250ste verjaardagCaspar David Friedrich
Dit jaar zou hij 250 jaar worden: Caspar David Friedrich (1774-1840), de Duitse schilder van het beroemde De wandelaar boven de nevelen (ca. 1817). Het schilderij, waar een man met een hooghartige rug op een rots staat en in de verte tuurt naar bergen en wolken, werd het standaardbeeld van de Duitse Romantiek.
Dat was vroeger wel anders: Friedrich stierf in 1840 in armoede en rond 1900 was hij een soort obscure schilder. Hitler bombardeerde hem tot een van zijn favoriete schilders. Weinig is echter zo slecht voor je canonieke waarde als de omarming van je werk door Hitler, dus na de Tweede Wereldoorlog was Friedrichs werk niet iets waar musea mee pronkten. Pas in de jaren zeventig werd hij weer wat gewaardeerd, en inmiddels zijn de Duitsers helemaal gek op hem. In Berlijn, Dresden, Hamburg, Weimar en zijn geboorteplaats Greifswald staan er vele exposities op stapel en zijn er fietsroutes uitgezet langs somber, groots landschap.
100 jaarRietveld Schröder Huis
Nergens in Nederland is de revolutie die een eeuw geleden plaatsvond in de architectuur beter te zien dan in de Prins Hendriklaan in Utrecht. Op nummer 50, helemaal aan het einde van de laan vol onopvallende bakstenen huizen, schreeuwt het Rietveld-Schröderhuis je plotseling toe dat het in opstand is gekomen tegen de traditionele Nederlandse woningarchitectuur. De gevels en het platte dak van het revolutionaire huis dat tegen het brave, burgerlijke, bakstenen buurhuis is aangebouwd, zijn niet meer dan vlakke, witte en grijze platen die van beton lijken.
Rem Koolhaas, Nederlands beroemdste architect, noemde het Rietveld-Schröderhuis eens laatdunkend ‘een gesublimeerde zigeunerwagen vol bedoelingen en bedoelinkjes’. Hier zit wel iets in. Opstaan en naar bed gaan ging in het huis gepaard met veel gehannes met schuifwanden en luiken – handelingen die nauwelijks onderdoen voor het opzetten en afbreken van een tent. En ook omdat Rietveld-meubels, zoals als de beroemde rood-blauwe stoel, nog veel slechter zitten dan de goedkoopste campingstoelen, had het wonen in het Rietveld-Schröderhuis veel weg van kamperen.
Lees ook
Wonen in dit baanbrekende huis had veel weg van kamperen
100 jaarLucebert
‘ik ben geen lieflijke dichter/ ik ben de schielijke oplichter/ der liefde’ dichtte Lucebert over zichzelf. In 2024 is het honderd jaar geleden dat Lucebert (1924-1994) werd geboren. Een multitalent en een man met vele gezichten: vernieuwer van de poëzie, keizer van de Vijftigers, als schilder voorman van Cobra. En hij was fotograaf: vorig jaar opende in het Fotomuseum Den Haag een tentoonstelling waarin we zien dat hij collega’s fotografeerde, een circus, maar vooral ook: gewone mensen (nog te zien tot 7 april 2024).
Het Stedelijk Museum Alkmaar komt met een forse overzichtstentoonstelling: 100x Lucebert, waar behalve kunst ook archiefmateriaal te zien zal zijn. Er is ook aandacht voor de huidige betekenis van Lucebert, via werk van Michael Tedja (1971). Deze schrijver/kunstenaar werkte enkele maanden in het Luceberthuis in Bergen, en maakte daar Het diagonale Instituut, een serie werken en een roman, waarin hij reageert op zowel het beeldende werk alsook de ‘status als cultureel icoon’ van Lucebert.
100 jaarFilmstudio MGM
Het logo met de brullende leeuw is misschien wel het bekendste van alle filmstudio’s, met daaronder het motto ‘ars gratia artis’ (kunst ter wille van de kunst). Het logo met mascotte ‘Leo the Lion’ is dat van MGM (Metro-Goldwyn-Mayer), de befaamde Hollywoodstudio die in april 2024 zijn honderdste verjaardag viert. De studio heeft een illuster verleden en promootte zichzelf jarenlang met de slogan dat ze meer sterren had dan aan de hemel staan, onder wie beroemdheden als Greta Garbo, Joan Crawford en Clark Gable.
