N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Twistgesprek Moet de tandarts in het basispakket? Niet als je de armsten via de gemeente bijstaat, zegt Wim van Geest. Wel als je kosten op termijn wilt voorkomen, vindt Aad de Groot. Twistgesprek onder leiding van Frederiek Weeda.
De tandarts moet weer in het basispakket van de zorgverzekering, vindt een meerderheid in de Tweede Kamer. De ene partij wil wat meer vergoeden dan de andere. Alleen controles? Vullingen? Wortelkanaalbehandeling? Maar een meerderheid wil dat ‘basale’ tandartsenzorg ook voor volwassenen niet meer alleen te verzekeren is via een aanvullende verzekering. Voor kinderen is dat al zo. Steeds minder mensen nemen een aanvullende tandartsverzekering – in 2021 nog maar 66 procent. De rest gaat óf niet naar de tandarts óf betaalt de rekening zelf. Opmerkelijk: juist de beroepsorganisatie KNMT vindt dat haar zorg níet in het basispakket moet voor iedereen. Alleen tot 25 jaar en na 75 jaar.
Tandarts Wim van Geest en zorgverzekeraar Aad de Groot (DSW) discussiëren over de stelling: de tandarts moet terug in het basispakket.
Wim van Geest is WvG, Aad de Groot is AdG.
WvG: „De tandarts moet niet terug in het basispakket. Dat is ondoelmatig. Dan neem je álle Nederlanders in de collectief verzekerde zorg op om financieel kwetsbare mensen te ondersteunen? Het is kosteneffectiever wanneer daarvoor gebruik wordt gemaakt van bestaande gemeentelijke regelingen. Maar daar moet wel geld voor worden vrijgemaakt.”
AdG: „Het moet wel terug in het basispakket. Mondzorg is misschien wel de meest bewezen vorm van preventieve zorg. Als je regelmatig naar de tandarts gaat, is dat ook op langere termijn niet alleen goed voor je gebit maar voor je hele gezondheid. En ook voor de zorgkosten in de toekomst. De kosten gaan hier voor de baten uit.”
WvG: „Maar dat gaat veel geld kosten. Dit terwijl het gros van de mensen prima in staat is om zijn gebit zelf goed te onderhouden (terughoudend met suiker – poetsen – stokeren) en dus jaarlijks een overzichtelijk bedrag kwijt is aan tandartscontroles. Ik zou ervoor kiezen om alleen de leeftijd tot waar de mondzorg voor de jeugd in het basispakket zit, wat te verhogen. Dit is goedkoper en je bereikt ermee dat jongeren met een goed gebit de volwassenheid ingaan.”
AdG: „Maar steeds minder mensen nemen een aanvullende verzekering omdat ze de premie niet kunnen betalen. Omdat steeds minder mensen een aanvullende verzekering hebben, stijgt de premie voor de aanvullende verzekering steeds en is die straks alleen nog maar betaalbaar voor de wat rijkere inwoners van Nederland. Zo wordt de zorg van de tandarts voor steeds minder mensen bereikbaar. Dat staat haaks op de solidariteit die de basis vormt van ons stelsel.”
WvG: „Áls je mondzorg al in de basis opneemt, hoe ver ga je dan? Is dat alleen de controle of ook vullingen en kronen? Wat zijn ‘basisbehandelingen’? Ik vrees dat de politiek geen idee heeft van de financiële consequenties. Daarbij komt: tandheelkunde in het basispakket is geen garantie dat dan iedereen de tandarts ook daadwerkelijk bezoekt. Toen de tandarts nog in het ziekenfonds zat, waren er ook genoeg mensen die de tandarts niet bezochten.”
