Opinie | Oorlog tegen Kerst is Turkijes cultuurstrijd

‘Wat een mooie boom, laten we die versieren’, dacht een student van de Yildiz Technische Universiteit in Istanbul toen hij onlangs een dennenboom op de campus zag. Daarop hingen hij en andere studenten kerstversiering in de boom, vertelt één van de studenten in zijn vlog op YouTube. Weinig aan de hand, zou je denken.

Maar dit is Turkije, dus de boom werd politiek. Een conservatieve student stuurde al snel een petitie aan de rector van de universiteit, waarin hij de versieringen omschreef als een belediging van Turkije’s „nationale en spirituele waarden”. Na het vrijdagmiddaggebed trokken islamitische studenten met Turkse vlaggen over de campus om tegen de boom te protesteren.

De andere, veelal linkse studenten organiseerden juist een groot dansfeest ter ere van hun kerstboom. Telkens wanneer het universiteitsbestuur de versieringen liet weghalen, tuigden ze de boom weer op. „Wat er gebeurt toont het religieuze en reactionaire beleid van de AKP-regering”, verklaarde een linkse studentenbeweging. „De boomkwestie is een politieke kwestie.”

Het Uur U van islamisering

Dit soort relletjes zijn niets nieuws. Hoewel de meerderheid van de Turken kerst gewoon kerst laat zijn, leent het feest zich buitengewoon goed voor Turkije’s nationale hobby: cultuurstrijd. Ieder jaar duikt er wel ergens een filmpje op waarin een conservatieve moslim Kerstmis verfoeit als westers importproduct of de Kerstman vanaf zijn dak opwacht met een geweer.

En ieder jaar zijn er weer seculiere Turken die in dat soort stunts het Uur U van de islamisering zien.

Toch is de kerstman geen vreemde in Turkije. Sint-Nikolaas, de historische voorvader van zowel Sinterklaas als Santa Claus, was een 4de-eeuwse Griekse bisschop in de stad Myra, nabij de huidige zuid-Turkse stad Demre. De kerk waarin eens zijn botten zouden hebben gelegen, doet tegenwoordig dienst als ‘Kerstmanmuseum.’ Erbuiten staat een groot beeld van de Kerstman. Leuk voor de toeristen.

Maar kerstmis is in Turkije geen officiële feestdag. De moslims in het land (zo’n 90 procent van de bevolking) doen er sowieso niet aan, terwijl orthodoxe Grieken en Armenen de geboorte van Christus op 6 en 7 januari vieren. Dat in Istanbul en andere steden in december toch veel kerstversiering te zien is, komt doordat veel Turken de kerstballen en lichtjes associëren met een ander feest dat, met name seculiere Turken, wél vieren: Oud en Nieuw.

Geld verdienen

Die viering is net zo goed een doorn in het oog van sommige religieuze Turken. „De excessen van Oudejaarsavond zijn ondenkbaar”, schrijft een moefti (islamitisch geleerde) op de website van de Diyanet, het Turkse presidium voor geloofszaken. In zijn religieuze advies hekelt hij niet alleen het alcoholgebruik en de „liedjes die seksuele driften aanjagen”, maar ook „de blinde imitatie van het Westen” die hij in Oud en Nieuw ziet.

Ook Turkse politici proberen punten te scoren in dit debat. Terwijl burgemeesters van de oppositiepartij CHP in Ankara en Istanbul kerstbomen laten optuigen, zetten politici uit de AKP van president Erdogan hen daarvoor neer als slechte moslims. „Geen commentaar”, schrijft een AKP-parlementariër boven een tweet met een foto van kerstversiering in de wijk Çankaya in Ankara. „Terwijl onze moslimbroeders in Gaza doodbloeden, is de CHP-gemeente in Çankaya klaar voor Kerst.”

Evengoed hangen de winkelcentra in handen van aan de AKP-verbonden zakenmannen ook deze decembermaand vol kerstlichtjes en kerstslingers. In het Zorlu Centrum in Istanbul, in handen van één van Erdogans rijkste zakenpartners, is er voor de liefhebber zelfs een kerstmarkt opgetuigd. Zodra er geld te verdienen valt, is de cultuurstrijd ook in Turkije snel vergeten.

In deze rubriek belichten correspondenten het publieke debat op hun standplaats.