Leraar klassieke oudheid Paul Hunham noemt zijn leerlingen „vulgaire Filistijnen” en zijn grootste plezier bestaat eruit ze (bijna) allemaal een onvoldoende te geven. Geen wonder dat hij gehaat wordt en achter zijn rug uitgescholden voor „scheeloog”.
The Holdovers, de nieuwe film van Alexander Payne, situeert zijn verhaal eind december 1970 in een luxe kostschool, waar geprivilegieerde jongens in lange gangen kattenkwaad uithalen. Op één uitzondering na zijn ze allemaal wit, met (invloed)rijke ouders. De vreemde eend in de bijt is een Koreaanse jongen, maar die wordt dan ook gepest.
Rond de feestdagen wordt Hunham opgezadeld met de overblijvers (‘holdovers’)s die met Kerst om allerlei redenen niet naar huis kunnen. Uiteindelijk blijft hij met eentje over, de passief-agressieve Angus Tully; zwarte kokkin Mary Lamb verzorgt de maaltijden.
The Holdovers ziet eruit als een ‘objet trouvé’ uit 1970: met ouderwetse logo’s van de filmmaatschappij, gekraak op de geluidsband en af en toe een vuiltje of krasje in beeld. Het beeldformaat is 1.66:1, dat in de jaren zeventig in zwang was, het geluid is simpel stereo en er zijn zelfs overnametekens te zien, toen een signaal voor operateurs om een nieuwe filmspoel op te zetten.
The Holdovers is een bedrieglijk eenvoudige film gedraaid in een bedrieglijk eenvoudige stijl, waarbij de camera alleen beweegt als daar aanleiding voor is. Hoogtepunt is een doordringende close-up van Angus die een monoloog over zijn vader houdt, waarbij de camera heel langzaam uitzoomt. Een heel snelle uitzoom à la The Graduate (1967), stilistisch een van de voorbeelden van The Holdovers, is dan weer erg grappig. Alle buitenscènes spelen zich af in de sneeuw, onder grijze luchten. De kostschool waar de film opgenomen werd, ziet er nog net zo uit als in de jaren zeventig, waarbij vooral Mary’s keuken – haar domein – en kamer een eigen karakter krijgen.
Lees ook
een interview met regisseur Alexander Payne: ‘De vastgedraaide man in crisis is mijn sjabloon’
