Aantal vuurwerkslachtoffers daalde licht, wel zwaardere verwondingen

Tijdens de afgelopen jaarwisseling zijn 1.212 slachtoffers van vuurwerk behandeld door huisartsenspoedposten en afdelingen spoedeisende hulp van ziekenhuizen. Dat is 3 procent minder dan vorig jaar. Wel is de ernst van het letsel groter, blijkt uit cijfers van kenniscentrum VeiligheidNL. Veelal betrof het brandwonden en, meer dan vorig jaar, oogletsel. Ook moesten naar schatting meer dan tien amputaties worden uitgevoerd, van een of meerdere vingers.

Het aandeel van de mensen dat zich bij een spoedeisende hulp moest laten behandelen na het afsteken van zwaar, illegaal vuurwerk steeg van 22 procent vorig jaar naar 29 procent nu; bovendien moest 17 procent zich in het ziekenhuis laten opnemen, vorig jaar was dat nog 9 procent.

Driekwart van de slachtoffers zijn jongens of mannen en ruim de helft van alle slachtoffers is net als vorig jaar jonger dan twintig jaar. Met name veel jongens van twaalf tot en met vijftien jaar moesten zich dit jaar laten behandelen voor verwondingen door illegaal vuurwerk zoals mortierbommen, nitraatvuurwerk en cobra’s.

„Een zorgwekkende ontwikkeling”, schrijven de onderzoekers. Hun aandeel in het aantal slachtoffers bedroeg 34 procent tegen 13 procent vorig jaar. „Aan deze groep jongeren moet veel meer aandacht worden gegeven”, zegt Martijntje Bakker, directeur van VeiligheidNL, kenniscentrum voor letselpreventie, dat zich voor de cijfers baseerde op registraties van alle 81 afdelingen spoedeisende hulp en 86 van de 103 huisartsenspoedposten in Nederland.

‘Spontaan beroerd’

Bakker: „Deze jongeren mogen sowieso geen oudejaarsvuurwerk afsteken, zoals cakes, compoundboxen en grondbloemen, omdat ze nog geen zestien jaar oud zijn. Ze mogen alleen vuurwerk afsteken dat het gehele jaar door verkrijgbaar is, zoals sterretjes en knalerwten. Maar ze hebben wel de middelen om aan zwaar, illegaal vuurwerk te komen. Kennelijk rijden anderen naar België en Duitsland om dat vuurwerk voor hen te halen. We pleiten voor meer handhaving en opsporing. Maar ook zullen we deze groep veel meer voorlichting moeten geven. Er zijn programma’s gericht op kinderen van de hoogste groepen van de basisscholen, en ook gericht op volwassenen, maar deze groep ontbreekt. We zullen nog krachtiger moeten benadrukken waarom het afsteken van dit vuurwerk niet mag.” Het belang daarvan is evident, zegt Bakker. „Ik word spontaan beroerd als ik hoor dat kinderen ineens een hand moeten missen, of voor de rest van hun leven het zicht in hun ogen. Alleen maar door een zogenaamd lollig moment tijdens een evenement dat een feest zou moeten zijn.”

En wat voor de groep kinderen geldt, geldt voor iedereen. Bakker: „Er wordt vaak gezegd dat bij de jaarwisseling vuurwerk hoort. Maar die traditie bestaat alleen maar omdat in de jaren zeventig Chinezen vuurwerk naar Nederland brachten. Inmiddels is het zo ver gekomen dat ik politiemensen hoor zeggen dat ze hopen dat ze na de jaarwisseling weer veilig thuis komen. Dat is toch absurd?”


Lees ook
een reportage over Oud en Nieuw: in Rotterdam-Zuid gebeuren de gekste dingen

Na een brandmelding bij het SS Rotterdam moesten mensen worden geëvacueerd. Het bleek loos alarm.

Legaal vuurwerk

Een flink aandeel in het aantal vuurwerkletsels, 28 procent, werd dit jaar toch ook veroorzaakt door het afsteken van legaal vuurwerk, zoals cakes en grondbloemen. Veelal hadden deze letsels voorkomen kunnen worden, stelt VeiligheidNL, als de gebruikers een vuurwerkbril en oorbeschermers hadden gedragen, een lont hadden gebruikt en afstand hadden gehouden. „Dat gebeurt nog steeds onvoldoende”, stelt Bakker. Voor de hand ligt dat de onderzoekers pleiten voor een algeheel vuurwerkverbod. Bakker: „Dat doen we niet. We zijn een kenniscentrum en geen adviesorgaan. Bovendien lijkt er politiek weinig animo te zijn voor zo’n verbod. Wel wijzen we op het effect van maatregelen.” Zoals een algeheel vuurwerkverbod tijdens twee achtereenvolgende coronajaren.

Drie jaar geleden daalde het aantal vuurwerkslachtoffers ineens fors, tot slechts 383 gewonden, doordat als deel van de coronamaatregelen er een vuurwerkverbod en tevens een samenscholingsverbod was afgekondigd. Een jaar later moesten 773 mensen zich laten behandelen in ziekenhuizen en huisartsenposten, veel minder dan gebruikelijk, maar méér dan het jaar daarvoor doordat vuurwerk nog wel in België en Duitsland kon worden gekocht. Bakker: „Als er zo’n verbod zou komen, zou je dat Europees moeten regelen. Maar dat is ingewikkeld.”