Van deze uitspraak „zal de toekomst van het Europese voetbal afhangen”, schreef de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie vorig jaar in zijn analyse van rechtszaak tussen de UEFA en de European Super League, het beruchte plan van twaalf topclubs uit Engeland, Spanje en Italië om buiten de UEFA en de FIFA om een gesloten voetbalcompetitie te beginnen. Hij kreeg gelijk, is de conclusie nu het Hof uitspraak heeft gedaan. De UEFA, én andere sportbonden in Europa, kunnen concurrerende competities als de Super League niet langer naar eigen inzicht verbieden.
In een arrest dat net zulke verregaande consequenties kan hebben als de geruchtmakende Bosman-zaak uit 1995, bepaalde het Hof donderdag dat de UEFA en de FIFA misbruik hebben gemaakt van hun dominante positie toen zij in 2021 met succes de Super League in de kiem smoorden. In een vergelijkbare zaak leed ook de internationale schaatsbond ISU een zware nederlaag. Daarmee lijkt de almacht van sportbonden en hun competities gebroken en staat de deur open voor concurrerende initiatieven.
Mededingingsregels
In de kern draaiden de zaken om dezelfde fundamentele vragen: hoe legitiem is het monopolie van Europese sportbonden als regelgever én tegelijkertijd commercieel uitbater van Europese toernooien zoals de Champions League? En: hoe groot is hun speelruimte om, in het vermeende belang van de sport deelname aan concurrerende initiatieven te verbieden en zo af te wijken van mededingingsregels die gelden in ‘gewone’ bedrijfstakken?
Wat de bonden betreft, was die speelruimte groot. Zo dreigde de UEFA direct na de aankondiging van de Super League met een verbod op deelname aan nationale en internationale competities en toernooien. Voor zowel de betrokken clubs als hun spelers, die moesten vrezen zelfs niet meer voor nationale teams te mogen uitkomen als ze zouden spelen in de Super League. Dat werd gerechtvaardigd met het argument dat „dit cynische project, geworteld in het eigenbelang van een paar clubs”, met alle mogelijke middelen vernietigd moest worden. Want, stelde de UEFA, „[het Europese] voetbal is gebaseerd op open competities en sportieve verdienste, voor iets anders is geen ruimte”.
Lees ook
Het volk sprak en binnen 48 uur was de Super League ontmanteld
Piramidestructuur
Ze kregen donderdag in hoge mate gelijk van de hoogste rechter in de Europese Unie. De UEFA en de FIFA, als organisatoren van competities en toernooien die miljarden euro’s opbrengen, verdienen geen uitzonderingspositie binnen het mededingingsrecht en mogen concurrenten niet naar eigen inzicht de pas afsnijden. Tenminste, niet zolang er geen „transparante, objectieve, non-discriminatoire en proportionele” voorwaarden zijn geformuleerd waar eventuele concurrenten aan moeten voldoen om wél de markt te betreden. Ook de ISU heeft misbruik gemaakt van zijn macht door te stellen dat Tuitert en Kerstholt vóóraf toestemming nodig hadden van de schaatsbond, op straffe van sancties.
Overigens benadrukt het Hof van Justitie dat de uitspraak níet automatisch betekent dat de European Super League, zoals die oorspronkelijk is voorgesteld, verenigbaar is met het Europees recht. Sport in Europa wordt, zo staat het Verdrag, anders dan bijvoorbeeld de auto-industrie, gekenmerkt door een piramidestructuur met onderin amateurs en profs in de top. Verder zijn competities ‘open’, toegankelijk dus voor iedereen op basis van prestaties, en speelt ‘financiële solidariteit’ tussen de top en de onderste regionen een belangrijke rol.
„Het directe gevolg van de uitspraak is dat er iets moet gebeuren aan de kant van de UEFA”, zegt Edmon Oude Elferink, mededingingsadvocaat bij CMS. „De statuten moeten hoogstwaarschijnlijk worden aangepast. De boodschap is vooral: er moeten duidelijke criteria bestaan bij een bond die een machtspositie heeft over concurrerende initiatieven en op welke gronden die worden toegestaan of niet”.
A22-topman Bernd Reichart claimt de uitspraak als een afgetekende overwinning en laat doorschemeren dat het plan voor een Super League, hoewel in aangepaste vorm, nog altijd springlevend is. „We hebben het recht om te concurreren gewonnen”, stelt Reichart in een eerste reactie. „Het UEFA-monopolie is voorbij: clubs zijn nu vrij van de dreiging van sancties en vrij om hun eigen toekomst te bepalen. Voor de fans: we stellen voor dat alle wedstrijden in de Super League gratis bekeken kunnen worden. Voor de clubs: inkomsten en solidariteitsbetalingen worden gegarandeerd.”
Eerder dit jaar kondigde Reichart al aan een nieuw plan voor een Super League te werken. Dat zou gaan om een open Europese competitie met 60 tot 80 deelnemers en meerdere divisies. De voorbije maanden reisde Reichart door Europa om steun te verwerven voor dit initiatief, in de wetenschap dat het oorspronkelijke plan voor een elitecompetitie uiteenspatte vanwege de grote weerstand die het opriep.
Lees ook
Nieuw plan voor Super League met 60 tot 80 clubs
Of een Super League in aangepaste vorm wel levensvatbaar is, is onduidelijk. Zeker is dat de weerzin tegen het huidige, door de UEFA bepaalde model, breder leeft dan alleen onder een paar topclubs. Zo hebben ruim honderd kleinere Europese clubs zich dit jaar verenigd in de Unie van Europese Clubs (UEC). Zij zijn expliciet tegenstander van de Super League, maar vinden óók dat de topclubs in het huidige systeem juist veel te veel invloed hebben en worden bevoordeeld.
Tegelijkertijd procedeert het nietige Swift Hesperange uit Luxemburg tegen de UEFA omdat het vindt dat het is opgesloten in de nationale competitie. Swift wil de vrijheid met buitenlandse clubs een regionale competitie op te zetten. Die zaak loopt nog.
De advocaten van de European Super League waren Jean-Louis Dupont en Martin Hissel, bekende juristen in het voetbal. Zij waren het die in 1995 het transfersysteem openbraken door met succes te betogen dat clubs geen transfersommen kunnen vragen voor spelers die uit contract lopen, en dat UEFA-regels voor een maximaal aantal buitenlandse voetballers in een team in strijd zijn met EU-recht (het Bosman-arrest).
Leeslijst