Tv-recensie | Dorus in de Top 2000, met dank aan TikTok

Met muziek is het eenvoudig om generaties te overbruggen. Dat was te zien in de eerste aflevering van ‘Top 2000 a gogo’, dit jaar gepresenteerd door Diederik Ebbinge, die dat half onhandig en half ironisch deed en zo precies de juiste toon wist te treffen. Het programma is niet vies van melancholie en voor deze 25ste editie werd uit de hoge hoed het ‘generatiespel’ getoverd, waarbij nummers die de afgelopen 25 jaar in de Top 2000 stonden geraden moesten worden. Het toppunt van het dichten van de generatiekloof werd geleverd door nummer 676, een hernieuwde binnenkomer: ‘Twee motten’, van Dorus (Tom Manders) met Cor Steyn achter het orgel. Het ongewone liefdesliedje over de twee motten die de oude jas van Dorus hadden gevonden om zich te nestelen, en die dat zo lief deden („die dot van een mot”) dat ze met rust gelaten werden. Nederland op zijn onschuldigst in 1957. Dat het nummer nu weer zo hoog staat, hoger dan ooit eerder zelfs, is niet te danken aan de mensen die zich dat nummer nog herinneren, maar aan hun kleinkinderen. Die hebben zich er de afgelopen maanden op TikTok mee geamuseerd, net in de periode dat er voor de Top 2000 gestemd kon worden, verklaarde sidekick Leo Blokhuis.

„Als een vader een mooie dochter heeft. Dan is er geen moment dat ’ie nog rustig leeft” is uit een ander lied van Dorus dat de Top 2000 níet haalde (het mottenliefdeslied is ook mooier), maar dat wel goed had gepast bij de interviewserie In de beste families, vaders, waar Coen Verbraak gesprekken aangaat over de rol van de vader. Vanuit een ouderwets paradigma, namelijk dat moeders een vanzelfsprekender, onvoorwaardelijker liefde hebben met hun kinderen dan vaders, interviewt hij negen vaders en hun kinderen over hun onderlinge verhouding. In de eerste twee afleveringen kwamen vooral lieve vaders aan bod, die zelf best vaak hadden geworsteld met hun eigen vader. Dan ging het over vaders met twee gezichten, vaders die conflicten vermeden of vertrokken waren en over trotse vaders.

Vooral die behoefte aan een trotse vader was opvallend, noem het een generatiedingetje. Het waren namelijk vooral de vaders in de interviews die erover begonnen: schaamte en trots. Als darwinisme in vader-verhoudingen bestaat, dan kwam dat voortreffelijk tot uiting bij de nieuwe generatie: de kinderen van de geïnterviewde vaders. ‘Trots op’ was vervangen door ‘liefde voor’.

Een lieve vader lijkt bijvoorbeeld journalist Frenk der Nederlanden. De emoties niet schuwend en soms bewust opzoekend, gaat Verbraak uitgebreid in op de dood van de vrouw van Der Nederlanden. Absurd en goed is het verhaal dat ze de kist al hadden beschilderd en snel opbergen als zijn vrouw Sylvie uit het hospice terugkeert. Ze leefde nog een jaar, terwijl de kist op zolder stond te verstoffen. Mooi is hoe zijn dochter Josephine het verdriet om haar moeder nog verwerkt, en welke rol Rosa – Der Nederlands dochter, met downsyndroom – inneemt.

Een constante vrees

Ronduit ontroerend zijn Edwin Stolp en zijn zoon Teun. Edwin Stolp schreef Huntingtonblues over de zenuwziekte die bij hem geconstateerd wordt als zijn zoon en dochter nog jong zijn, en waar achteraf gezien zijn moeder ook aan moet hebben geleden. Hij worstelt niet alleen met wat de ziekte voor hem betekent, maar vooral ook met de impact die deze heeft op zijn kinderen, en de constante vrees daarbij tekort te zijn geschoten. Daar was geen sprake van, vond zijn zoon. Zijn papa was iemand met een ziekte, maar die ziekte was niet zijn papa.

Teun Stolp is een zoon die geen kijker onberoerd laat in zijn verhaal over en visie op zijn vader, een brok liefde en een zoon – het is niet anders – om trots op te zijn.