Het is alweer twintig jaar geleden dat Tiësto bovenaan de lijst van populairste dj’s ter wereld stond. Een andere lijst voert hij nog wel aan: die van aantallen optredens in het buitenland. Met 121 optredens was Tiësto vorig jaar de Nederlandse artiest die met afstand het vaakst op een buitenlands podium stond.
Het is een van de resultaten van het onderzoek dat cultuurpromotiestichting Buma Cultuur jaarlijks laat uitvoeren over de opbrengst van Nederlandse muziek in het buitenland. Uit de maandag gepubliceerde editie blijkt dat Nederlandse muzikanten vorig jaar 198,1 miljoen euro in het buitenland hebben verdiend. Dat bedrag is hoger dan de 171,3 miljoen van 2021, maar nog niet zo hoog als het record van 216,5 miljoen in 2018.
Dance-optredens van artiesten als Tiësto zijn met 125,6 miljoen euro goed voor het grootste deel van de buitenlandse inkomsten. Andere optredens brachten 26,7 miljoen op, en de rest van de exportwaarde komt van rechten en opnames.
Het onderzoek richt zich elk jaar op ‘populaire muziek’, waar behalve pop ook genres als metal, opera en schlagers onder vallen. De meeste jazz, klassieke muziek en filmmuziek valt er juist weer buiten. Alles bij elkaar ging het om 10.746 optredens door 1.236 onderzochte artiesten.
Op de vijfde plek van frequente optreders, de hoogste band op de lijst, staat punkband Antillectual uit Nijmegen. Ze traden 88 keer op, maar dat betekent zeker niet dat ze evenveel geld verdienden als Tiësto, zegt Frank Helmink, directeur van Buma Cultuur. „Er zal een verschil van een paar nullen in zitten. Afgelopen jaar zijn ook markten als Saudi-Arabië en China weer opengegaan na de coronacrisis, daar willen ze alleen dj’s uit de wereldwijde top twintig. Ze betalen extreem goed.”
Onderscheidend vermogen
Wanneer wordt muziek succesvol in het buitenland? Helmink: „Nederland heeft veel goede bands, maar als je ze vergelijkt met soortgelijke bands in België of het Verenigd Koninkrijk is er weinig onderscheid in geluid. Het wordt pas groot in Duitsland als ze andere of betere muziek maken dan wat ze daar al hebben.”
De exportwaarde geeft volgens Helmink dus een indruk van de vernieuwing die Nederlandse musici in het buitenland brengen. „De Nederlandse elektronische muziek heeft daarin altijd vooropgelopen, maar ook subgenres als dat van Caro Emerald zijn uit Nederland gekomen.” Zij maakte geen dance, maar juist retropop.
„Het onderscheidend vermogen van Nederlandse muziek is vele malen groter dan in de jaren tachtig”, zegt Helmink. „Artiesten krijgen betere begeleiding, hun ambitie is groter. Ze gaan sneller een jaar naar Los Angeles om muziek te maken.”
Naar binnen gekeerd
Helmink zag de Nederlandse muziekwereld tijdens de pandemie naar binnen keren. „Mensen luisteren meer Nederlandse muziek, zalen boeken meer Nederlandse acts, en die acts verkopen ook nog eens twee à drie avonden op rij uit.”
Toch verwacht Helmink dat het record uit 2018 dit jaar wordt gebroken. Niet alleen vanwege veel-optreders als Tiësto, maar ook vanwege andere muzikanten. „Steeds meer Nederlandse componisten worden door internationale artiesten gevraagd om mee te schrijven. Als dat gaat vliegen, dan wordt het leuk.”
Lees ook
De 25 beste Nederlandse albums van 2023 volgens NRC