Column | De eerste Mickey Mouse is nu van iedereen

Gelukkig nieuwjaar! Hier heb je Mickey Mouse’ in minstreelhandschoen gestoken middelvinger in je gezicht. Disneys alleenrecht op Mickey Mouse was nog geen 24 uur verlopen, of er werd al massaal misbruik van gemaakt. Na Mickeys grove nieuwjaarsgroet werd het erger. De muis ging van fluitende stoombootkapitein (1928) naar soort antichrist. Ik zag hem sexy tieners aanvallen in de trailer voor horrorfilm Mickey’s Mouse Trap. Ik zag hem andere tekenfilmfiguren onthoofden in de trailer voor videogame Mouse. Ik zag hem als NFT. Hij was aan het schelden op YouTube. En ja, ik zag ook zijn enorme erectie en de onbenoembare dingen die hij daarmee deed. Dingen die Walt Disney tot tranen zouden brengen.

Zoals eerder bij Winnie-The-Pooh (met horrorfilm Winnie-The-Pooh: Blood and Honey tot gevolg), is het nu 95 jaar nadat Steamboat Willie uitkwam. En dat betekent dat de eerste verbeeltenis van Mickey Mouse publiek goed is: iedereen kan met het personage aan de haal.

Disney is daar al decennia bang voor. Het bedrijf lobbyde meermaals voor wetsveranderingen die het eigendomsrecht verlengden. In de volksmond heet die wet ‘The Mickey Mouse Protection Act’. Mickey hoefde de porno nog niet in.

De strijd is gestreden. Je kon het knarsetanden in het statement dat Disney vorige week naar buiten bracht bijna horen. Het bedrijf herinnerde eraan dat de moderne verbeeldingen van Mickey nog níét in het publieke domein zijn. En: „We zullen onze rechten blijven beschermen.”

Dat zijn waarschuwingen die je serieus moet nemen van Disney. Dit is het bedrijf dat ooit een kinderopvang sommeerde om een ‘onofficiële’ Mickey Mouse-muurschildering te verwijderen, en een kindergrafsteen met Spider-Man erop verbood. Op Wikipedia heeft ‘Disney litigation’ een eigen pagina.

Maar waar is Disney zó bang voor? Natuurlijk, Disney wil een familiebedrijf zijn. En daar passen moordmuizen niet in. Maar ik geloof dat de imagoschade gering zal zijn. De ontering van een personage in het publieke domein loopt doorgaans op dezelfde manier. Stap één: het personage wordt op gruwelijke manieren misbruikt. Winnie-The-Pooh kreeg een horrorfilm. Peter Pan krijgt er een. Bambi gaat aan het moorden. Het is creatieve armoede, maar het trekt volle zalen. Stap twee: de films vallen tegen; het zijn immers kassagrepen. De grap wordt snel oud. Stap drie: er ontstaat cynisme over onofficiële Disney-films. En stap vier: interpretaties van het personage worden schaarser, meer niche, en publiek domein blijft alleen interessant voor archivarissen die Steamboat Willie kosteloos aan de collectie willen toevoegen. Ik hoop dat het anders gaat. Dat er een visionair langskomt die de muis opnieuw contextualiseert, nieuwe diepgang geeft, de betekenis verandert. Maar de geschiedenis wijst anders uit.

Wat er ook gebeurt, volgens mij zal niemand zijn kind verbieden naar de film te gaan uit angst voor een onverwachte horror. Disney zal nooit het bedrijf zijn van perverse tekenfilmfiguren. Wees gerust: het zal altijd het bedrijf zijn dat fans hun grafstenen verbiedt. En natuurlijk zal Disney een paar miljoen verliezen aan mokkenverkoop. Maar hoeveel gaf het uit aan lobbyisten?

Tristan Theirlynck is filmrecensent.