Desi Bouterse krijgt ook in hoger beroep 20 jaar cel, maar hoeft nog niet de cel in

De Surinaamse ex-president en -legerleider Desi Bouterse is deze woensdag ook in hoger beroep veroordeeld tot twintig jaar cel wegens zijn betrokkenheid bij de moord op vijftien tegenstanders van zijn militaire regime, in 1982. Hij was niet aanwezig in de rechtszaal van het Hof van Justitie om dit finale vonnis tegen hem aan te horen.

Anders dan het Openbaar Ministerie verzocht had, hoeft Bouterse de straf niet onmiddellijk uit te gaan zitten, bepaalden de rechters. Het is nu aan de procureur-generaal om te bepalen wanneer en onder welke omstandigheden de straf ten uitvoer moet worden gebracht.

Nadat hij twee keer eerder twintig jaar kreeg opgelegd voor deze zogenoemde Decembermoorden, ging Bouterse achtereenvolgens in verzet en in beroep tegen die veroordeling. Met deze bekrachtiging van de uitspraak van de Krijgsraad van november 2019 ligt er – 41 jaar na dato – alsnog een finaal vonnis in deze voor Suriname uiterst gevoelige en politiek beladen zaak.

In dit vorig jaar aangespannen hoger beroep had het Openbaar Ministerie opnieuw twintig jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, evenals ‘een bevel tot onmiddellijke gevangenneming’ van de 78-jarige Bouterse. Over deze toevoeging aan het vonnis moest het Hof van Justitie een afzonderlijk besluit nemen. De rechters verwierpen dit verzoek omdat de vervolgingsambtenaar had verzuimd de noodzaak hiertoe aan te duiden.

Advies van advocaat genegeerd

Voorafgaand aan de zitting was het de vraag of Bouterse afwezig zou zijn in de rechtszaal om zijn vonnis aan te horen. Tijdens eerdere zittingen kwam hij de afgelopen jaren meermaals opdagen, maar tijdens een rally van zijn partij NDP liet hij zich zaterdag door zijn aanhangers opdragen om weg te blijven. „Kom niet! Blijf thuis!”, klonk het toen uitbundig. Toen de zitting begon en Bouterse werd opgeroepen, bleek hij inderdaad afwezig.

Bouterses advocaat Irwin Kanhai had zijn cliënt, naar eigen zeggen, maandag nog aangeraden om wél bij het vonnis aanwezig te zijn. Toen de raadsman woensdagochtend arriveerde bij de rechtbank, zei hij dat dit advies wat hem betreft nog steeds gold. „Er is een relatie die hij heeft met zijn aanhang. Ik behoor niet tot zijn aanhang. En er is een relatie advocaat-cliënt.” Maar moest hij ook erkennen: „Hij [Bouterse, red.] is vrij in het opvolgen van dat advies.”

In de hoofdstad Paramaribo was het bij het begin van proces, rond 9 uur ’s ochtends lokale tijd, relatief stil op straat. De Surinaamse autoriteiten kondigden vooraf een veiligheidsplan af, waarbij onder meer een samenscholingsverbod gold voor de afgesloten gebieden nabij het gerechtsgebouw. President Chandrikapersad Santokhi deed „een dringend beroep op de samenleving om verantwoordelijk gedrag te tonen en vreedzaam met de situatie om te gaan”.

Er waren geen NDP-aanhangers bij de rechtbank aanwezig, wel verzamelden zich bij Ocer, het partijcentrum van Bouterse, NDP-parlementariërs in een bovenruimte.

Verweren verworpen

De vijftien kritische journalisten, advocaten, intellectuelen en militairen werden in de nacht van 7 op 8 december 1980 gemarteld en vermoord in Fort Zeelandia. Volgens Bouterse waren de slachtoffers van plan een staatsgreep te plegen en werden ze „op de vlucht neergeschoten”. Naast de ex-president diende woensdag ook het beroep van Ernst Gefferie, Stephanus Dendoe, Iwan Dijksteel en Benny Brondenstein.


Lees ook
Deze interviews met nabestaanden en getuigen

Nirmala Rambocus

De verdediging vroeg vrijspraak, maar haar verweren werden door het hof stuk voor stuk als ‘onaannemelijk’ en als ‘lege bewering’ verworpen, meldde onder andere het Surinaamse radiostation ABC. Ook bepaalden de rechters dat vaststaat dat de moordpartij met voorbedachten rade werd voltrokken: de verantwoordelijke militairen kregen specifieke instructies en training, en de slachtoffers werden urenlang vastgehouden. De rechters namen de verdachte ook kwalijk dat hij nooit openheid van zaken heeft willen geven.



Leeslijst