Peter Bosz laat een doodse stilte vallen in de kleedkamer van PSV. Zitten, mond houden en drinken, heeft hij net tegen zijn spelers gezegd. 1-2 staat het in de rust bij PSV – Ajax, eind oktober. PSV speelt onherkenbaar, geeft veel ruimte weg en is slordig in de opbouw. Verschrikkelijk vindt Bosz het vele balverlies.
Direct na de eerste helft duikt hij met zijn technische staf een kamertje in om nog wat beelden te bekijken. Ze moeten op een iets andere manier druk zetten op Ajax, analyseren ze. En ze gaan wisselen, willen meer power en loopvermogen op het middenveld. Als Bosz voor de groep gaat staan, doet hij iets wat hij geleerd heeft van Wim Jansen, zijn oude trainer bij Feyenoord.
Iedereen moet stil zijn. Wie dat niet is, krijgt het te horen. Hij wil dat de adrenaline zakt, zodat ze luisteren als hij zo de bespreking doet. Stil blijft het, zo’n twee minuten. Pas dan neemt Bosz het woord. Waar iedereen een donderpreek verwacht, doet hij dat bewust niet. Kalm blijven, denkt hij, heeft nu meer effect.
„Jij gaat eruit, jij gaat eruit”, knikt hij naar Joey Veerman en Malik Tillman. Hij brengt Ismael Saibari en Guus Til. Bosz zegt nog iets over de slordige passing, geeft een paar tactische aanwijzingen en na anderhalve minuut is zijn bespreking klaar. Hij weet: hoe korter de boodschap, hoe groter de kans dat die blijft hangen.
Wanneer het belletje klinkt dat de ploeg weer naar het veld moet, hoort Bosz hoe de spelers met elkaar bezig zijn. In het eerste kwartier na rust ziet hij nieuwe energie in zijn ploeg, als Ajax wordt weggeblazen. Vier keer scoort PSV in de tweede helft.
Het moment in de rust illustreert hoe Bosz is gegroeid als trainer. Waar hij in het verleden een analyse zou geven over wat er allemaal mis ging en welke afspraken niet worden nagekomen, stelt hij zich in bepaalde situaties nu strategischer op. Met een lange stilte als signaal aan zijn ploeg.
PSV wint die middag (5-2), zoals het de eerste seizoenshelft alle competitieduels winnend afsluit. Door een 3-1 zege op Excelsior, afgelopen zaterdag, evenaarde PSV een Eredivisierecord dat het zelf al in bezit had: ook in 1987-1988 won PSV de eerste zeventien competitieduels.
PSV-coach Peter Bosz (60) maakt misschien wel zijn beste periode door, in bijna een kwart eeuw als trainer. De eerste landstitel sinds 2018 lonkt voor PSV, wat de eerste voor Bosz op het hoogste niveau zou betekenen. Tussendoor werd, voor het eerst sinds 2015, de achtste finale van de Champions League bereikt. Een half jaar na Bosz’ eerste werkdag in Eindhoven domineert PSV, na wisselvallige seizoenen, de Nederlandse top. Ongekend snel – sneller dan de clubleiding verwachtte.
Welke persoonlijke ontwikkeling gaat schuil achter deze opmars? Hoe hebben zijn buitenlandse jaren Bosz verder gevormd? En wat kenmerkt de methode-Bosz?
Lees ook
een onderzoeksartikel over dubieuze Aziatische gokbedrijven die PSV en Ajax om hun vinger wisten te winden
Zijn opkomst
„Ik zie dat de meesten naar de bal kijken, probeer mij eens aan te kijken.” Het is begin jaren negentig als Peter Bosz met een donkere krullenbos boven een bal danst en de beste voetballertjes in de leeftijd van tien tot twaalf jaar uit Apeldoorn coacht. Hij doet voor hoe zij een tegenstander met buitenkant voet moeten passeren, is te zien in de documentaire Boszbal. „Niet met de binnenkant, anders loop je tegen hem aan.”
Het Apeldoorns pupillenelftal is zijn eerste klus als trainer, op een moment dat hij nog bij Feyenoord speelt. Bosz is een hardwerkende, slimme verdedigende middenvelder. Hoewel hij het Nederlands elftal haalt en in 1993 kampioen wordt met Feyenoord, vindt hij zichzelf niet goed genoeg voor de top: hij is niet snel, heeft geen bijzondere techniek, geen goede trap en koppen kan hij amper. Als coach zou hij de voetballer Peter Bosz nooit opstellen, zegt hij vaker.
