Femke Halsema pleitte onlangs in The Guardian voor het legaliseren van drugs en het maken van nieuwe, internationale afspraken omtrent drugsbeleid. Doen we dat niet, dan loopt Nederland risico een „narcostaat” te worden, schrijft zij. Waar de illegale drugshandel vroeger weinig impact had op ons dagelijks leven, is dat nu heel anders, stelt de burgemeester van Amsterdam.
Natuurlijk heeft Halsema gelijk. De wereldwijde war on drugs is een faliekante mislukking gebleken. Als je legaliseert moet dat in internationaal verband, anders is het dweilen met de kraan open. En nieuwe maatregelen moeten focussen op preventie en gezondheid in plaats van op strenger straffen. Dat is bewezen effectiever. Halsema’s argumenten snijden hout maar zijn ook open deuren. Stellen dat de drugshandel ons dagelijks leven een paar jaar geleden nog niet raakte, hangt volledig af van je definitie van ‘ons’.
Een dag nadat The Guardian Halsema’s betoog plaatste, betrapte de politie voor de vierde nacht op rij mensen die containers met cocaïne leeghaalden in de haven van Rotterdam. Negentien in totaal, zes daarvan minderjarig. De jongste was 14. Het aantal uithalers groeit snel: in de eerste helft van 2023 werden er 271 opgepakt, tegenover 251 in heel 2022.
Steeds jonger
Afzwaaiend burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb maakte zich hard voor het strenger aanpakken van uithalers. Dat resulteerde in een wet die ervoor zorgt dat uithalers die voor een tweede keer betrapt worden, tot twee jaar gevangenisstraf krijgen. Ook als er slechts de verdenking van uithalen is. Het past bij het law and order-beleid waar Aboutaleb bekend om staat. De wet schrikt blijkbaar niet af, maar werkt averechts: uithalers worden steeds jonger, omdat ronselaars op zoek gaan naar jongeren die nog niet eerder gepakt zijn. In de eerste helft van 2023 was 63 procent van de betrapte uithalers onder de 23 jaar, 90 procent van hen deed het voor het eerst. En niet alleen onder de uithalers is de gemiddelde leeftijd laag: afgelopen zondag werden er twee verdachten van 14 en 21 jaar aangehouden in verband met een drugsgerelateerde explosie in Rotterdam. De zoveelste: nummer 622 in 2023, bijna drie keer zoveel als in 2022.
Er is veel meer nodig dan enkel drugs legaliseren. We moeten een mentaliteitsverandering doormaken. De maatschappij moet deze jongeren niet als daders zien, maar als slachtoffer. Als hulpbehoevend, en bovenal, als deel van ‘ons’, van de maatschappij. Als je door die bril kijkt, zie je dat illegale drugshandel ons dagelijks leven al veel langer raakt. Dan zie je dat het de maatschappij zelf is, die cocaïne uit containers haalt en honderden explosieven plaatst.
Dan zie je dat Rotterdamse ‘focuswijken’ als Feijenoord, Charlois en Delfshaven wemelen van jongeren wier ouders gedupeerd zijn door het Toeslagenschandaal en wier schoolklassen overvol zitten omdat er te weinig leraren zijn. Dan zie je jongeren die zonder ontbijt naar school gaan, hun slaapkamer delen met broertjes en zusjes en wier moeder drie baantjes heeft om rond te komen. Dan zie je jongeren die tien uur per dag op sociale media als TikTok, Telegram en Snapchat doorbrengen en allemaal wel iemand kennen die met messengeweld in aanraking is gekomen. Dan zie je bovendien dat het overgrote deel van die jongeren niet in de criminaliteit belandt.
En dan zie je ook dat het kleine groepje dat wel afglijdt, slachtoffer is van cynische ronseling. Criminelen hebben iets nieuws gevonden: ze maken eersteklassers verslaafd aan sigaretten, vapes, en alcohol – spul dat de kinderen zelf niet kunnen kopen. Ze beginnen klein: of het kind in ruil voor een paar sigaretten even een tas naar een auto om de hoek wil brengen. Niks aan de hand, denkt het kind. Hij krijgt bovendien complimenten van de criminelen en de positieve bevestiging die hij van de maatschappij niet krijgt. Maar de volgende keer moet de tas naar een andere wijk, voor een paar tientjes. Het kind is nu afhankelijk geworden van en staat in de schulden bij de criminelen. Voor een paar honderd euro een avondje de haven in, lijkt dan opeens logisch. Naar wie kan het kind nog toe? Niet naar de politie (‘snitches get stitches’) noch naar zijn ouders, want die wil het niet teleurstellen.
Buurthuizen
Voor deze jongeren was Aboutaleb een strenge burgervader. Ooit vroeg hij op een bijeenkomst in een van de weinige buurthuizen die er nog zijn, wat ze van hem nodig hadden. Een goedbedoelde, oprechte vraag, ware het niet dat hij zei dat ze „nu niet moesten vragen om meer buurthuizen”. Toch hadden ze juist dat nodig, zeiden de jongeren. Een plek waar ze samen konden chillen, onder één dak. Waar ze zich veilig voelden.
Jongerenwerkers zijn van cruciaal belang in de strijd tegen ondermijning door illegale drugshandel. Zij komen vaak zelf uit de wijken waar ze gestationeerd zijn. Zij kennen zowel de criminelen als de kinderen, en vaak ook nog hun beide ouders. Jongerenwerkers zijn de perfecte schakel tussen kinderen, politie en ouders. Naar hen kunnen ze wel toe. Via Snapchat of in het echt, tijdens kantooruren of diep in de nacht. Het is ontroerend om te zien hoe de jongerenwerkers van Rotterdam met ‘hun’ jongeren omgaan.
Als je drugs legaliseert in Nederland zonder internationale afspraken, verandert er voor de kinderen uit Rotterdam weinig. Door het waterbedeffect (hier legaal inkopen en over de grens illegaal verkopen) zullen jongeren geronseld blijven worden. Als de kraan dan toch openblijft, laten we ons dan vooral richten op de vraag hoe we ervoor zorgen dat de maatschappij niet nog crimineler wordt.
Voor een verhardende samenleving is een zachte hand geboden. Investeer daarom in de kwaliteit van leven en het mentale welzijn van jongeren in ‘focuswijken’. Investeer meer in onderwijs, sport en spel. Investeer meer in buurthuizen en jongerenwerkorganisaties als Jongerenwerk op Zuid (JOZ) en Urban Skillsz. Het wordt een cruciale taak voor de nieuwe burgemeester van de grootste havenstad van Europa, om de jongeren te gaan zien als ‘ons’.
Lees ook
Het verbieden van drugs heeft gefaald, reguleer het veilig gebruik