De politieke achtbaan omtrent de immigratiewet van de Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin lijkt uitgeraasd. Dinsdagavond hebben beide kamers van het Franse parlement na tal van politieke bochten en loopings ingestemd met een aangescherpte versie van het wetsvoorstel dat Darmanin bijna een jaar geleden presenteerde. De regering haalt even opgelucht adem, maar alleen het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) en de conservatieve Republikeinen (LR) kunnen écht tevreden naar bed.
Nadat een onwaarschijnlijke coalitie van radicaal-links tot radicaal-rechts vorige week maandag de wetstekst zoals eerder goedgekeurd in de senaat afschoot zonder deze inhoudelijk te behandelen, begon in politiek Parijs een week van getouwtrek, parlementaire trucjes en politieke hoogspanning. Op verzoek van president Emmanuel Macron werd een commissie gevormd met leden van de senaat en de Assemblée die samen tot een compromistekst moesten komen die daarna – zonder inhoudelijk debat – door beide kamers goedgekeurd moest worden.
Meteen was duidelijk dat de wet een rechtse afslag zou nemen: kamp-Macron heeft geen meerderheid in het parlement en had zowel in de commissie als bij de stemmingen in beide kamers daarna de steun nodig van de Republikeinen – die zich op het gebied van immigratie de laatste jaren steeds radicaal-rechtser tonen. En dus kwam de commissie, uitgebreid ingefluisterd door de achterban, dinsdagmiddag tot een akkoord dat beduidend strenger van aard is dan het aanvankelijke wetsvoorstel. Enkele uren later stemden de ‘Macronisten’, hun rechtse partners én het radicaal-rechtse RN het voorstel overtuigend door het parlement.
Lees ook
Met Macrons migratiewet strandt ook zijn politieke strategie
Migratiequota en inperking rechten
De wettekst is op een aantal punten aangescherpt. Zo staat in de tekst onder meer dat het parlement jaarlijks gaat stemmen over „migratiequota” voor het aantal immigranten dat in Frankrijk mag komen. Ook wordt het moeilijker voor niet-Europese immigranten die geen baan hebben in Frankrijk om aanspraak te doen op bepaalde uitkeringen. Immigranten zonder werk zullen na aankomst vijf jaar moeten wachten tot ze recht hebben op zaken als kindertoeslag en een uitkering voor huisvesting. Voor immigranten die wel werken, is deze periode korter. (Buitenlandse studenten, vluchtelingen en mensen die een verblijfsvergunning krijgen een uitzonderingspositie.)
Verder wordt het niet meer vanzelfsprekend dat jongeren die in Frankrijk zijn geboren bij buitenlandse ouders, op hun achttiende de Franse nationaliteit krijgen. Als een buitenlander die in Frankrijk geboren is, wordt veroordeeld voor een misdrijf, verliest hij de kans op deze naturalisatie. Ook wordt het illegaal verblijven in Frankrijk weer een misdrijf (dit was de voormalige socialistische president François Hollande uit de wet gehaald).
Een van de belangrijkste ‘linkse’ punten van de aanvankelijke wettekst, het idee om migranten die al in Frankrijk zijn en zwart werken in sectoren met arbeidstekorten in sommige gevallen papieren te geven, wordt aan extra regels gebonden. Verder moet het moeilijker worden voor „zieke buitenlanders” die in hun land van herkomst geen medische hulp kunnen krijgen, om een verblijfsvergunning te krijgen. En sommige buitenlandse studenten moeten een borg gaan betalen als verzekering dat zij na hun studietijd weer vertrekken.
In strijd met de grondwet
Hiermee blijft weinig over van het aanvankelijke idee voor de wet: die moest door het belonen van ‘goede’ migranten en het bestraffen van ‘slechte’ migranten links én rechts tevreden stellen. En meteen rijzen vragen over de rechtsstatelijkheid van de door het parlement geaccordeerde voorstel. Onder meer het plan om het recht op sociale voorzieningen en het droit au sol in te perken lijkt één op één overgenomen uit het verkiezingsprogramma van het RN, dat decennialang geboycot wordt omdát die ideeën indruisen tegen de Franse idealen van liberté, égalité en fraternité.
De regering weet dat ze zich op glad ijs bevindt: minister Darmanin erkende dinsdagavond zelf dat sommige maatregelen „duidelijk indruisen tegen de grondwet”. Hij probeerde de gemoederen te bedaren door te beloven dat het constitutioneel hof zich nog over de wettekst zal buigen. Ook benadrukte hij na de stemming dat zijn regering deze keer niet het parlement volledig heeft gepasseerd met een beroep op het veelgebruikte grondwetsartikel 49.3 – wat bij de pensioenhervorming veel kwaad bloed zette.
Het is zeer de vraag of de altijd demonstratiebereide Fransen met deze verzachtende woorden genoegen zullen nemen. En ook binnen het kamp-Macron blijft na deze politieke rollercoaster een puinhoop achter: in de linkerflank van Macrons partij Renaissance stemden twintig parlementariërs tegen de wet en de vraag is of linkse ministers door willen na deze stemming. Zo heeft de kritische minister van Gezondheid Aurélien Rousseau zijn ontslag inmiddels aangeboden.
Extra pijnlijk voor de regering is het gejubel aan (radicaal-)rechtse zijde van het politieke spectrum, waar de stemming niet onterecht wordt gezien als een overwinning. De Republikeinse leider Éric Ciotti sprak van een „wet van de Republikeinen”, RN-voorvrouw Marine Le Pen sprak van een „ideologische overwinning voor het Rassemblement National”. Zo zullen veel Fransen het zich ook herinneren.
Lees ook
Franse regering wil links én rechts tevreden stellen met nieuwe immigratiewet
Leeslijst