 handtekeningen binnen vier weken voor de petitie Verhoog de kiesdrempel. Samen met onder meer oud-onderwijsminister Jo Ritzen en oud-staatssecretaris van Economische Zaken Yvonne van Rooy namen we onlangs het initiatief tot die petitie.
Veel commentaar van ondertekenaars was gericht op de hoogte van de kiesdrempel die we ons als minimum voorstellen, twee procent of drie zetels voor toegang tot ons parlement. Zeker een op de drie commentatoren ziet liever een kiesdrempel van 5 procent. Dat zou ook kunnen bij een eenvoudige wetswijziging en behoeft geen grondwetswijziging.
Zo’n wijziging is wel nodig voor bijvoorbeeld het uitbreiden van het aantal Kamerleden naar tweehonderd. We hebben in de petitie pragmatisch gekozen voor de drie zetels omdat we denken dat daarvoor wellicht een meerderheid te krijgen is in de Tweede Kamer.
Waar komt toch de grote steun vandaan? Opvallend is dat de staatscommissie parlementair stelsel (ook wel commissie-Remkes genoemd, naar haar voorzitter) eind 2018 nog tegen verhoging adviseerde. Die commissie was ingesteld om te adviseren of er iets moet veranderen in het parlementaire stelsel en in de parlementaire democratie. Men had zich geen betere samenstelling van die commissie kunnen voorstellen, in termen van deskundigheid en representativiteit. Het eindrapport Lage drempels, hoge dijken; democratie en rechtsstaat in balans geeft blijk van grote kennis en evenwichtige analyses.
Fractiediscipline
Verhoging van de kiesdrempel was een onderdeel van de overwegingen en in het rapport zegt de staatscommissie daarover: „Versplintering en afsplitsing zijn een doorn in het oog van veel burgers. Drastische maatregelen tegen afsplitsing werken rigide fractiediscipline in de hand en vragen bovendien grondwetsherziening.” Een „gematigde verhoging” van de kiesdrempel tot bijvoorbeeld 5 procent (ofwel zeven à acht Kamerzetels) is volgens de commissie „niet effectief met het oog op de kabinetsformatie. Een veel forsere verhoging tot bijvoorbeeld 10 procent (ofwel 15 Kamerzetels) is in dat opzicht zeker effectief, maar in strijd met het Nederlandse concept van representatie.” Daarom worden lichtere maatregelen aanbevolen, namelijk verhoging van de waarborgsom en verhoging van het aantal ondersteuningsverklaringen voor partijen zonder zetels.
Zou de staatscommissie nu – vier jaar en een verkiezing later, met twintig partijen in de Tweede Kamer – nog steeds vinden dat een lichte verhoging van de kiesdrempel van 0,67 naar tot 2 procent (oftewel van een naar drie Kamerzetels) geen invloed heeft op de negatieve gevolgen van versplintering? De staatscommissie lijkt gebiologeerd te zijn door het belang van de partijgrootte in de Tweede Kamer voor coalitievorming. Ze besteedt weinig woorden aan het effect van de versplintering op de kwaliteit van de besluitvorming. Ze ziet dat de stormachtige ontwikkelingen op de sociale media een andere dynamiek teweeg brengen, maar betrekt dat niet op de kiesdrempel en het aantal kleine fracties.
Ook is de commissie nog hoopvol over het vertrouwen dat burgers hebben in de overheid, afgezien van de „afhakers”. Inderdaad: in 2016 lag het vertrouwen in de overheid in Nederland nog hoger dan dat in bijvoorbeeld Denemarken. Maar je hoeft er de recente Burgerperspectieven van het SCP maar op na te lezen om te zien dat die situatie nu grondig is veranderd.
Ambivalentie
Ook op een ander punt lijkt de petitie de veronderstellingen van de staatscommissie te weerspreken. Remkes cs. beroepen zich op eerder onderzoek met twijfel over het belang van versplintering: „Over de versplintering is opgemerkt dat: (a) burgers dit een reëel probleem vinden en (b) het tegelijkertijd de vraag is of dat echt zo is, in die zin dat het aantal Kamerfracties over de jaren heen niet zo zeer stijgt maar veeleer schommelt.” Bovendien, zo vervolgt de commissie „werd bij veel burgers op dit punt een ambivalentie geconstateerd: men hecht zeer aan de evenredige vertegenwoordiging met een lage kiesdrempel, waardoor nieuwe groeperingen relatief gemakkelijk een zetel in de Tweede Kamer kunnen behalen”.
De snelheid waarmee de petitie – zelfs zonder een uitgekiende PR-campagne – in omloop kwam en getekend werd, laat weinig ruimte voor ambivalentie. Veel burgers vinden dat de kiesdrempel omhoog moet.