De trainer Bosz krijgt al jong vorm. Op zijn zestiende, in de jeugd bij Vitesse, gaat hij naar de sportopleiding CIOS in Arnhem met het oog op een mogelijke trainerscarrière. De meeste van zijn trainers vond hij tijdens zijn loopbaan als speler niet goed. Vaak dacht hij: ik zou het anders aanpakken.
De kans om het zelf te doen komt snel. Als hij in november 1999 stopt met voetbal, begint hij een paar weken later bij de ambitieuze amateurclub AGOVV in zijn geboorteplaats Apeldoorn. Hoe hij precies moet opereren als trainer weet hij dan nog niet. Geïnspireerd door Johan Cruijff – van wie hij alles volgt – weet hij wel dat hij vol op de aanval wil spelen: met slechts drie verdedigers en een extra aanvaller. AGOVV wint veel die jaren, tot aan het algehele amateurkampioenschap in 2002 toe.
Paul van Zwam leert Bosz een jaar later kennen bij De Graafschap. Bosz als beginnend coach in de Eredivisie, Van Zwam als beginnend sportpsycholoog. Dat specialisme staat dan nog in de kinderschoenen, maar Bosz ziet wel heil in zijn hulp. Zijn ploeg zit ‘vast’, spelers missen vertrouwen, degradatie dreigt. „Hij wilde iets keren, een andere mindset teweegbrengen”, zegt Van Zwam. „Peter staat altijd open voor nieuwe dingen.”
Van Zwam krijgt de ruimte, heeft sessies met spelers en stafleden. Het kan niet voorkomen dat de club op doelsaldo – met liefst 84 goals tegen – direct degradeert bij de eerste schreden van Bosz in het profvoetbal.
Hij vertrekt. De ruwe diamant die hij in die jaren is als coach, wordt daarna bij Heracles Almelo geslepen. In assistent Hendrie Krüzen vindt hij een zielsverwant, iemand die zijn tekortkomingen opvult. Bosz is rationeel, waar Krüzen meer op emotie en gevoel gericht is. Die beweegt als tweede man makkelijker tussen de spelers, voelt persoonlijke verhoudingen goed aan – hoofdtrainer Bosz houdt juist meer afstand.
Langzaam maakt hij naam met zijn aanvallende speelstijl, zeker als hij in 2005 kampioen in de eerste divisie wordt met Heracles. „Hij leeft voetbal”, zegt Van Zwam, inmiddels vriend en vertrouweling van Bosz. „Hij is er maniakaal mee bezig, bereidt zich minutieus voor. Sommige coaches lopen dan communicatief vast, omdat er zoveel in je hoofd zit dat je het niet meer kan processen. Hij kan het goed overbrengen.”
Samen met Cruijff
„Wat ben je van plan?”, vraagt Johan Cruijff eind 2015 aan zijn zoon Jordi. De toenmalig technisch directeur van Maccabi Tel Aviv zoekt een nieuwe trainer en volgt Bosz al een tijdje. Die heeft dan veel ervaring opgedaan, bij Feyenoord (als technisch manager), twee keer Heracles en Vitesse, waar hij op dat moment zit. Bosz binnenhalen zal lastig worden, zegt zijn vader. Jordi Cruijff, nu: „Alleen maar omdat mijn vader dat zei raakte ik extra gemotiveerd. Ik ging er honderd procent voor.”
Bosz twijfelt, de Israëlische competitie is niet per se een stap hogerop. Toch lukt het Cruijff om hem vast te leggen, na een paar uur samen in de zon op een terras in Tel Aviv. „Ik vond hem makkelijk in de samenwerking”, zegt Cruijff. „Hij heeft geen groot ego, is open minded om andere meningen te horen. Hij vroeg soms aan mij: Jordi, wat zou jouw tactisch plan zijn voor deze wedstrijd?”
Bosz is opgewonden wanneer Cruijff bijna achteloos vertelt dat zijn ouders op bezoek komen in Tel Aviv, begin maart 2016. „Dus je vader komt?”, vraagt Bosz. Een week lang zit Johan Cruijff bij trainingen te kijken. Spelers, oefenvormen, tactiek – het gaat bijna alleen over voetbal. Bosz geniet ervan, zo dicht bij Cruijff senior. De laatste bewegende beelden van Johan Cruijff, die later die maand overlijdt, zijn met zijn zoon en Bosz op een bankje langs de kant van het trainingsveld.
Lees ook
de speelstijl en ideeën van Johan Cruijff
Kort erop tekent Bosz bij Ajax, dat in hem een voorloper ziet in dynamisch, modern voetbal. Spelers en fans zijn enthousiast over het voetbal en zijn werkwijze, maar achter de schermen rommelt het. Al snel, in november 2016, neemt Bosz contact op met Van Zwam. Die helpt hem vaker bij clubs, zoals eerder bij Feyenoord voor de mentale begeleiding van spelers en trainers.
