Wat vindt NRC | De PVV in een kabinet maakt constitutioneel besef opeens nodig

Heeft Geert Wilders als de prins in Doornroosje per ongeluk de Grondwet wakker gekust? Feit is dat na zijn voornemen ‘ongrondwettelijke’ plannen voorlopig opzij te zetten, de Grondwet opeens hot is. Het electoraat maakte met 37 zetels immers een anti-islampartij, onder eenhoofdige leiding, de grootste. Met een programma dat aan vrijheid van religie, van onderwijs en het gelijkheidsbeginsel een broertje dood had. En een leider die rechtspraak, parlement, pers en de instituten die de rechtsstaat dragen, routinematig beledigt.

Daarmee stond opeens niet minder dan het fundament van de democratische rechtsstaat in de belangstelling. Is die Grondwet nu in gevaar, vroegen velen zich af. En daarmee de democratische rechtsstaat zélf? Spiegelt een volgend, vermoedelijk centrum- of radicaal-rechts kabinet zich liever aan autoritair Hongarije dan aan bakermat Athene? Hoe sterk is de Grondwet, welke garantie heeft de burger dat de grondrechten veilig zijn en de rechtsstaat intact blijft?

In een land dat nóóit over z’n Grondwet nadacht, al helemaal niet over de Europese garanties in verdragsvorm, werd ‘constitutioneel besef’ bij blikseminslag ingeprent. En meteen ook weer gesust door PVV-leider Wilders. Die liet de burger weten dat zijn eventueel gevaarlijk onconstitutionele denkbeelden „in de ijskast” worden gezet. Waarna andere partijleiders terecht wilden weten waar dat precies over ging. En vooral wanneer dan het ontdooien op het programma staat. De bange vraag: is de PVV van plan openlijk of stiekem het anker van de rechtsstaat te lichten?

In de parlementaire geschiedenis waren de vrijheid van onderwijs en religie de pijlers van de pacificatie, waardoor Nederland een stabiele en vreedzame democratie kon worden. Toen dat in de 19de eeuw eenmaal geregeld was, schoof de Grondwet langzaam naar de politieke achtergrond. Met enige regelmaat kon het parlement met de vereiste twee derde meerderheden aanvullingen, correcties en moderniseringen aanbrengen. Zelden leidde dat tot politiek tumult – de Grondwet was ingekapseld, de sleutel tot verandering altijd consensus. Grondwetswijzigingen werden hamerstukken, voorbereid door geleerden in staatscommissies en afgehandeld door specialisten in de Kamer. De sfeer was vooral collegiaal.


Lees ook
‘De Grondwet zal ons behoeden voor uitwassen’

Markt op het Visserijplein in Rotterdam, de dag na de verkiezingen.

Maar de prijs daarvoor was dus een Grondwet die politiek geen belangstelling trok. En waarvan het electoraat zich de inhoud niet kan herinneren. Nogal een contrast met landen waarin de woorden van de Grondwet de identiteit van de natie vormen en de tekst tot het collectieve geheugen behoren. ‘We the people’, zo vangt de Amerikaanse grondwet uit 1787 aan. En die van hier? De Grondwet „waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. Die ‘algemene bepaling’ die art. 1 voorafgaat staat daar pas sinds 2018 en ruikt nog naar printerinkt.

Een politieke aanval op die Grondwet is dan ook een kans. Om weer te ontdekken wat Nederland bindt en welke beginselen de burger beschermen tegen de staat en de samenleving ordenen. Plannen om een ruimere toetsing van wetten en regels aan de Grondwet mogelijk te maken, moeten ook daarom gesteund worden.

De Grondwet is wel de mentale plattegrond van het burgerschap genoemd. Een onzichtbare sociale constructie die burgers accepteren als grondslag om belasting te betalen en macht te accepteren. Bron van vertrouwen, continuïteit en vooral van rechtsbescherming. Die is niet onveranderbaar, maar moet wel immuun zijn voor politieke avonturen.