Nederlanders kiezen in 2024 minder vaak voor een vakantie in eigen land dan een jaar geleden. Dat concludeert het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) uit het jaarlijkse onderzoek naar vakantieplannen. Nu plant een vijfde van de ondervraagden een binnenlandse reis, waar dat vorig jaar meer dan een kwart was. In plaats daarvan ligt de eindbestemming vaker elders in Europa.
Zo zwakt de groei van de binnenlandse vakantiemarkt weer af naar het niveau van voor de coronapandemie, zegt NBTC-directeur Jos Vranken in een persbericht. In het licht van oplaaiende besmettingen en reisbeperkingen nam de groei in die periode enorm toe, en nog steeds zitten vakanties in eigen land ruim tien procent boven het niveau van 2019. Maar nu lijkt de binnenlandse markt „een pas op de plaats te maken, terwijl het aantal buitenlandse vakanties groeit”.
De veranderingen zijn ook terug te zien in de licht toegenomen populariteit van het vliegtuig. Een jaar geleden koos 53 procent van de ondervraagden voor het vliegtuig, dat is nu met drie procentpunt toegenomen. Daarnaast overweegt acht procent van de Nederlanders de trein – een stijging ten opzichte van de vijf procent een jaar geleden.
Meerdere partijen binnen de reisbranche publiceerden eerder deze week al hun verwachtingen voor dit jaar, in aanloop naar de Vakantiebeurs van komende donderdag in Utrecht. Zo is volgens branchevereniging ANVR op vakantie gaan voor het eerst weer populairder dan voor de coronacrisis. Nederlanders willen met name naar het buitenland door de afgelopen maanden met slecht weer.
