Desi Bouterse en vier medeveroordeelden zullen geen gratieverzoek indienen bij de Surinaamse president Chan Santokhi. Dat heeft zijn advocaat Irvin Kanhai vrijdag bekendgemaakt. In een interview met de Suriname Herald noemt Kanhai een gratieverzoek een verloren wedstrijd: „Je weet dat je die (…) zaak gaat verliezen, waarom dien je dan een verzoek in?”
Volgens zijn advocaat is de oud-president en voormalig legerleider Bouterse (78) rustig onder het vooruitzicht van twintig jaar gevangenschap. Zodra het Openbaar Ministerie contact opneemt, zal advocaat Kanhai aangeven wanneer Bouterse en zijn andere vier cliënten kunnen beginnen met het uitzitten van hun straf.
Bouterse werd op 20 december in hoger beroep veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf voor zijn rol in de Decembermoorden van 1982. Vijftien tegenstanders van zijn militaire bewind zijn destijds gemarteld en geëxecuteerd. De bejaarde ex-militairen Benny Brondenstein, Stephanus Dendoe, Iwan Dijksteel en Ernst Geffery zijn veroordeeld tot vijftien jaar.
Lees ook
Bouterse was altijd al de gevangene van zijn besmette verleden
Toch gratie
In zijn interview met de Surinaamse krant hint advocaat Kanhai toch op gratie. „Ik weet niet wat er in 2025 gaat gebeuren.” In dat jaar zijn er verkiezingen in Suriname. In tegenstelling tot in Nederland, waar de Koning gratie verleent, heeft in Suriname de president die bevoegdheid. Zo staat in artikel 109 van de Surinaamse grondwet dat de president „het recht van gratie van straffen door rechterlijk vonnis opgelegd” heeft. Daarvoor moet de president wel „advies hebben ingewonnen van de rechter die het vonnis heeft gewezen”.
In de grondwet staat niets over een gratieverzoek of de verplichting het ingewonnen advies op te volgen. Als de door hem opgerichte Nationale Democratische Partij de verkiezingen wint, kan de president hem alsnog gratie verlenen. „Waarom”, vraagt advocaat Kanhai zich af, „zou je die zestien maanden niet willen uitzitten?”
