Als je over zee gaat, verandert alles, laat Sung Hwan Kim zien

Alles wat in zeewater drijft, verweert en verandert. Aan overboord gewaaide sneakers hechten mosselen. Een houten plank verandert, dankzij het nijvere werk van algen, in een smaragdgroene staf. En de brief die per fles wordt verstuurd, mee met de golfstroom van de ene kant van de wereld naar de andere, zit onder de schimmel en van de oorspronkelijke woorden is misschien nog één letter te ontcijferen. Hoe verbeeld je als kunstenaar dat alles van gedaante en van inhoud verandert als het op reis is? Dat alles verweerd raakt door het verstrijken van tijd of doordat mensen migreren van het ene werelddeel naar het andere, van de ene cultuur naar een andere?

Voor de Koreaanse multimedia-kunstenaar en inmiddels in New York wonende Sung Hwan Kim (1975) is die vraag de essentie van zijn beeldende bestaan.

Op de eerste grote overzichtstentoonstelling van Kim in het Van Abbemuseum in Eindhoven worden die vragen losjes gesteld en zijn de antwoorden beslist niet in één oogopslag duidelijk. Kims werk, dat in 2017 op de Biënnale van Venetië te zien was, in 2021 in het MoMA in New York en afgelopen zomer – als kleine prelude op het huidige overzicht – bij Framer Framed in Amsterdam, laat zich allereerst niet indelen in genres als tekeningen, of muziek, of video, of sculptuur.

Uit Sung Hwan Kim: protected by roof and right-hand muscles in het Van Abbemuseum in Eindhoven.
Foto Peter Cox

Organisch verbonden

Per zaal stap je in het Van Abbe – het zijn er in totaal tien – binnen in een compleet, grotendeels verduisterd universum, waar alles heel secuur is opgesteld. Een film die wordt betekend door de kunstenaar in de zogeheten Drawing Video Installation (2018-2023), waarin een vrouw een getekende giraffenhals gevuld met slangen krijgt, refereert aan de fysieke tekeningen in de zaal. Maar de film refereert ook aan de kunstenaar zelf, die in de video af en toe zichtbaar wordt en ook zijn eigen gezicht betekent. De stem van de kunstenaar neemt je mee het sprookje in. De grens tussen geloof en ongeloof verdwijnt. De ene mini-vertelling lijkt organisch verbonden met de andere.

In het Van Abbemuseum zijn geen teksten of titelbordjes op de muur geplakt. De zaalfolders zijn pas buiten de tentoonstelling, in het licht, te lezen. En schrap de woorden ‘parcours’ of ‘looproute’ maar uit je vocabulaire, want die bestaan hier niet. Er zijn drie ingangen waar je naar binnen kunt, ik koos op goed geluk de middelste.

Die aanpak kost zeker iets van de bezoeker. Het kost een dag om alle, vaak lange videowerken te bekijken, het verband met de opgestelde kunstwerken te doorgronden, en dan nog is er een zee aan onbekende zaken te ontdekken.

De twee beste zalen

Is dat erg? Nou, nee. Twee zalen springen eruit. De eerste is zaal 7 en dan met name de film Temper Clay (2012). In deze bijna een half uur durende film krijgen de videobeelden van onder andere een meer, een leeg vlak, een meisje dat slaapt met een bijl, en drone-beelden van de beroemde Hyundai Apartments in Seoul de kwaliteit van een ontroerend epos over verdwijning en gemis. Dat is ook dankzij de schitterende compositie van David Michael DiGregorio.

Uit Sung Hwan Kim: protected by roof and right-hand muscles in het Van Abbemuseum in Eindhoven.
Foto Peter Cox

In de oude erezaal van het Van Abbe, zaal 6, is de in vergelijking tot de andere zalen sobere enscenering A Record of Drifting Across the Sea te zien. In deze zaal gaat het over drijven in metaforische zin én over veranderen. Er zijn tekeningen, (archief)foto’s en er is een geluidsinstallatie. Pas als je een tijdje voor de video staat, begrijp je hoe alles langzaam in elkaar klikt. De Koreaanse vertelstem die achter in de zaal klinkt, wordt zichtbaar en begrijpelijk in Engelse ondertiteling.

Mistige laag dromerigheid

De kunstenaar zelf komt in beeld en krijgt Koreaanse dansles op Hawaï (een bekende ‘stop’ van Koreaanse migranten op weg naar Amerika). De Amerikaanse danslerares Mary Jo Freshley deed haar kennis op bij de inmiddels overleden Koreaanse Halla Huhm. Zij was de erfbewaarster van Koreaanse cultuur op het eiland. Ook andere rituele gebruiken, zoals het vlechten van het haar en het gebruik van riet bij de rijstoogst, worden betoverend gefilmd.

Kim monteert regelmatig dezelfde beelden net iets scheef of vertraagd over elkaar heen. Daardoor ontstaat een extra laag dromerigheid die doet denken aan mist. Een vrouw in een kleurige kimono glimlacht, maar door de dubbele montage is het alsof de glimlach zacht van haar gezicht wordt getrokken en blijft hangen in de lucht. Het is een nabeeld, een herinnering van iets dat wás, ver weg, over zee.