Nederland telt minstens 24.000 kinderen van wie de vader in detentie zit. Twee derde van hen is minderjarig. Dat blijkt uit onderzoek van promovenda Angela Verhagen (Avans Hogeschool) naar gedetineerde vaders en hun kinderen. Tot nu toe was niet bekend hoeveel kinderen een gedetineerde vader hebben.
De onderzoeker vindt dat voor deze kinderen nauwelijks systematische aandacht is. „We weten uit allerlei onderzoeken, met name uit de VS, dat de impact op kinderen groot is. Alle ontwikkelingsgebieden komen in het gedrang: van psychosomatische klachten tot (verlatings)angst, eenzaamheid en depressie, van alcohol- en drugsgebruik op jonge leeftijd tot schooluitval en spijbelen.”
Omdat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) het aantal vaders in detentie niet centraal registreert, combineerde Verhagen persoonsgegevens van het CBS met die van de mannen in detentie. Ze concludeerde dat in de periode 2010 tot 2020 zo’n 34 procent van de mannen tenminste één juridisch kind had.
Het werkelijke aantal kinderen van gedetineerden ligt hoger. „Kinderen die niet erkend zijn door hun vader zijn niet meegeteld. Net zoals kinderen van mannen in tbs of vreemdelingenbewaring. Omdat het aantal vrouwen in detentie gering is (7 procent), heeft Verhagen zich alleen op vaders gericht.
Vaders vaker langgestraft
Uit de cijfers blijkt dat vaders vaker langgestraft zijn (langer dan vijf jaar) dan niet-vaders. Ze zijn veroordeeld voor zwaardere delicten als geweldsmisdrijven, verkrachting of drugsdelicten. Het is opvallend dat het vaderschap mensen niet blijkt te weerhouden van het plegen van een zwaar misdrijf, vindt Verhagen. „Je zou denken dat het krijgen van een kind een point of return is tijdens een criminele carrière. Dat blijkt niet zo te zijn. En onderschat niet het aantal kinderen dat tijdens detentie verwekt wordt.”
Twee derde van de kinderen met een gedetineerde vader is minderjarig, met een gemiddelde leeftijd van negen jaar. „We weten dat een goede relatie tussen de gedetineerde vader en zijn kind positief is voor de ontwikkeling van het kind én dat het de kans op recidive verlaagt’, aldus Verhagen. „Maar in gevangenissen maakt een wirwar aan regels het kinderen bijna onmogelijk een band op te bouwen of te behouden. Er is nooit beleid gemaakt op dit thema. Omdat deze kinderen niet zichtbaar zijn in registratiesystemen, zijn ze ook maatschappelijk onzichtbaar. Nu de cijfers er liggen kan niemand er meer omheen.”
Verhagen merkt dat er voorzichtig beweging zit in het ministerie. Minister Weerwind (Rechtsbescherming, D66) heeft onlangs een half miljoen beschikbaar gesteld voor alle penitentiaire inrichtingen (PI) samen om hiermee aan de slag te gaan – bijvoorbeeld door het aantal ouder-kinddagen uit te breiden. Zelf zal Verhagen samen met DJI onderzoeken hoe de relatie tussen vader en kind behouden kan blijven. En her en der nemen individuen in de PI’s initiatief om het gezin meer te betrekken bij de detentie.
Een woordvoerder van DJI laat weten dat het aantal vaders niet landelijk geregistreerd wordt, maar wel in de PI zelf. „De info wordt bijgehouden waar het relevant is, op de plek waar de vader zit. De meeste gedetineerden zitten in Nederland maar kort in de gevangenis (gemiddeld drie maanden). Voordat cijfers hierover verzameld zijn, zijn ze al gedateerd. Dat er geen landelijk beleid is, is onwaar. Er zijn veel initiatieven.”
Lees ook over de ervaringen van kinderen met een vader in de gevangenis: ‘Na zeven jaar zag ik voor het eerst zijn cel
In Spanje is de bevolking over alles verdeeld, maar over één ding is iedereen het eens: Rafael Nadal is de beste sporter uit de Spaanse geschiedenis. Na 22 jaar stopt Nadal op 38-jarige leeftijd als professioneel tennisser en daar wordt uitgebreid bij stilgestaan in Malaga, waar de finale van de Davis Cup, de landenwedstrijd in het tennis, wordt gespeeld. De stad hangt vol met spandoeken met de woorden „Gracias, Rafa”. Verspreid over het centrum staan schermen die de hoogtepunten van Nadals carrière afspelen. Het is het afscheid van een grootheid, hoor je op straat.
