Bijna dagelijks komen uit Gaza berichten over buitenproportioneel geweld. Dat gaat niet alleen om moord, verwonding, ontheemding en uithongering van burgers en de vernietiging van hun leefomgeving, dit excessieve geweld trekt ook een zware wissel op de cultuur en het erfgoed dat de Palestijnse identiteit in Gaza vormgeeft.
In de afgelopen maanden zijn musea, archieven, culturele centra, bibliotheken, boekhandels en historisch erfgoed verwoest en onbruikbaar gemaakt. Een levendige cultuur met een lange historie en een eigen identiteit dreigt te worden uitgewist. In een rapport van het Palestijnse ministerie van Cultuur van begin december wordt gesproken over de beschadiging en verwoesting van 21 culturele centra, 9 bibliotheken en uitgeverijen en 20 historische sites waaronder de Byzantijnse kerk van Sint-Porphyrius uit de vijfde eeuw, de Grote Omari Moskee in Gaza-Stad, met een minaret uit de zevende eeuw, en de haven van Anthedon die vermeld staat op de Werelderfgoedlijst. Veel gearchiveerde documenten en objecten zijn voorgoed verloren gegaan.
Bovendien zijn veel kunstenaars vermoord zoals schrijvers, dichters, fotografen, schilders, theatermakers, musici en dansers. Of zij zijn door ontberingen en gebrek aan hulpmiddelen niet meer in staat om te werken.
Bittere humor
Op 7 december werd schrijver en dichter Refaat Alareer (1979-2023) vermoord door een bombardement. Aangezien hij in het Engels schreef en vaak publiceerde op sociale media, werd hij wereldwijd veel gelezen. Heel bekend werd zijn column uit 2021 in The New York Times: My child asks, ‘Can Israel destroy our building when the power is out?’ Naast schrijver was Alareer ook geëngageerd docent Engelse literatuur en creative writing aan de Islamitische Universiteit van Gaza. Daar besprak hij met zijn studenten het werk van Shakespeare, moderne Engelse poëzie en literatuur. Tegelijk stimuleerde hij hen om in het Engels korte verhalen te schrijven. Dit leidde tot de bundel Gaza Writes Back. Short Stories from Young Writers in Gaza, Palestine (2014), waarin jonge schrijvers over hun eigen ervaringen en over gebeurtenissen om hen heen vertellen. Hun verhalen zijn schrijnend, onthullend en vol bittere humor. Twee ervan zijn beschikbaar in Nederlandse vertaling via VerhalenPost.
Afgelopen november plaatste Alareer een gedicht op X, dat zijn testament bleek te zijn: „If I must die,/ you must live/ to tell my story.”
Getuigenissen
Al vele jaren vragen Palestijnse kunstenaars via hun werk aandacht voor het leven in Palestina. Zij vertellen over het dagelijks leven van normale mensen in abnormale omstandigheden en doen dit vaak met humor, originaliteit, oog voor absurdisme en gevoel voor schoonheid. Voorbeelden van kunst uit en over Gaza zijn: het Metro Project van Mohamed Abusal, de romans en theaterstukken van Ahmed Masoud, de poëzie van Mosab Abu Toha, de films van Mohamed Jabaly en Tarzan & Arab Nasser en de korte verhalen van de vrouwelijke auteurs Nayrouz Qarmout en Heba Hayek.
Juist nu de Gazaanse samenleving van de kaart dreigt te worden geveegd, zijn we meer dan ooit afhankelijk van deze getuigenissen. Door deze te leren kennen, erover te praten, ze te bewonderen en te delen, houden we de herinneringen levend.
Leeslijst