In het natste jaar ooit oogsten de boeren later dan normaal

De bieten van Simon de Feijter (64) uit Dinteloord hadden eigenlijk in oktober al geoogst moeten worden. Maar omdat de grond te nat was door de vele regen stelde hij het keer op keer uit. In de zompige bodem zakken de machines waarmee hij oogst weg. De Feijter wachtte. November verstreek. December. Tsja, op een gegeven moment moest hij wel. „Laten zitten is geen optie.” In het nieuwe jaar moeten er op dezelfde grond weer gewassen verbouwd worden.

In één dag haalde De Feijter – tussen de buien door – de volledige oogst binnen. Acht hectare land, achthonderd ton suikerbieten. Dat was niet zonder risico. De zware machines rijden diepe sporen in de soppende Brabantse landbouwgrond. En dat kan voor problemen zorgen bij het gewas dat er het volgende jaar groeit – vaak tarwe. „Je rijdt in wezen je ondergrond kapot”, zegt De Feijter.

2023 was het natste jaar ooit gemeten in Nederland, meldde het KNMI vrijdag. Met name in het najaar van 2023 regende het vaak dagenlang. Sommige akkers liepen meermaals onder en het oogsten van aardappelen, wortels en suikerbieten gaat moeizaam. Waar boeren doorgaans in oktober oogsten, zijn ze dit jaar door slechte weersomstandigheden gedwongen hun planning steeds verder door te schuiven.

Dit leidt soms tot uitzonderlijke situaties. In het Noord-Brabantse Langenboom trok boer Theo Thelosen een paar dagen geleden met de hand zijn laatste veldje suikerbieten leeg, vertelde hij aan vakblad Nieuwe Oogst. Tegen RTV Oost zei de Bergentheimse boer Harm Herbert dat hij talloze sleuven had gegraven om het water maar van zijn aardappelveld af te krijgen. „Dit is sinds 1998 niet meer voorgekomen”, zegt De Feijter. „Toen is er ook veel in de grond blijven zitten aan gewassen.”

Op de kleigronden in West-Nederland is het gelukt de meeste suikerbieten en aardappelen uit de grond te krijgen. Maar op de zandgronden in het oosten en zuidoosten van het land blijft het lastig, zegt Arno Huijsmans, directeur Agrarische Zaken van suikerbietverwerker Cosun. Volgens hem zit er nog zo’n 8 procent van de bieten in de grond, omgerekend 7.000 hectare, van de totale productie van meer dan 7 miljoen ton.

Elke ochtend is het een heel gepuzzel voor de afdeling logistiek van Cosun, een coöperatie van ruim 8.100 telers en de enige afnemer van suikerbieten in Nederland. Cosun beslist per dag bij welke boeren het suikerbieten ophaalt. De bieten worden verwerkt in de voormalige Suikerunie-fabrieken in Hoogkerk (Groningen) en Dinteloord (Noord-Brabant). De oorspronkelijke planning, gemaakt in augustus, is volledig losgelaten, zegt Huijsmans. Niet alleen het rooien, ook het ophalen en het vervoer van de bieten is lastig. „Het land is als een verzadigde spons, daar zakt een oplaadmachine makkelijk in weg.”

Met zulke omstandigheden zullen boeren in de toekomst vaker worden geconfronteerd, zegt Wijnand Sukkel, onderzoeker agroecologie aan de universiteit van Wageningen. Door klimaatverandering worden de weersomstandigheden steeds extremer, zegt Sukkel. „Hevigere neerslag buiten de zomer en langere droogtes tijdens de zomer.”

Boeren konden dit jaar pas relatief laat hun gewassen zaaien, zegt Sukkel, omdat het voorjaar óók nat was. Daardoor is alles opgeschoven. „Maar in z’n algemeenheid loop je het risico dat je in het najaar vaker in zeer natte omstandigheden terechtkomt.” Wat bijdraagt aan het probleem, is dat machines zwaarder zijn geworden, wat bij een natte grond meer problemen meebrengt. „De grotere aardappelrooimachines wegen 20 à 30 ton. Dat geeft ontzettend veel bodemdruk.”

De landbouw moet zich aanpassen, zegt Sukkel. Rupsbandmachines gebruiken die minder wegzakken, bijvoorbeeld. Maar toch vooral: het bedrijfsmodel aanpassen. „Het zou handig zijn als we vroeger kunnen oogsten. Dat kan onder meer door aardappelen vroeger te poten en door rassen met een korter aantal groeidagen te kiezen.”

Zowel boeren als fabrieken houden van langere teeltperiodes, zodat ze gewassen zo min mogelijk hoeven op te slaan. Sukkel: „Bewaren kost geld.” Toch moet de sector hier volgens hem meer over gaan nadenken. „We weten eigenlijk al heel lang dat je bij laat oogsten met grote machines een grote kans hebt op problemen. Maar ja, het ging altijd goed, en afnemers willen het, ga zo maar door. Ze wijzen allemaal naar elkaar.” In Nederland nemen grote frietfabrikanten een belangrijk deel van de jaarlijkse aardappelproductie van 7 miljoen ton af: McCain, Lamb Weston, Farm Frites en Aviko (onderdeel van Cosun) hebben hier fabrieken.

In de praktijk is zo’n verandering inderdaad lastig, vindt aardappelteler Hendrik Willem Breure uit het Noord-Brabantse Fijnaart. „Mijn afnemer wil een specifiek soort aardappel hebben.” Eentje die geschikt is voor bewaring, zodat de frietfabrieken het hele jaar door kunnen draaien. „En de consument vindt het ook niet geweldig als we van april tot augustus geen frietjes in de schappen hebben.”

Aardappelen moeilijker dan bieten

Breure heeft het grootste deel van zijn aardappelen in december weten te rooien. „Dat ging bijzonder moeizaam en met flink tijdverlies”, zegt hij. Aardappelen rooien is over het algemeen moeilijker dan bieten, omdat ze kwetsbaarder zijn. Verder rotten ze sneller: een klein deel van Breures aardappelen verrotte en sommige zijn van een lagere kwaliteit, omdat ze langer in de grond zaten. „Daardoor is mijn financiële opbrengst lager.”

Inmiddels klinkt vanuit de sector de roep om hulp. Volgens suikerbietteler De Feijter uit Dinteloord dekken de huidige verzekeringen weerschade vaak niet en moet een claim aan hele strikte eisen voldoen. De Feijter. „Twee etmalen zoveel millimeter regen, dat soort dingen.”

Landbouworganisatie LTO, de grootste boerenbelangenorganisatie van Nederland met zo’n 35.000 leden, wil dat agrarische ondernemers beter beschermd worden tegen extreem weer. Eind vorige maand pleitte LTO voor een speciale regeling voor akkerbouwers, waarbij zij een deel van hun omzet uit een goed jaar fiscaal kunnen reserveren voor een minder jaar. Nu zijn boeren te veel overgeleverd aan de grillen van het weer, vindt de organisatie.

Dat is het halve verhaal, benadrukt Sukkel. „Laat oogsten is een kortzichtige strategie. Er zitten heel veel nadelen aan die de boer niet meerekent.”