AdG: „Enkele jaren geleden ontdekten we bij DSW dat veel kinderen van onze verzekerden nog nooit in een tandartsstoel hadden gezeten. Wij hebben toen de ouders aangeschreven en gezegd dat de tandarts voor kinderen tot 18 jaar in het basispakket zit en dat hiervoor geen eigen risico geldt. Een half jaar later ging 50 procent van die kinderen alsnog naar de tandarts. Dat kost geld maar levert een veelvoud op. Verder is het aan het Zorginstituut om te adviseren welke tandartszorg precies in de basisverzekering moet komen. Daar zitten mensen die verstand hebben van de inhoud van de zorg en van financiën.”
WvG: „Ik betwijfel of het Zorginstituut er zo veel kennis van heeft. Bijvoorbeeld: een verrichting in ons tarievenboek die volledig bewezen effectief is, is de M05: de niet-restauratieve behandeling van cariës in het melkgebit. Juist die verrichting is door het Zorginstituut niet in de basisverzekering opgenomen. En wat de aanvullende verzekeringen betreft: ik had een gehoorapparaat nodig. Ik kreeg van de verzekeraar wel een apparaat van 1.000 euro vergoed maar niet een voor mij geschikter apparaat van 1.500 euro. Dat apparaat kwam dus volledig voor mijn rekening. De verzekeraar gaat op de stoel van de behandelaar zitten: hij stuurt de patiënt in de richting die die verzekeraar het beste uitkomt. Zo wordt de premie voor een aanvullende verzekering niet ingezet voor de best mogelijke zorg.”
AdG: „Deze redenering gaat ervan uit dat we de tandarts ofwel helemaal in de basisverzekering ofwel helemaal in de aanvullende verzekering opnemen. En juist uw argumenten pleiten ervoor om de tandarts in het basispakket op te nemen, mits je goed omschrijft wat dit inhoudt. Van belang is dat de basismondzorg – zoals preventieve gebitsreiniging, vullen en trekken of andere behandelingen bij kiespijn – volledig in het basispakket worden opgenomen. De exacte samenstelling en omschrijving moet natuurlijk in overleg met de tandartsen gebeuren. De zorgverzekeraar kan helemaal niet op de stoel van de tandarts gaan zitten.”
WvG: „Sinds 2006 zijn volwassen patiënten gewend aan rekeningen van de tandarts. In het huidige systeem spreekt de tandarts met die patiënt over zijn mond. Alle mogelijke opties met de bijbehorende kosten worden voorgelegd, waarbij de patiënt kan kiezen. De een kiest bij kiespijn voor een relatief goedkope extractie, de ander voor een wortelkanaalbehandeling met alles erop en eraan.”
AdG: „Ik vind het bijzonder om de patiënt met kiespijn te laten kiezen of hij de kies laat trekken of een duurdere wortelkanaalbehandeling wil. Wat medisch gezien de beste behandeling is, moet leidend zijn en niet wat iemand kan betalen.
Overigens de naam aanvullende verzekering zegt het al: aanvullende tandartsingrepen waarvan je redelijkerwijze niet weet of je daar ooit een beroep op gaat doen, kunnen dan in de aanvullende verzekering worden opgenomen – in een integraal aanvullend pakket waarin ook andere vergoedingen (zoals fysiotherapie) zijn opgenomen. Zo hou je het verzekeringskarakter van de aanvullende verzekering in tact.”
WvG: „Een aanvullende verzekering sluit je af voor onvoorziene hoge kosten. Maar bij de aanvullende verzekering voor de tandarts geldt een maximale uitkering, die zelden meer is dan 1.500 euro. Als het echt mis gaat, bijvoorbeeld een ongeval met de tanden, is dat nooit genoeg. Geen wonder dat die niet populair is.”
AdG: „U ziet aanvullende verzekeringen met een maximale uitkering. Ik pleit voor een aanvullende verzekering, die sommige verzekeraars nu al aanbieden, waar je voor bepaalde behandelingen verzekerd bent, en niet voor een bepaald bedrag. Door er de basis tandartszorg uit te halen, en in het basispakket te plaatsen, wordt deze aanvullende verzekering goedkoper en daarmee ook voor meer mensen betaalbaar. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Ook de basis-tandartskosten worden dan over meer mensen (iedereen) verdeeld. ”