Wat vindt NRC | Wat voor economie Nederland wil zijn is een politieke keuze

Het zijn allebei zeer actuele politieke thema’s, maar voor het overige lijken arbeidsmigratie en subsidiëring van fossiele energie weinig met elkaar te maken te hebben. Toch komen de twee halverwege een vorige week verschenen analyse van de Adviesraad Migratie, een belangrijke regeringsadviseur, treffend samen. De clou: het naar Nederland laten komen van arbeidsmigranten die slechtere arbeidsomstandigheden accepteren dan de al aanwezige bevolking, kun je zien als een vorm van subsidie en kan dus leiden tot een verstoorde markt.

Met iets te grote regelmaat komen de voorbeelden van die slechte arbeidsomstandigheden in het nieuws. Vorige week nog berichtte NRC over een uitzendbureau in de vleesindustrie dat Roemeense en Hongaarse medewerkers onderbrengt op een boerderijcamping bij Venray. Als het werk (het slachten, uitbenen en snijden van varkens) om wat voor reden dan ook ophoudt, belanden de naar Limburg gehaalde arbeiders op straat en veroorzaken ze ordeproblemen waar lokale autoriteiten zich vaak geen raad mee weten. Tot overmaat van ramp krijgen ze door het uitzendbureau ingenomen identiteitskaarten of paspoorten pas terug als de politie telefonisch druk uitoefent.

Justitie doet naar dit specifieke bedrijf inmiddels gelukkig onderzoek en lokale bestuurders doen hun best om van de gedoogsituatie op de camping af te komen. Maar de pakkans voor malafide uitzendbureaus is in het algemeen te klein. Niemand kan intussen zeggen dat de problemen in de sector nieuw zijn. Het uitstekende rapport van oud-SP-voorman Emile Roemer over arbeidsmigratie dateert van 2020. Hij deed, in opdracht van het kabinet, vijftig aanbevelingen om de misstanden aan te pakken. Ook nu nog halen uitzendbureaus mensen uit vooral Oost-Europa naar Nederland om werk te doen in de tuinbouw, de vleesindustrie of bijvoorbeeld in distributiecentra. Werk, zeggen de werkgevers in die sectoren, dat anderen niet bereid zijn te doen.

De Adviesraad onderzocht op welke wijze arbeidsmigratie iets kan doen tegen de economische gevolgen van de vergrijzende bevolking. Zónder import van krachten van elders lopen de kosten van vergrijzing sneller op, stelt de raad. De personeelstekorten, waar die werkgevers op wijzen, kunnen inderdaad voor een deel met arbeidsmigratie worden opgevangen. Maar de vraag is tot wat voor soort economie dit leidt. Zogenoemd laagwaardig werk kan in hoogontwikkeld Nederland een rem zetten op verdere ontwikkeling en innovatie. De raad maakt daarom een onderscheid tussen werk dat Nederlanders niet willen doen en werk dat ze niet kunnen doen omdat er onvoldoende mensen met de juiste kwalificaties zijn, zoals in de zorg of bij hoogwaardige industrieën.

Zoals het demissionaire kabinet nu werk zegt te willen maken van het verminderen van fossiele subsidies, zo is ook actiever overheidsbeleid nodig op het gebied van arbeidsmigratie – niet alleen om mensonterende omstandigheden te voorkomen, maar ook om op langere termijn die markt weer in evenwicht te brengen. „Bedrijven die alleen rendabel zijn als zij geen volwaardige arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden kunnen bieden”, schrijft de raad terecht, moeten die situatie verbeteren óf hebben „geen toekomst in Nederland”. Anders gezegd: de tekorten zijn niet structureel maar tijdelijk, door een niet goed functionerende arbeidsmarkt.

De VVD-wethouder die in Venray met de gevolgen van de louche uitzendbureaus kampt, wil een landelijke oplossing. Gelijk heeft hij. Na alle stoere campagnetaal over beperking van migratie, doen de onderhandelaars voor een nieuw kabinet er goed aan een visie op arbeidsmigratie te ontwikkelen. De Kamer kan intussen vaart maken met strengere regulering van uitzendbureaus en het meer gelijktrekken van flex- en regulier werk, teneinde oneerlijke concurrentie te voorkomen. Wat voor economie Nederland wil zijn is een politieke keuze.



Leeslijst