Bosz en zijn onafscheidelijke assistent Krüzen hebben Van Zwam ook nu nodig, in een rol „als klankbord”. Er is een moeizame samenwerking in de staf, die verder bestaat uit onder anderen assistent Dennis Bergkamp. Van Zwam spreekt regelmatig met de twee af, buiten de club, ergens in het midden van het land.
Door de stroeve samenwerking in de technische staf – wat er precies is gebeurd, is nooit helemaal duidelijk geworden – besluit Bosz meer de regie te nemen richting de selectie. „Peter heeft een hoge tolerantiegrens, accepteert veel”, zegt Van Zwam. „Maar als hij op een gegeven moment ziet dat het ten koste gaat van zijn elftal, maakt hij een keuze: nu doe ik het zo, ik ga meer zelf doen. En dan keert hij ook niet meer om.”
De fricties en het gebrek aan steun vanuit de clubleiding voor Bosz om veranderingen door te voeren in zijn staf, spelen een belangrijke rol bij zijn vertrek. Juni 2017 stapt hij over naar Borussia Dortmund.
Dat na een seizoen waarin hij Ajax Europees weer aanzien gaf, een spectaculaire campagne leidde tot de Europa League-finale. Dat hij met zijn offensieve speelwijze voor het eerst in de top kon overtuigen gaf Bosz veel vertrouwen, denkt Van Zwam. „Dat is zo belangrijk, je eigen handtekening kunnen zetten.”
Maar wat is die signatuur precies?
Anticipatie
Bosz houdt de bal onder zijn zwart-witte, leren Copa Mundial – de klassieker onder de voetbalschoenen. Het is begin januari van dit jaar, het trainingskamp van PSV in het Spaanse Estepona. De omgeving rond het veld is in feite een grote bouwplaats, vracht- en cementwagens rijden af en aan, overal steken kranen de lucht in. Te midden van dat alles straalt Bosz rust uit. Observerend, armen over elkaar, ogen constant op de bal.
Bij een partijspel met drie ploegen in een kleine ruimte spat de energie ervan af. Snel passen, dan weer de bal heroveren. Onder hoge druk, steeds omschakelen. „Door, door, door”, klinkt het fel. „Je moet niet praten, maar lopen”, roept Bosz.
Dit soort oefeningen zijn van belang bij het slijpen van zijn speelwijze. „Bij mij is alleen winnen niet voldoende”, zei Bosz in maart in een online masterclass voor vakblad De Voetbaltrainer – nog voor hij begon bij PSV. Winnen wil hij op zo’n aantrekkelijke manier doen dat er nog dagen over wordt gepraat. Dat betekent: „Een ploeg die dominant is in balbezit, die met veel agressie speelt, die met lef en durf speelt, met spelers die wanneer ze de bal kwijt zijn gelijk druk op de bal zetten. Dus met heel veel intensiteit.”
Anticipatie is cruciaal. Bosz wil dat zijn spelers na balverlies direct de tegenstander afjagen en binnen maximaal vijf seconden de bal weer heroveren. Om dat goed uit te voeren kun je geen teleurstelling laten blijken, vertelt hij in de cursus. „De spelers die dat doen, laten het moment al liggen. Het moet in je hoofd zitten: dat je meteen schakelt.”
Doe je dat goed, dan voorkom je dat je onnodig veel achter de bal aan moet lopen. Hier heeft hij „voetbalintelligente spelers” voor nodig. Die kunnen zijn ideeën het snelste omzetten in wat hij wil.
De „beste” die hij op dat vlak meemaakte, was middenvelder Davy Pröpper bij Vitesse, waar Bosz tussen 2013 en 2016 werkte. Pröpper was niet bijzonder snel, zegt Bosz. „Maar hij veroverde veel ballen, puur omdat hij anticipeerde. Vaak was hij al onderweg als een tegenstander nog de bal had, maar dan zag hij al dat die ingesloten werd, of dat het een moeilijke aanname zou worden.” De brand blussen voor er brand is, noemen ze dat in zijn staf.
Pröpper kwam destijds uit een lastige periode, eerder zagen trainers het niet zo in hem zitten. De tactiek van Bosz sloot „perfect” aan op zijn kwaliteiten, zegt hij. „We konden teams zo onder druk zetten dat ze er lastig onderuit kwamen. Daar krijg je zoveel zelfvertrouwen van, dat vraagt zijn speelwijze ook wel.” Twee seizoenen onder Bosz lanceerden zijn carrière: Pröpper maakte een transfer naar PSV.
