Wie de afgelopen jaren wel eens een voorstelling van regisseur Sarah Moeremans bezocht, kan Alicia Boedhoe (2001, Den Haag) niet over het hoofd hebben gezien. De actrice stal regelmatig de show. Met haar geweldige, komische timing en complete overgave aan absurditeit paste ze naadloos in Moeremans’ superieure kluchten. Boedhoe, die in de zomer van 2023 afstudeerde aan de muziektheateropleiding van Codarts in Rotterdam, is op het podium één brok energie, en schakelt naadloos tussen hooghartigheid, naïviteit, euforie en verslagenheid. Vooral als de verliefde singer-songwriter Oronte in Mission Molière (2023) liet ze een onuitwisbare indruk na: in haar hopeloze crush op mensenhater Alceste rent ze met open ogen op een keiharde muur van afwijzing af.
Boedhoe: „Ik word geraakt door personages die de wereld om hen heen met volledige overgave omarmen, zonder zich er zorgen over te maken of ze onnozel overkomen. Ze tonen me een wereld vol vrijheid en waanzin, en vormen een opgeheven middelvinger naar de norm. Altijd je hart volgen in een wereld die wreed kan zijn – dat is waarom ik zo van komedies hou.”
Wanneer is die liefde voor komedies – en voor theater in het algemeen – ontstaan?
„O, al toen ik heel jong was, ik was al vroeg verslingerd aan films en musicals. Bovendien kom ik uit een heel creatieve familie – mijn vader is architect en zat vroeger in een band, mijn moeder zong in de kerk, mijn ene zus deed veel met mode en mijn andere zus is dansdocent geweest. We maakten altijd acts voor elkaar op onze verjaardagen, en ik maakte eigen filmpjes met Barbiepoppen en zelfbedachte werelden. Ik mocht het alleen niet op YouTube zetten van mijn ouders. Dat is achteraf gezien maar goed ook, haha.”
Had je grote voorbeelden in de films en musicals die je keek?
„Vooral zwarte muzikanten als Beyoncé, Lianne La Havas en Nina Simone. Zij zijn voor mij als zwarte vrouw in een witte samenleving erg belangrijk geweest. Door hen te zien schitteren, voelde ik me gezien en voelde ik me onderdeel van een internationale gemeenschap. Dat is iets om te vieren.
„Aan de filmkant waren het komische acteurs als Jim Carrey, Kevin Hart en Marlon Wayans. Het clowneske van hun spel is iets wat ik zelf ook graag opzoek, naast de fysieke comedy van voorbeelden als Laurel en Hardy en Mr. Bean. Bij Sarah Moeremans is collega Judith van den Berg daar ook een voorbeeld in – als er iemand mij zonder veel woorden kan laten huilen van het lachen is zij dat wel.”
Wat zijn de grote verschillen tussen het maken van theater bij Het Zuidelijk Toneel en het spelen in een grote musical als ‘Jesus Christ Superstar’?
„In een musical, zeker in het ensemble, ben je onderdeel van een massa en van een machine, bij Het Zuidelijk Toneel voelt het vrijer en individualistischer. De kaders bij musical zijn van tevoren helderder en strakker. In de massa-scènes in Jesus Christ Superstar is wel veel ruimte voor eigen input en creativiteit. Dat heeft ook met Jan Martens te maken: zijn stijl van choreograferen is erop gericht dat iedereen op zijn manier invulling geeft aan een gezamenlijke opdracht, waardoor er individualiteit in collectiviteit ontstaat. Het is tof om dat mee te maken.
„Het is moeilijker om in een massa te spelen dan je denkt, omdat je als individu op de groep moet inzoomen, en de hele tijd alert moet zijn op de gezamenlijke energie. Het is een flinke investering – ik ben pas in november weer klaar, en dan treed ik toe tot het vaste ensemble van Het Zuidelijk Toneel – maar erg waardevol om ook deze kant van het theatervak te kunnen onderzoeken.”
Muzikaliteit speelt een grote rol in je werk tot nu toe. Heb je ook ambities als popartiest?
„Stiekem heb ik wel een ambitie om eigen muziek te maken en uit te brengen. Ik ben wel iemand die vindt dat ze dan eerst de kwaliteiten echt moet hebben op het gebied van zang, productie, etc. – dus dat kan nog wel even duren. Ik ben nog jong en moet nog héél veel leren. En wie weet, misschien wil ik over vijf jaar wel piloot worden! Nee hoor, ik ben helemaal klaar om me volledig op dit gekkenwerk te storten.”
Beeld header Andreas Terlaak.