Schnitzels frituren in de tuin, voor de frontsoldaten in Gaza

De geur van gefrituurde kip waait om 7 uur ’s morgens door de nog stille straten van Ramat Poleg. Het is een chique wijk van Netanja, een stadje ten noorden van Tel Aviv aan de Middellandse Zee. Witte huizen verscholen achter stenen muurtjes, veel twee-onder-een-kap, palmbomen in de voortuin, zwembad in de achtertuin.

Op dit vroege uur klinkt al luid geroezemoes uit de tuin van Revital en Uri Kuchner. Naast vijf buurmannen staat Uri Kuchner rond een paar grote frituurpannen, opgesteld naast het zwembad. Het zwembad is leeg. Naast de frituur een lange, hoge tafel. Aan weerszijden staan vooral vrouwen, in spijkerbroeken en zwarte sportleggings. Enkelen besmeren in hoog tempo baguettes met humus en charif (pittig sausje), geven die door. Anderen voegen sla en tomaat toe. Geven die door. Dan een net gefrituurde schnitzel. Geven die door. Een tafel verder verpakt weer een volgende ploeg broodje voor broodje in cellofaan.

Het begon allemaal enkele dagen na 7 oktober, toen Hamasterroristen het zuiden van Israël aanvielen en 1.200 Israëliërs doodden en 240 mensen gijzelden. Toen stelden Uri en Revital hun garage en tuin én woonkamer beschikbaar om met een grote groep buurtgenoten lekkere broodjes te maken voor de soldaten aan het front. Heel de wijk voelde: we móeten iets doen, zegt Uri. Ze begonnen met een aantal buren, eigen geld en donaties uit de buurt. Ze smeerden 300 broodjes per dag. Binnen de kortste keren groeide het uit tot een serieuze onderneming met duizend broodjes per dag, betaald uit allerlei giften.

Enorme slag

De aanval verraste ons, zegt Uri, terwijl hij een schaal vers gepaneerde schnitzels over de schutting aanpakt. De buren helpen mee vanuit hun eigen keuken. „We voelden ons de sterksten en de slimsten. Het was een enorme slag.” Alleen al in zijn straat is van één gezin een familielid omgekomen en van een ander gezin een familielid gegijzeld. „Dit raakt het hele land in al zijn vezels.”

„Het zijn beesten”, zegt Micha Ruhan (57). „We hebben veel te lang gedacht dat het wel goed zou komen. Hamas moet nu to-taal kapot.”

Veel van zijn buren zaten politiek gezien voor 7 oktober al aan de rechterkant, zegt Uri. Hij zat meer links. Maar nu voelt hij zich, zoals veel linkse Israëliërs, ‘ontnuchterd’. „We leven in een andere wereld.” Ze hebben trouwens afgesproken om het in de tuin niet over politiek te hebben.

vrijwilligerUri Kuchner Heel de wijk voelde: we móeten iets doen

„Mijn zoon zit in Gaza”, zegt Idai Oved (42) terwijl hij verbeten doorfrituurt. De zoon is 19. „Eens in de twee, drie dagen krijgen we een teken van leven.” De soldaten krijgen brood, jam en tonijn uit blik, vertelt hij. Ze riskeren hun leven voor hun land. Hij vindt het dan een kleine moeite, nee, een grote plicht, om te zorgen dat ze goed kunnen eten.

De actie in Ramat Poleg is niet uniek. 7 oktober bracht onder Israëliërs niet alleen een golf van afschuw, maar ook een grote golf van nationalisme en solidariteit teweeg. In heel Israël is snel een bloeiende vrijwilligersindustrie ontstaan om de soldaten te ondersteunen. Op duizenden geïmprovioseerde plekken in het land worden maaltijden bereid, verpakt en vervoerd. Er zijn vele app-groepen waarin soldaten aan burgers kunnen vragen om spullen die ze nodig hebben – van duct-tape en schoonmaakspullen voor wapens tot dekens, schoon ondergoed en sokken.

Hulpacties zijn breder dan alleen voor militairen. Omdat 360.000 reservisten zijn opgeroepen voor acute militaire dienst, acht procent van de beroepsbevolking, blijft veel werk liggen. Door talloze initiatieven rijden bussen vol vrijwilligers uit de steden naar de velden om fruit te plukken dat rijp is, omdat de reguliere werkkrachten in het leger zitten.

Uri Kucher (rechts) in zijn tuin met vrijwilligers, op 21 november.
Foto Kobi Wolf

De oorlog is een grote slag voor de toch al fragiele Israëlische economie. Zeker, er is de bloeiende hightech-industrie, 15 procent van het bbp. De werknemers in die sector, tien procent van de beroepsbevolking, verdienen een goed salaris. In de overige sectoren gaat het een stuk minder goed. Naast een kleine toplaag, hebben veel Israëliërs moeite met rondkomen in het dure land. Volgens Latet, de grootste hulporganisatie in Israël die strijdt tegen armoede, leeft meer dan een kwart van de bevolking onder de armoedegrens.

Terug naar Ramat Poleg, waar in elke tuin een blauwwitte vlag met davidsster wappert. Voor de oorlog was dat niet, vertellen buurtbewoners in de tuin van Revital en Uri. Tweeënhalve maand geleden werd alles anders. Revital werkte als advocaat, Uri verkocht zwembaden. Dat werk ligt nu even stil, broodjes smeren gaat voor. Vanuit de huiskamer regelt Revital de logistiek: van de verse broodjes die de bakker om 5 uur ’s morgens aflevert, tot de verpakking, het vervoer door ándere vrijwilligers. Weer anderen zoeken naar sponsors. Die komen nu ook uit het buitenland. Rond half tien zijn de laatste broodjes ingepakt. Een paar vrouwen komen binnen voor een kop koffie.

Keiharde tegenaanval

De vrouwen praten makkelijker over politiek dan de mannen. Ook zij zien de keiharde tegenaanval van Israël om Hamas te elimineren als noodzakelijk. Voor medelijden met de Palestijnse burgerbevolking is nauwelijks ruimte – de wreedheid van de aanval op 7 oktober, de nog steeds vastzittende gijzelaars en de bezorgdheid om hun jongens en mannen in het leger overheerst alles.

„We hebben ze geld gegeven, werk, scholen, medische zorg. En dan dit.”

„Palestijnse kinderen worden opgevoed om ons te haten.”

„We hebben geen keuze.”

Shavi Peters (54) zegt dat ze nooit geloofde in samenleven met de Palestijnen of in teruggeven van land. „Ik was altijd realistisch.” Ze wilde hen wel een kans geven. „Als ze zouden leren over het leven zoals in Israël mogelijk is, met democratie, waarden en normen, dan zouden ze dat misschien omarmen. Zo dacht ik. Ik geloofde in de kracht van opvoeding.”

Ze is daar van terug gekomen, zegt ze. Ze vindt nog steeds dat de kinderen in Gaza een toekomst verdienen. In Egypte of Jordanië.

Ook haar zoon vecht in Gaza.


Lees ook
Israëlische historicus Shlomo Sand: ‘Voor het eerst in mijn leven heb ik de hoop verloren dat het hier goed komt’

De Israëlische historicus <strong>Shlomo Sand</strong>.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/12/schnitzels-frituren-in-de-tuin-voor-de-frontsoldaten-in-gaza.jpg”><br />
</a> <dmt-util-bar article=