Als Bosz wedstrijdbeelden terugkijkt wil hij na balverlies zien dat het rood-wit van PSV „en masse het veld verkleint richting bal”, zegt Terry Peters, een fysieke trainer die al jaren met Bosz samenwerkt, ook dit seizoen bij PSV. „En als die veroverd is, gaan ze als een zwerm bijen weer uit elkaar, om het veld groot te maken. Bij balverlies: weer in elkaar. Die dynamiek wil hij.”
Peters ontwikkelde met Bosz een methode waarbij ze belangrijke kenmerken van zijn speelwijze in data omzetten. Zo meten zij hoe snel (of langzaam) een speler anticipeert. Peters: „Als we bij Vitesse de bal verloren, zag je ook in de data dat Pröpper al een aantal meter onderweg was, waar de rest nog aan het kijken was wat er nou exact ging gebeuren.” Bij PSV werkt Bosz met Joey Veerman om de één of twee seconden teleurstelling na balverlies eruit te krijgen.
Peters en Bosz ontwikkelen ook metingen voor ‘diepteloopacties’: korte aanvallende sprints op hoge snelheid. Bosz eist van vooral zijn aanvallers dat zij – zonder bal – veel sprintacties achter de verdedigingslinie maken, waardoor zij ruimte en (en daarmee gevaar) creëren. Vanaf het begin werkt Bosz hier bij PSV aan met rechtsbuiten Johan Bakayoko – die wilde de bal te vaak in stilstand aannemen.
Voor iedere speler wordt bij trainingen een norm bepaald voor de fysieke waarden. „Je kan niet denken: vandaag doe ik even een paar meter minder, dan zien we dat in de data en corrigeren we daarop”, zegt Peters. „Daarin is Peter superfel.”
Bosz is meer gaan eisen, merkte Peters afgelopen jaren in hun periodes bij Bayer Leverkusen (2018-2021) en Olympique Lyon (2021-2022). Waar hij voorheen misschien wat „idealistischer” was en zich voornamelijk richtte op de kwaliteiten van een speler, zag Peters in het buitenland dat Bosz een coach werd die zich eveneens bezighoudt met het vormen van gedrag.
„Hij is niet alleen nog de romanticus Peter Bosz die zegt: die speler kan zo verschrikkelijk goed voetballen, zijn techniek, aanname en inzicht zijn zo goed, dat komt wel goed deze wedstrijd”, zegt Peters. „Het is nu puur: wat je levert is wat je waard bent. En niet meer wat iemand in potentie zou kunnen.”
Bosz als trainer van Bayer Leverkusen en als trainer van Olympique Lyon.
Foto’s: Marcel van Hoorn/ANP, Foto Jose Coelho/EPA
Hij is daarin hiërarchischer geworden, confronteert spelers als ze niet leveren zoals verwacht, zegt Peters. „Die boodschap is hij veel harder gaan verpakken. Ik zie nu niet alleen de trainer met het hele goede verhaal, maar ook de leider die een speler afrekent als het slecht is en je optilt als het goed is.”
Die les heeft hij volgens Peters vooral in Frankrijk geleerd.
Rode wijn
Even kennismaken bij een goed glas wijn, dat lijkt hem een goed idee. Bosz is in 2021 nieuw in de Franse competitie en nodigt na ieder thuisduel de coach van de tegenstander uit in zijn kantoortje in het stadion van Olympique Lyon. Er is iets opvallends in die gesprekken. Bosz hoeft er niet eens naar te vragen, ze beginnen er allemaal spontaan over, in bijna dezelfde bewoordingen: „Die Franse spelers, lastig om die in beweging te krijgen hè?”
Bosz kan alleen maar knikken. Al op de eerste training bij Lyon krijgt hij ermee te maken, vertelt hij nu terugblikkend in gesprek met NRC. De technisch vaardige middenvelder Houssem Aouar is er niet die dag in Lyon. „Waar is hij?”, vraagt Bosz aan personeel op de club. Niemand die het weet, niemand die hem te pakken krijgt. Na veel gedoe komt Aouar toch. Die zegt tegen Bosz dat hij nog niet fit is – daarom kwam hij niet. „Dat zegt veel over de macht die de spelers daar hadden.”
Het is niet het enige incident. Een groep jongere, Franse spelers bepaalde volgens Bosz de hiërarchie na het vertrek van de Braziliaanse technisch directeur Juninho. Een zeventienjarige speler liep naar een groepje Braziliaanse ploeggenoten. „Die zei: nou ben ik benieuwd of jullie nog gaan spelen, nu hij er niet meer is. De verkeerde jongens namen het heft in handen.”
