Column | Vooruitkijken naar cultuurjaar 2024: wat de kunsten ons vertellen

Bedachtzaam kijken ze me aan, de mummie-portretten in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Tijdloos, zonder oordeel. De dikke zwarte wimpers doen me aan die van mijn dochters denken (veel mascara is in), de vlassige snorretjes van de jongemannen aan de jongens op het plein om de hoek. „Heden en verleden zijn verweven”, beaamt de tentoonstellingstekst.

Portret van een vrouw, 150–200 na Chr. Hout met encaustische beschildering.
Foto Georges Poncet / Musée du Louvre, Parijs

Onbewust kringelt de Derde symfonie van Mahler mijn gedachten in. En ik weet: vaak zegt dat mij iets, zo’n muzikale associatie. „De hele natuur heeft daarin een stem en vertelt iets dat diep geheim is – en dat je alleen soms in je de dromen voorvoelt”, schreef Mahler in een brief. Hij gaf de delen van de symfonie werktitels – die later weer werden afgevoerd als de steigers voor een afgebouwd huis. ‘Wat de bloemen in de wei mij vertellen’, was zo’n titel. En wat de dieren in het woud vertellen, en de mensen, en de engelen, en de liefde natuurlijk.

Maar wat vertellen mij dan de mummies?

Dat kunst je een reiziger laat zijn. Door tijden, culturen, gedachtewerelden. Als je eigen wereld je even niet bevalt of verveelt of zelfs beangstigt, zijn er altijd andere tijden en culturen en hoofden om in rond te dwalen. Zo start ik het grijze nieuwe jaar jolig met de sappige kleurenfilmversie (1972) van Strauss’ operette Die Fledermaus uit 1874 en neem me voor wat one-liners uit het libretto uit mijn hoofd te leren. „Glücklich ist / wer vergisst / was nicht mehr zu ändern ist.”

Hmm, ja, zou het? Terwijl op het Hilversumse landgoed De Zwaluwenberg de politieke toekomst contour krijgt, ontwaakt ook de zorg voor de toekomst van cultuur. Hoe bescherm je kunst tegen bezuinigingen? Onderstreep je de maatschappelijke waarde? Hamer je op de omvang van het beroepsveld, op de bijdrage aan het Bruto Nationaal Product (ca. 3,5 procent) of het maatschappelijk draagvlak, zoals genoemd door het Sociaal Cultureel Planbureau?

Dat berekende recent dat de overgrote meerderheid van de bevolking – circa 85 procent – „tamelijk of sterk in een of meer kunstvormen geïnteresseerd is”. Het meest in film (bijna twee derde), popmuziek (ruim de helft) en cabaret (een derde). Van de ‘hoge’ of gecanoniseerde kunstvormen (klassieke muziek, moderne dans, klassiek ballet en toneel) is klassieke muziek het meest geliefd (een vijfde).

Het zijn geruststellende cijfers. Maar toen de NRC-cultuurredactie de hoogtepunten van komend half jaar besprak, is het Bruto Nationaal Product niet ter sprake gekomen.

De jonge talenten, concerten, voorstellingen, films en exposities die we hier tippen, kozen we omdat we verwachten dat ze deuren openen, perspectieven verbreden, gesprekken aanzwengelen of sluizen openzetten naar al die emoties – ergernis, ontroering, verwondering – waaraan je tussen je werken, zorgen, slapen en de rest even niet was toegekomen.

Dat was wat de mummies mij vertelden. Wij wensen u een rijk cultuurjaar.

Mischa Spel

Chef cultuurredactie