Wat vindt NRC | Juich niet te vroeg bij het verslaan van de inflatie

Op papier had het een rustige week moeten worden, maar de laatste vergaderingen van 2023 door de centrale banken van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone die vorige week werden gehouden leverden toch spektakel op. Alle drie de centrale banken hebben de afgelopen anderhalf jaar hun rentes fors verhoogd om de te hoge inflatie het hoofd te bieden. Die inflatie liep eerst op door de krapte aan goederen en diensten die het gevolg was van het heropenen van de economie na de coronapandemie. Daarna zorgden stijgende energie- en voedselprijzen als gevolg van de Russische inval in Oekraïne voor een extra opwaartse druk op de prijzen.

Het gevecht van de centrale bankiers tegen inflatie verloopt inmiddels voorspoedig, al daalt de inflatie niet alleen door hun beleid van hoge rentes, dat de economie doet vertragen en de opwaartse prijsdruk wegneemt. De prijzen zouden sowieso al wat naar beneden zijn gekomen in vergelijking met vorig jaar.

Het neemt niet weg dat de inflatie nog steeds te hoog is. Dat is met name te zien aan de ‘kern’-inflatie, waarin de voedings- en energieprijzen niet zijn meegenomen. Die is in vrijwel alle westerse economieën nog steeds ruim boven het officiële doel van 2 procent inflatie dat de centrale banken nastreven.

Toch lopen de financiële markten al vooruit op de tijd dat de centrale bankiers hun rentes weer gaan verlagen – vermoedelijk halverwege volgend jaar. Met name in de Verenigde Staten zwelt de roep om renteverlagingen zodanig aan dat de sfeer daar al is vergeleken met die van zeurende kinderen op de achterbank op weg naar de vakantiebestemming: zijn we er al?

Dat koor zou voor kennisgeving kunnen worden aangenomen, ware het niet dat beleggers er ook naar handelen. De verwachting van lagere rentes is al in de koersen gekropen van verhandelbare leningen, waaronder staatsleningen. Ook in de eurozone. De rente op Nederlandse tienjarige staatsleningen is in twee maanden tijd scherp gedaald van 3,2 procent naar 2,3 procent. Deze rentevoet is een leidraad voor bijvoorbeeld de hypotheekrente.

Zo dreigt in een groot deel van de wereldeconomie nu de situatie te ontstaan waarin beleggers het beleid van centrale banken niet accepteren en in wezen zelf al renteverlagingen aan het afdwingen zijn. Die strijd om geloofwaardigheid is al een tijd aan de gang en er werd een jaar geleden al voor gewaarschuwd. Juist als de strijd tegen inflatie bijna gestreden is, wordt het voor centrale bankiers het meest lastig om voet bij stuk te houden en de rente hoog te houden totdat zeker is dat de inflatie niet weer opleeft.

Dat vergt een heldere, consistente communicatie waarin de Europese Centrale Bank de laatste jaren al niet op zijn best is, maar waar nu ook de Federal Reserve, de centrale bank van de VS, de laatste tijd niet uitblinkt. Toen Fed-voorzitter Jerome Powell vorige week te veel ruimte liet voor de interpretatie dat de rentes sneller en verder kunnen dalen, werd hij daarna door zijn eigen bestuursleden gecorrigeerd.

Beleggers drukken nu de aandelenkoersen extra omhoog en de marktrentes naar beneden, en versoepelen zo het monetaire beleid buiten de centrale banken om. Zulk ongeduld kan contraproductief zijn. Veel races worden pas in de slotminuten beslist. Bij de strijd tegen inflatie is dat niet anders. En die mag niet verloren worden.



Leeslijst