Ander probleem is dat ze spelers niet meekrijgen in de intensiteit van trainingen. Peters merkt dat ze drukker zijn met het „in beweging krijgen” van de selectie dan dat ze zich kunnen richten op het ontwikkelen van de speelwijze. „Voor je gevoel was je continu in strijd met een aantal spelers.”
Het ging eigenlijk al eerder mis – Bosz moest vanaf het begin navigeren in de mist. Hij stapte razendsnel in, toen Lyon zich mei 2021 bij hem meldde. Hij had weinig zicht op de selectie en kende de Franse competitie nauwelijks, ondanks zijn jaren als speler bij Toulon. Pas op het veld zag hij dat het elftal minder goed was dan hij dacht. Het is een opvallend verschil met hoe hij afgelopen zomer binnenkwam bij PSV: daar nam hij aanzienlijk langer de tijd om zich te verdiepen in de club, selectie en mogelijke versterkingen.
Met behulp van sportpsycholoog Van Zwam besluit hij met zijn staf de strategie te veranderen bij Lyon. Ze gaan directiever communiceren, geven niet langer een toelichting bij hun keuzes. „Peter heeft daar geleerd: je hoeft niet altijd alles uit te leggen”, zegt Peters. „In de kleedkamer zat een aantal straatschoffies die alleen wilde horen of ze zouden spelen.”
Het is te laat. Hij krijgt ze niet meer mee. De resultaten vallen tegen, Bosz wordt na bijna anderhalf jaar ontslagen. Uitgeput is hij. Zijn derde ontslag op rij in het buitenland, deze valt het zwaarst. „De eerste twee maanden ben ik gewoon ziek geweest. Echt ziek”, zegt hij maanden later in de masterclass.
De Franse periode staat in contrast met zijn jaren daarvoor, bij Bayer Leverkusen. Daar wordt wel op volle intensiteit getraind en slaat zijn aanvallende spel aan. „We wilden hem eigenlijk al eerder naar Leverkusen halen”, zegt toenmalig technisch directeur Rudi Völler nu. „We hadden ook al eerder contact, maar toen koos hij helaas voor Borussia Dortmund.” Als hij daar al na 163 dagen wordt ontslagen, komt het er in december 2018 alsnog van.
Völler was bekend met de „twijfels” die er in Nederland bestonden over Bosz – critici noemden hem hier in defensief opzicht soms naïef. „Ik bewonder in Bosz dat hij niet afwijkt van zijn ideeën over speel- en trainingswijze. Hij kan dan koppig zijn, en dat is ook zijn goed recht. Ook als hij een paar keer verliest houdt hij vast aan zijn overtuigingen.”
Ze beleefden in Leverkusen een „fantastische tijd” met hem, zegt Völler. „Door zijn agressieve speelwijze, het vroege druk zetten. Dat was top.” Bij een 5-1 zege in Mainz had Leverkusen op een gegeven moment 4,5 minuut lang de bal, vertelt staflid Marcel Daum. „88 balaanrakingen. Ik zat op de bank en zei tegen Hendrie Krüzen: dit lijkt FC Barcelona wel.”
Maar begin 2021 – na een sterke eerste seizoenshelft – vallen de resultaten opeens ver terug. Blessures en tegenstanders die zich aanpasten, hadden hier volgens Daum mee te maken. „We kwamen in een negatieve flow, konden er maar niet uitkomen. We probeerden van alles, maar het lukte niet”, zegt Daum. Bosz bleef rustig’, zegt hij. „Hij probeerde een paar dingen aan te passen, maar over het algemeen bleef hij bij zijn ideeën.”
Bosz krijgt soms kritiek dat hij niet flexibel is en geen ‘plan-B’ heeft in wedstrijden – zoals klonk na de verloren Europa League-finale met Ajax tegen Manchester United. Onzin, vindt Bosz dat soort geluiden. Recentelijk won hij met PSV met een ander tactisch plan dan hij normaal gesproken hanteert – lange ballen naar voren, in plaats van door verzorgd aanvallend spel – van Lens in de Champions League.
Bosz wordt thuis bij Völler ontslagen. Een enorme teleurstelling voor de coach, die op meer krediet had gerekend. Ze konden niet anders, zegt Völler. „We moesten iets veranderen om het tij te keren.” Ze hebben nog wel contact. Als PSV in maart in Dortmund speelt in de Champions League, hoopt hij een glas rode wijn met hem te kunnen drinken. En een goede sigaar te roken.