„Una leyenda”, zegt Luis Garcia Huergo met de Spaanse vlag om zijn nek, gekleed in een rood shirt. Hij komt helemaal uit Asturias, het noorden van Spanje, om het afscheid van Nadal bij te wonen. „Ik volg Nadal al sinds hij een klein jongetje is. De hele wereld ben ik afgereisd voor hem, dus je kunt je voorstellen dat dit een emotionele dag is voor mij”, zegt García.
Bij de spelerstent staan tientallen fans zenuwachtig te wachten op het Spaanse team. Ze zitten in het gras of op klapstoelen die ze zelf hebben meegenomen. „We zijn vanuit school direct hierheen gekomen”, zegt de 15-jarige Emilio. Hij is groot fan van Carlos Alcaraz, maar hoopt ook een glimp op te vangen van Nadal. „Door Nadal is er een Alcaraz. Hij heeft het tennis groot gemaakt en ervoor gezorgd dat jonge mensen tennis leuk zijn gaan vinden”, zegt de tiener. De 69-jarige Claudia Bejerano uit Cadíz vangt het gesprek op en knikt instemmend. Ze zit al bijna twee uur op haar klapstoeltje, een hoed op en een gigantische zonnebril op haar neus tegen de brandende zon. „Rafa is als een zoon. Hij was altijd in mijn woonkamer. Op televisie weliswaar, maar hij is familie.”
Dinsdag aan het begin van de middag loopt de 22-voudig grandslamwinnaar de baan op voor een laatste training. Hij oogt vastberaden, vloekt wanneer hij de bal in het net slaat. „Vamos!”, roept iemand langs de zijlijn. De ruimte is gevuld met journalisten. „Het is ook voor ons een emotionele week. Jarenlang volgden we Rafa overal naartoe en dat is na deze week klaar”, zegt een journalist van de populaire Spaanse radiozender Cope in zijn microfoon.
Bij Nadal druppelt het zweet van zijn gezicht. Na een uur trainen bedankt Nadal de aanwezige pers. „Tot straks”, zwaait hij. In aanloop naar de Davis Cup waren er twijfels of Nadal wel zou kunnen spelen omdat hij zich niet „topfit” voelde. De Spanjaard kampt al jaren met blessures. Maar dinsdagmiddag 17 uur zal hij in actie komen, in de eerste enkelpartij van de wedstrijd tussen Spanje en Nederland.
Land in rouw
Sinds Nadal op 10 oktober aankondigde na de Davis Cup te zullen stoppen, is Spanje ‘in rouw’. In talkshows, kranten, op de radio. Iedereen blikt terug op zijn carrière en wat die betekent heeft voor het land en het tennis. Oud-tennisser en directeur van de Davis Cup Feliciano López vertelt hoe Nadal door zijn „nederige” karakter „de harten van de Spanjaarden heeft veroverd”. „Zelfs de mensen die geen tennis kijken, zaten de afgelopen jaren gekluisterd aan de buis om Rafa te zien spelen. Wat hij heeft betekent voor het tennis is niet in woorden te omschrijven”, zegt de 43-jarige López, die in zijn carrière vaak tegen Nadal speelde en hem meerdere keren heeft verslagen.
López vertelt over de Davis Cup van 2004, toen Nadal zijn debuut in het toernooi maakte. „We waren allebei nog heel jong, maar de wijsheid en strijdlust van Rafa was toen al bewonderenswaardig”, lacht López. Spanje speelde in de eerste ronde tegen Tsjechië en Nadal verloor zijn eerste twee wedstrijden. De winst voor Spanje hing af van de partij die López moest spelen. „Hij kwam naar me toe rennen en zei dat we zouden winnen. Die mentaliteit, ondanks de achterstand, is wat Rafa zo’n bijzondere speler maakt.” Spanje won uiteindelijk van Tsjechië en wist de Davis Cup van 2004 in de wacht te slepen.
Volgens López zal met het vertrek van Nadal de tennissport nooit meer hetzelfde zijn. „We hebben de afgelopen jaren prachtig tennis gehad met Rafa, Roger Federer en Novak Djokovic. Ik denk niet dat er ooit iemand is die hen kan overtreffen. En als er al een speler is die een topprestatie levert, dan zal hij altijd vergeleken worden met dat drietal.”