Van dat glorieuze verleden, met prestigieuze films als Gone With the Wind, The Wizard of Oz en Singin’ in the Rain, is door mismanagement weinig meer over. Misschien keert het tij, nu Amazon de studio heeft opgekocht, met de James Bond-franchise als melkkoe. Via streamingdienst Prime Video kun je je abonneren op MGM+: de plek om de vele MGM-klassiekers (terug) te kijken. Wel jammer dat Leo the Lion vervangen is door een exemplaar uit de computer.
200 jaarAnton Bruckner
Op 4 september is het de 200ste verjaardag van de devoot gelovige, sober geklede, eeuwig twijfelende componist en organist Anton Bruckner (1824-1896). Hij componeerde meerdere monumentale religieuze werken, waaronder het bekende ‘Te Deum’, en symfonieën, die hij eindeloos bijschaafde om aan allerlei tegengestelde adviezen van ‘raadgevers’ te voldoen. Daardoor bestaan er van veel symfonieën meerdere versies.
Het Concertgebouworkest is in december begonnen met een volledige Bruckner-cyclus. Dit en volgend seizoen spelen ze zijn negen symfonieën. 19 januari klinkt bijvoorbeeld zijn Zevende in Amsterdam. Info: kco.nl
150 jaarArnold Schönberg
Vijftig jaar en negen dagen na Bruckner werd componist Arnold Schönberg (1874-1951) geboren, die dit jaar dus zijn 150ste verjaardag viert. Schönberg is bekend omdat hij als een van de eersten atonaal begon te componeren: niet volgens de in eeuwen gevormde traditionele regels van de harmonieleer, maar ten alle tijden alle twaalf tonen gebruikend (twaalftoonstechniek, of dodecafonie). Daarmee ontkurkte hij een fles waaruit vele muziekvernieuwende componisten na hem zouden drinken. Zijn dissonante muziek staat niet bekend als zalenvuller (onterecht natuurlijk), maar hopelijk wordt zijn verjaardag in het volgende concertseizoen toch gevierd met wat uitvoeringen. Het is weer het Concertgebouworkest dat alvast voorsorteert: 1, 2 en 4 februari spelen zij zijn grootse Gurre-Lieder. Info: kco.nl
100 jaarJohnny Jordaan
Als aartsvader van het Jordaan-belcanto stond Johnny Jordaan (1924- 1989) aan de wieg van het genre dat nog steeds met veel succes wordt beoefend door de ene populaire volkszanger na de andere – al of niet op een plein vol meezingend publiek. Die navolgers zullen wellicht vaker André Hazes als hun grote voorbeeld noemen, al was het maar omdat de Jordaan van nu allang niet meer de Jordaan van vroeger is. Maar ook de prille Hazes keek destijds huizenhoog op tegen de man die zijn geboortenaam (Jan van Muscher) had verruild voor de veel lekker bekkende artiestennaam Johnny Jordaan.
Grootse festiviteiten worden aan zijn honderdste geboortedag niet gewijd, maar wel staat het Boom Chicago-theater in Amsterdam twee avonden (7 en 8 februari) in het teken van Johnny Jordaan (7 februari is zijn geboortedag). Het muzikale gezelschap De Porders belooft de klassieke succesnummers te laten horen in ska- en rocksteady-arrangementen, met zang van Paul van Musscher. Ja, een achterneef.
