N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Kosovo Premier Albin Kurti leidt een verdeeld Kosovo. „Oorlogsmisdadigers en gewone misdadigers hebben zich verenigd. Levensgevaarlijk.”
‘Laat mij zien waar mijn agenten Serviërs in het noorden onderdrukken! Gewone mensen hebben niets te vrezen. We pakken de georganiseerde misdaad en corruptie aan, dáárom hebben we meer agenten naar het noorden gestuurd.”
Albin Kurti (47), de premier van Kosovo, begint harder en feller te praten als hem gevraagd wordt naar de grieven van de Servische bewoners van Mitrovica die recent het noorden van Kosovo ontregelden met barricades en massaal opstapten uit hun publieke functies. Zij beklagen zich over intimidatie door de Kosovaarse politie.
„Mijn voorgangers hadden een soort herenakkoord waardoor de illegale Servische structuren in stand gehouden werden. Ik doe daar niet aan mee. Hun barricades zijn geen Parijse studentenopstand, ze worden geleid door gevechtsklare, geüniformeerde, gemaskerde en gewapende mannen die handelen in opdracht van Belgrado. Oorlogsmisdadigers en gewone misdadigers hebben zich verenigd. Dat is levensgevaarlijk.”
Bijna twee jaar is de sociaal-democraat nu aan de macht, als leider van de eerste coalitie waarin de Servische minderheid geen stem heeft. Hoewel hij liever zou praten over toenadering tot de Europese Unie en de ranglijsten van persvrijheid en corruptiebestrijding waarop Kosovo steeds beter scoort, is zijn land alleen maar in het nieuws vanwege het conflict met Servië. Een existentieel conflict dat, volgens Kurti, niet alleen speelt tussen zijn fragiele land en het regime in Belgrado. „Een slogan die we onder Serviërs zien is: ‘bid tot God en vertrouw op Rusland’. Nergens in Europa is de steun voor Poetin zo groot. Dat is wat wij bestrijden: het fascisme van Moskou en bondgenoten.”
Neergeschoten jongen
Feit is dat Kurti zonder akkoordjes met de Servische president Aleksandar Vucic ingrijpt in het leven van de Servische minderheid en morrelt aan de beperkte autonomie die zij hebben sinds Kosovo zich in 2008 onafhankelijk verklaarde.
Inwoners van de voormalige Joegoslavische provincie Kosovo identificeren zich voor 93 procent als moslim en Albanees. Zo’n 5 procent voelt zich helemaal Servisch en orthodox-christelijk. Bijna helft van die groep woont in het noorden en zet zich af tegen Pristina. Maar evenveel etnische Serviërs wonen verspreid in kleinere enclaves door het hele land, zij zijn vaak meer geïntegreerd in de Kosovaarse samenleving. „Zij reageren kalm en vreedzaam”, zegt Kurti, zichtbaar opgelucht.
Toen in het zuiden tijdens orthodox Kerstmis een 11-jarige jongen werd neergeschoten door een Albanese politieagent buiten dienst, wisten de Kosovaarse autoriteiten de gespannen situatie vrij snel te smoren door de verdachte te arresteren.
Kurti werd politiek actief als studentenleider en eind jaren negentig „tweeënhalf jaar gemarteld in Milosevic’ gevangenis”. Daarom speelde hij geen rol in de oorlog van 1998-1999 tussen de Albanese meerderheid en het regime van Slobodan Milosevic. Voordat de NAVO ingreep kostte die strijd aan bijna 9.000 Albanezen en bijna 2.000 Serviërs het leven. De onafhankelijkheid die de Albanese leiders van Kosovo in 2008 uitriepen wordt nog altijd niet erkend door Servië, Rusland en China, en ook niet door Spanje, Roemenië, Griekenland, Slowakije en Cyprus.
Gemaskerde mannen
Het bestaansrecht en de grenzen van zijn land zijn niet vanzelfsprekend. En het laatste wat Kurti wil is met een associatie van Servische gemeenten „een staat binnen de staat creëren”. Zijn schrikbeeld is Bosnië en Herzegovina, waar de het autonome Republika Srpska veel macht heeft en alle besluitvorming en vooruitgang van het land blokkeert. „Ik ben niet zo achterlijk om zoiets ook hier te faciliteren.”
De protesten in het noorden noemt hij „niet authentiek”. „Er worden mensen met bussen aangevoerd vanuit Servië om de barricades te leiden. We hebben bewijs dat dit gemaskerde mannen zijn met insignes van de Russische Wagnermilitie, de Nachtwolven (een Poetin-getrouwe Russische motorbende, red.) en die zogeheten Noordelijke Brigade.” Kurti zegt dat bewijs niet te kunnen delen, omdat „de positie van waaruit foto’s en video’s gemaakt zijn onze bronnen kan verraden”. Hij heeft het wel laten doorsturen naar het Openbaar Ministerie. „We zullen de rechtsstaat moeten vestigen in het noorden van Kosovo om de wetteloosheid daar echt aan te pakken.”
Als de NAVO hier niet zou zijn, zouden Serviërs ons opnieuw afslachten
Behalve door smokkel en criminaliteit wordt de staatskas vooral geraakt door het feit dat niemand in het Servische noorden betaalt voor de stroomvoorziening. „Wij bloeden daar financieel voor. We hebben hun energiebedrijf een vergunning gegeven en in juni een akkoord gesloten om dit op te lossen, maar dat wordt niet nageleefd.” Dat is wat Servische autonomie hem kost. „Autocraten zien onze gulheid als zwakte.”
De enige autoriteit die zowel de Serviërs als Kurti in het noorden vertrouwen, is die van de NAVO. „Ik heb geen probleem met Serviërs daar, maar met onze noordelijke buurman. Zolang Vucic zich niet kan distantiëren van de vorige Servische genocide, is het wachten op de volgende. Als de NAVO hier niet zou zijn, zouden Serviërs ons opnieuw afslachten. Ik weet niet of ze ertoe in staat zijn, maar ik weet wel dat ze de intentie zouden hebben.”