Máár, besluit López: „Er is niemand zoals Rafa. En dan bedoel ik niet alleen zijn spel, maar ook Rafa als mens.” Volgens López is hij – ondanks zijn drukke sportcarrière – een familieman en een goede vriend. Iemand die altijd tijd maakt voor mensen die dicht bij hem staan. „Hij vergeet nooit waar hij vandaan komt.”
In de fanzone bij het stadion verschijnen honderden fans die afscheid willen nemen, onder wie de Nederlandse Emilie Grunewald uit Haarlem. Ze is met een vriendin en beiden dragen een oranje shirt en om hun pols een zweetband met de Spaanse vlag. „Natuurlijk zijn we blij als Nederland wint, maar ik hoop stiekem toch wel dat Nadal wint. Dat is wel mooi, als afsluiting van zijn carrière”, zegt Grunewald. De Haarlemmers spelen zelf ook tennis en volgen de Spanjaard op de voet. „Al die blessures en dat toch zo hoog in de top spelen. Dat is echt wel legendarisch hoor”, zegt Grunewald.
Lees ook
Groots winnen, groots verliezen: Rafael Nadal kon het allebei
Laatste wedstrijd
Het stadion José María Martín Carpena stroomt vol. Wanneer de wedstrijd op het punt staat te beginnen, gillen fans de naam van hun idool. Hoewel Nadal eerder tijdens een persconferentie zei dat „de emoties moeten wachten” tot na de wedstrijd, vullen zijn ogen zich met tranen. Zijn tegenstander Botic van de Zandschulp krijgt een introductie en wanneer de commentator hetzelfde moet doen bij Nadal zegt hij: „Dit is een grootheid die geen introductie nodig heeft.” Vervolgens somt hij toch diens 22 grandslamtitels op. „Roland Garros: 2005”, roept de commentator. „Hé!”, gilt het publiek. „2006, 2007, 2008, 2010, 2011.” En zo veertien keer. „Wimbledon: 2008, 2010”, klinkt het door de speakers. „Hé!”, roepen de fans telkens weer.
De wedstrijd loopt niet lekker voor Nadal. Hij verliest de eerste set en komt ook in de tweede set achter tegen Van de Zandschulp. Dat weerhoudt zijn supporters er niet van om de feeststemming erin te houden. „Rafa! Si, se puede”, klinkt het. „Je kunt het Rafa!”
Het mag niet baten. Nadal verliest in twee sets. Hij bedankt het publiek en druipt af naar de uitgang. Terwijl hij wegsnelt, krijgt hij een staande ovatie van het publiek. „Ik heb mijn eerste wedstrijd bij de Davis Cup verloren en ik heb mijn laatste verloren. De cirkel is nu rond”, lacht hij later bij de persconferentie.
Wanneer Nederland Spanje later op dinsdagavond uitschakelt, is het écht einde oefening voor Nadal. „De realiteit is dat je dit moment niet wilt bereiken in je carrière”, zegt hij kalm tijdens zijn afscheidsspeech in het stadion. „Ik wil niet stoppen met spelen, maar mijn lichaam zegt wat anders en dat moet ik accepteren. Ik heb alles gegeven wat ik in me had en meer kon ik niet doen.”
Nadal bedankt geëmotioneerd iedereen die hem de afgelopen jaren heeft gevolgd. ,,En dan ook echt iedereen: collega’s, familie, tennisfans en de pers. Het was een enorme eer en ik ben jullie uit de grond van mijn hart dankbaar dat jullie een deel uitmaakten van mijn verhaal. Muchisimas gracias por todo.”
Op de grote schermen wordt een compilatie van zijn carrière afgespeeld. Persoonlijke boodschappen van tennisgrootheden als Serena Williams, Roger Federer, Novak Djokovic komen voorbij. Fans in het publiek pinken tranen weg, en ook Nadal kijkt met vochtige ogen toe. ,,We zullen je erg missen”, sluit de Spaanse Davis Cupcaptain David Ferrer af. Een daverend applaus volgt en nog één keer roepen honderden fans zijn naam: „Rafa!” Dan verlaat Rafael Nadal voor de laatste keer de tennisbaan.
Buiten het stadion staan Spaanse fans elkaar te troosten. „Het doet pijn, want hij verdiende nog één keer die winst voor zijn vertrek. Dat zou een mooi afscheidscadeau zijn geweest”, zegt Luis García Huergo teleurgesteld bij de uitgang. „Maar hij is op. Hij heeft ons hele mooie jaren gegeven en die moeten we koesteren.”