100 jaarCharles Aznavour
Een plaquette en een buste heeft Parijs al aan Charles Aznavour (1924-2018) gewijd, maar nu komt er ook een tuin. Het perkje dat vroeger Carré Ledoyen heette, aan de rand van de Champs-Elysées, wordt dezer dagen heringericht en krijgt dit voorjaar de naam van de grote chansonnier. En bovendien is op 25 mei, drie dagen na zijn honderdste geboortedag op 22 mei, een biografisch muziekspektakel over Aznavour te zien, in het schilderachtige artdeco-theater Le Grand Rex in Parijs – onder de titel Formidable!. Men is van plan dat weekend ook een touringcar vanuit Nederland te laten rijden om het spektakel bij te wonen. Een show met internationale allure dus, die al op 13 januari in première gaat in de Town Hall in New York. En intussen wordt er ook gewerkt aan een bio-film, met de Franse acteur Tahar Rahim in de hoofdrol. Maar die komt waarschijnlijk pas dit najaar.
100 jaarJules de Corte
Toen de term singer-songwriter in Nederland nog lang niet gemeengoed was geworden, hadden we er al een op hoog niveau. Hij heette Jules de Corte (1924-1996) en zong liedjes van eigen makelij, die hem vooral in de jaren vijftig, zestig en zeventig tot een unieke kleinkunstenaar maakten. Geestig en gevoelig, aanvankelijk licht filosofisch, maar later ook sarcastisch, naarmate zijn betrokkenheid bij de buitenwereld de overhand kreeg. ‘Ons land is haast op elk terrein versplinterd en gespleten / maar dadde me toffe jongens zijn dat wille me wete,’ zong hij.
De VVV van Deurne, waar De Corte werd geboren, belooft dat er in maart bij zijn honderdste geboortedag zal worden stilgestaan, maar weet nog geen nadere bijzonderheden te melden. Wel is bekend dat Ernst de Corte, zoon van de dichter-zanger, dit voorjaar een kleine tournee maakt met een theaterprogramma waarin hij liedjes van zijn vader zingt.
100 jaarHerman Heijermans
Zijn klassieker Op hoop van zegen (uit 1900) wordt nog met enig regelmaat gespeeld. Momenteel loopt nog de versie van theatercollectief Dood Paard, verrassend genoeg met de integrale, oorspronkelijke tekst. „Na een ietwat stroef begin, waarin het even wennen is aan het verouderde, volkse taalgebruik, grijpt het stuk je bij de kladden en laat het je niet meer los”, stelde NRC vast.
De zin „De vis wordt duur betaald”, uit deze tekst is de beroemdste toneelregel uit de Nederlandse literatuur. Maar welke groep gaat weer eens op zoek naar een ander stuk van Herman Heijermans (1864-1924), die tijdens zijn leven vergeefs jacht maakte op succes? Terwijl hij toch, volgens zijn biograaf, „meer dan welke leider van het socialisme ook de dromen van het volk had verwoord, de dromen van verlossing uit de pijn van het bestaan.” De ‘dromen van het volk’ verwoord’: hoe actueel klinkt dat wel niet?
In 1965 gaf Van Oorschot zijn toneelwerken uit in drie delen dundruk. In zijn inleiding schreef Simon Carmiggelt toen dat Heijermans’ beste stukken „nog springlevend” waren. Tijd om dat weer eens te checken.
100 jaarSarah Vaughan
Honderd zou ‘Sassy’ of ‘The Divine One’ nu worden. Jazzvocaliste Sarah Vaughan (1924-1990) tilde met zangeressen Billie Holiday en Ella Fitzgerald de jazz-zang op en bracht die verder. Fenomenaal was het hoe ze haar stem onder controle had. Ze gleed door de noten (glissando’s), kon ze ineens ‘droppen’ van hoog naar heel laag en bracht tal van versieringen en variaties aan in melodieën.
Het zal dit jaar beslist hommages regenen; van de Sarah Vaughan International Jazz Vocal Competition tot speciale concerten met haar liedjes – haar oeuvre wordt door velen bestudeerd. Zoals de scatsong ‘Lullaby of Birdland’ uit 1954, de bekende Sondheim-tearjerker ‘Send in the Clowns’ die Vaughan ooit opnam met het Count Basie-orkest, de hoge noten in ‘Tenderly’, het bloedmooie ‘Misty’ of het sensuele ‘Speak Low’. Twee keer (1954 en ’58) betoverde Vaughan bij nachtconcerten in Het Concertgebouw in Amsterdam.