Erger dan Hitler. Het zal je maar gezegd worden. En wat het extra bizar maakte: die beschuldiging sloeg helemaal niet op een nóg wredere dictator of engere fascist, maar op een compleet onschuldig, braaf en nazi-vrij gitaarbandje: Slowdive.
Het viertal uit het Britse Reading begon in 1989 toegankelijke shoegaze te maken. Over dikke lagen galmende echogitaar en ronkende synthesizers liet zangeres, toetsenist en gitarist Rachel Goswell haar dromerige stem glijden, of murmelde zanger-gitarist Neil Halstead zijn zwoele mompelzang. Het genre dankt zijn naam aan het feit dat veel van de (vaak introverte) muzikanten op het podium liever naar hun schoenen staarden dan de zaal inkeken. Als veelbelovende indieband werden ze binnen de kortste keren door Britse muziekcritici omarmd en bejubeld.
Het begon allemaal zo mooi, blikt zangeres Goswell (52) terug, die samen met gitarist Christian Savill (53) Goswell op bezoek is in Amsterdam. Ze heeft een strak en tweekleurig Cleopatra-kapsel: rechts zwart, links oranjerood. Tijdens het gesprek zwaait ze opgetogen met haar handen, waardoor er voortdurend gerinkel klinkt van haar armbanden. Savill, een zachtaardige Brit met kort grijs haar, oogt kalmer. „Mijn enige ambitie was een elpee uitbrengen”, zegt hij, wrijvend door zijn stoppelbaard. „Toen dat lukte, was ik dolgelukkig.”
Sprintend naar huis
Goswell: „We traden op als voorprogramma in Reading toen er een platenbaas van EMI in de zaal bleek te staan. Toen moest ik van Christian naar huis rennen om onze demo – die we dus niet bij ons hadden – te gaan halen. Ik heb gesprint. Drie dagen later hadden we een platencontract.” Savill: „Bij Creation, het label van The Jesus and Mary Chain en My Bloody Valentine! Het was als een droom die uitkwam.” Goswell: „We mochten op tournee door Amerika. Ik weet nog dat ik in Manhattan alleen maar omhoog kon kijken: overal wolkenkrabbers!”
Maar na die voorbeeldige bliksemstart kwam de kater. De Britpop brak door. Opeens sloeg de jubelstemming drastisch om en transformeerde alle lof voor Slowdive in „diepgewortelde haat”, aldus Goswell. „Krankzinnig”, verzucht ze. Maar zo gaat dat nu eenmaal in het Verenigd Koninkrijk, waar de muziekpers je eerst ophemelt… en daarna genadeloos afslacht.
„Belachelijk”, beaamt Savill. „Ik zal nooit vergeten hoe na een optreden op het Reading-festival een journalist van Melody Maker op ons afliep en triomfantelijk riep: ‘Ik ga jullie helemaal kapot schrijven. Over een paar maanden zijn jullie gewoon weer vakkenvullers!’ Ik had hem nog nooit gezien en kon allemaal denken: ‘Wie ben jij?’”
Goswell, bitter: „Een mislukte muzikant met een te groot ego, zoals zoveel journalisten van toen.”
Het onbetwiste dieptepunt was niet de ene beruchte regel uit de Melody Maker-recensie over het tweede album Souvlaki („I would rather drown choking in a bath full of porridge than ever listen to it again”); het was het moment waarop ook collega-muzikanten begonnen mee te pesten. Richey Edwards, gitarist en tekstschrijver van stadsgenoten Manic Street Preachers, verklaarde bijvoorbeeld plechtig: „We will always hate Slowdive more than Hitler.” Hoe absurd die quote ook was, hij was sensationeel genoeg om tot in den treure te worden rondgepompt.
Makkelijk doelwit
Vanwaar die haat? Goswell: „We waren kennelijk een makkelijk doelwit.” Savill: „Om de boel spannend te houden en kranten te verkopen creëert de Britse muziekpers telkens nieuwe hypes en slaat de eerder opgeklopte scenes weer stuk. Mijn theorie is dat ze destijds een soort working class-bands wilden die het systeem omverbliezen. Ze zagen ons als bevoorrechte rich kids die zongen over niets.” Goswell: „Daar klopte niets van, maar dat boeide verder niet.” Savill: „Wij hadden allemaal simpele klotebaantjes om onze versterkers te kunnen betalen.”
Na drie albums stierf Slowdive in schoonheid. „Het begon uit elkaar te vallen”, zegt Goswell, die met zanger-gitarist Halstead een doorstart maakte met een nieuwe band Mojave 3: minder shoegaze, meer countryrock, maar even dromerig. Savill vertrok gedesillusioneerd naar de Verenigde Staten waar hij – opnieuw – een ‘klotebaantje’ moest zoeken. Hij ging in een supermarkt werken.
Maar daar ontdekte hij gaandeweg dat de mening van het publiek zwaarder kan wegen dan het oordeel van een paar Britse rancuneuze persmuskieten. „Ik werd op den duur herkend. Mijn baas begreep er niets van. Steeds vaker stelden klanten dezelfde vraag aan die ene werknemer die de winkelwagentjes rondduwde op de parkeerplaats: ‘Jij zat toch in Slowdive?’”
„Lang leve het internet”, zegt Goswell over het feit dat een nieuwe generatie fans de band online had weten te vinden. „Onze aanhang bleek in die vijftien jaar stiekem enorm te zijn gegroeid.” Savill: „Zonder dat we daar ook maar íets voor hadden gedaan.”
Comebackplaat
De ommekeer kwam in 2017. Een voorzichtig verzoek van het Spaanse festival Primavera of de band wellicht wilde komen optreden, leidde zowaar tot een reünie inclusief (titelloze) comebackplaat. Afgelopen najaar verscheen het vijfde album: Everything Is Alive. De hypnotiserende droompop en shoegaze kreeg dit keer wél unaniem raving reviews. Slowdive speelde afgelopen zomer op grote festivals als Glastonbury en staat in juni op Best Kept Secret. Bij de wonderbaarlijke wederopstanding ontbrak eigenlijk maar één ding: een recensie in Melody Maker. Dat medium had het internet namelijk niet overleefd en ging in 2000 ten onder.
„We hebben genoeg moeten slikken”, zegt Savill. ,,Hoe persoonlijk de aanvallen soms ook waren, de rechtvaardiging van alle kritiek was altijd: daar moet je tegen kunnen. Als je band goed genoeg is, zul je overleven. Nou, hier zijn we.”
Goswell glimt. „De cirkel is rond. Het lijkt soms net een sprookje.”
Everything Is Alive van Slowdive is uit bij Dead Oceans. Concert: 16/1 Paradiso, Amsterdam. In juni op festival Best Kept Secret.