In hun felgekleurde habijten stelen ze de show, de nonnen in de musical Sister Act. Nachtclubzangeres Deloris heeft hun worstelende koortje omgetoverd tot een hit. Nu swingen de nonnen over het toneel en zingen weinig religieuze liedjes met teksten als ‘zegen mij toch elke nacht’.
Sister Act is een komedie, gebaseerd op de film uit 1992 met Whoopi Goldberg in de hoofdrol. Deloris, die in de Nederlandse musical wordt gespeeld door April Darby, is op de vlucht voor haar foute vriendje (leuke rol van Robbert van den Bergh) en duikt onder in een klooster. De vrome leefstijl is niet haar ding, maar door de muziek komen de nonnen en de zangeres tot elkaar.
Dit eenvoudige verhaal is verpakt in een kleurrijke show, waarbij flink op de lach wordt gespeeld. Zo zingt Deloris’ vriendje het nummer ‘Want ze blijft mijn meissie’, dat eerst nog romantisch klinkt met zinnen als „Ze hoort bij mij, die meid”, maar al snel escaleert: „En is ze hier, die meid/ maak ik d’r dood, die meid/ ik pomp d’r helemaal vol lood, die meid.” De zoektocht naar Deloris is een kat-en-muisspel compleet met een verliefde agent, knullige criminele handlangers en een wilde achtervolging door het klooster.
Lekker brutaal
Actrice April Darby speelt Deloris lekker brutaal. Ze heeft humor en charme, maakt van de interacties met de nonnen een feestje en heeft een fijne warme stem – al schiet ze soms net te kort als nummers om veel vocale kracht vragen. Haar tegenspeler is de dominante Moeder Overste, gespeeld door cabaretière Sanne Wallis de Vries. Zij redt zich prima met de humor in de musical, maar laat in zang en dans soms steekjes vallen. Daarbij schieten enkele scènes wel erg door in kluchtig spel, zoals het nummer ‘U vindt het blijkbaar best’, waarin Moeder Overste zich tot de hemel wendt om haar zorgen te delen.
Binnen de club nonnen worden verschillen in karakters lekker uitvergroot. Zo is er de cynische Maria Lazarus, een heerlijke rol van Mylène d’Anjou die met haar sublieme timing alle lachers op haar hand heeft. Daar tegenover staat bijvoorbeeld de jonge en naïeve Maria Roberta (Maartje Kruitwagen), die benieuwd is naar de wereld buiten de kloostermuren.
Uiteindelijk zijn het hoogtepunt van deze musical de optredens van dit nonnenkoor, afgewisseld met de komische onderonsjes. In een verrassend decor, waar een cirkel met glas-in-lood alles omlijst, worden steeds razendsnel nieuwe settings gecreëerd. We schieten van politiekantoor naar klooster, naar een ruige buurt in Amerika. Dan is Sister Act op z’n best: als vlotte show zonder pretenties.
Spanje gaat de komende jaren 900.000 ongedocumenteerde migranten voorzien van een verblijfsvergunning. Dat heeft de Spaanse migratieminister Elma Saiz dinsdag bekendgemaakt, schrijft de Spaanse krant El País. Saiz wil de komende drie jaar 300.000 migranten per jaar uit de illegaliteit halen.
De nieuwe regel werd dinsdag goedgekeurd in de ministerraad, en moet over zes maanden ingaan. Het doel ervan is het aantrekken en behouden van buitenlandse arbeidskrachten. Daarnaast moet de informele economie krimpen.
Spanje heeft een vergrijzende bevolking en de aanwas van de jeugd in de beroepsbevolking is klein. Spanje heeft een vruchtbaarheidscijfer van 1,2, een van de laagste wereldwijd. „Spanje moet kiezen tussen het zijn van een open en welvarend land, of een gesloten en arm land. Wij hebben voor het eerste gekozen”, zei Saiz.
De Spaanse economie is met een groei van bijna 3 procent over 2024 een van de snelst groeiende economieën van West-Europa. Maar volgens minister Saiz kan de Spaanse verzorgingsstaat alleen overeind gehouden worden als er jaarlijks tussen de 250.000 en 300.000 belastingbetalende arbeidsmigranten bij komen.
Lees ook
Spaanse premier: zonder extra immigranten stort onze economie in