Groep zes reageert op de verkiezingswinst van de PVV: ‘Hij mag scholen niet sluiten, dat mag niet’

Het is muisstil in de gangen van de islamitische basisschool Yunus Emre aan de Haagse Van Damstraat. De leerlingen hebben al van tevoren te horen gekregen dat een journalist langskomt om vragen te stellen over de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen. Als de verslaggever bij groep zes naar binnenloopt tijdens het fruitmoment, klinkt er nieuwsgierig geroezemoes. De juf herinnert de kinderen eraan niet met een volle mond te praten. Een jongen schuift nonchalant een stukje mandarijn in zijn mond terwijl hij de verslaggever van top tot teen bestudeert. „Hoe heet u?” wil hij weten, en „bent u Turks?”.

De leerlingen gaan met de stoelen in een kring zitten en het jongetje dat net een mandarijn at, zet naast zich een stoel klaar voor de verslaggever en gebaart dat ze daar mag zitten. Dat de Partij voor de Vrijheid (PVV) de grootste werd in de verkiezingen weten ze al. Het is ook bekend dat de PVV spreekt over het invoeren van de kopvoddentaks, sluiten van islamitische scholen en moskeeën en het verbieden van de Koran. Als hen gevraagd wordt wat ze daarvan vinden, beginnen sommige kinderen afkeurend te joelen, terwijl anderen in koor „niet leuk” roepen.

„Ik vind het jammer dat sommige mensen op zo’n partij stemmen, want de PVV heeft vooroordelen over de islam”, draagt een goed voorbereid meisje voor. „Toen ik de uitslagen zag, dacht ik gewoon dat ik op korte termijn het land uit moest en ik maakte me zorgen om mijn toekomst”, voegt ze daaraan toe.

Roken en vuurwerk

Een jongen die al een tijdje geduldig zijn hand opgestoken houdt, krijgt het woord. Zichtbaar aangedaan en met een ernstige blik begint hij te spreken: „Ik vind het niet leuk dat hij dus tegen moslims is, want ja, sommige jongeren die moslim zijn, tja, die doen misschien gekke dingen zoals roken of veel vuurwerk afsteken of zo.” Hij laat zijn ogen zakken en begint te friemelen aan zijn kleding terwijl zijn stem overslaat: „Maar niet alle moslims zijn slecht, ik bedoel, alleen sommigen misschien.”

Als iemand zegt dat Wilders moskeeën en islamitische scholen wil sluiten, wordt het onrustig in de klas en beginnen de leerlingen door elkaar heen te praten: „Maar hij mag scholen niet sluiten, dat mag niet.” „Hij wil alles sluiten, alles wat islamitisch is wil hij dicht doen en ook niet meer in zijn buurt hebben.” „Dat is buiten de wet!”, protesteert een kind.

Een jongetje legt kalmpjes aan zijn opgewonden klasgenootjes uit dat „er heel veel partijen zijn die niet met de PVV willen samenwerken, omdat die tegen moslims is en zegt dat er geen vluchtelingen meer mogen komen. Dat je dat zegt betekent nog niet dat het ook gaat gebeuren”. Hij glimlacht tevreden, want de orde is hersteld.

Sara Imajni, directeur van de islamitische basisschool Yunus Emre in Den Haag.
Foto Hedayatullah Amid

De jonge juf, een nuchtere vrouw gekleed in een helderblauwe abaya, vraagt zich na afloop nog af hoeveel mensen op de PVV hebben gestemd. Als de verslaggever het getal 2,5 miljoen noemt, reageert ze verbaasd: „Nee, het zou toch niet?” Ze begint het zelf uit te rekenen. Het klopt. „Dus ongeveer 2,5 miljoen”, vertelt ze de kinderen van achter haar bureau terwijl ze haar verbazing probeert te verbergen. Ze neemt een paar seconden de tijd om zich te herpakken, staat op en klapt opgewekt in haar handen: „Oké! We gaan het nu even vooral over positieve dingen hebben. Gaan jullie nog antwoord geven op de vraag wat jullie fijn vinden aan de islamitische basisschool?” Een heleboel handen gaan de lucht in.

Directrice Sara Imajni ziet dat alleen onder de wat jongere kinderen een aantal zich afvraagt of ze moeten vertrekken sinds de verkiezingsuitslag. „Je stelt ze gerust en geeft aan hoeveel andere partijen in de Tweede Kamer zitten”, legt ze uit. De kinderen leren wat een coalitie is, dat politici met elkaar moeten samenwerken en niet zomaar aan de Grondwet kunnen morrelen.

„Het is voor mij heel simpel. We gaan niet in een slachtofferrol kruipen”, maakt Imajni bij aanvang ook meteen duidelijk. „De uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen hebben me min of meer laten inzien dat wij bij een deel van de Nederlanders niet gewenst zijn. Maar goed, we laten ons niet afleiden. We zijn experts op het bieden van kwalitatief onderwijs.”


Lees ook
Hoe multiculturele scholen omgaan met de PVV-overwinning

Tekeningen van kinderen op basisschool Yunus Emre. Ze tekenden onder andere gezegden.

De islamitische, levensbeschouwelij­ke grondslag vormt de identiteit van de school. „Onze kinderen staan veel sterker in hun schoenen , zijn niet op hun mondje gevallen en kunnen makkelijk hun mening geven”, vertelt Imajni. Ze heeft eerder op andere basisscholen gewerkt, waaronder één met bijna geen kinderen met een migratieachtergrond. „Op het moment dat de islamitische kindjes me er zagen, begonnen ze te lachen en werden ze blij van het zien van iemand die ze kunnen herkennen. Ik denk dan: oei, wat doet dat met de sociale ontwikkeling van zo’n kind? Is het wel verstandig om je kind naar een geheel witte school te sturen als het zichzelf in helemaal niemand herkent?”

Basisschool Yunus Emre.

Foto Hedayatullah Amid

Israël en Palestina

In groep acht is hetzelfde kringgesprek over de verkiezingsuitslagen nog geen vijf minuten aan de gang als een leerling ongeduldig zijn hand opsteekt en vraagt: „Kijk, juffrouw, gaan we het ook hebben over Israël en Palestina? Want dat is denk ik belangrijker.” De jongen heeft een stotter en geeft verlegen het woord aan zijn vriend als hem vervolgens gevraagd wordt wat hij kwijt wil over het conflict. Maar de juf moedigt de leerling aan om zelf te antwoorden: „Als je de druk van wat er om je heen gebeurt even loslaat, kan jij prima vertellen wat je wil vertellen. Dat kan jij wel.” De jongen waagt een poging: „Gewoon, tja, we moeten meer bezig zijn met hen en we moeten voor ze bidden”, maar er wordt door hem heen gepraat. Hij verheft zijn stem en maakt zijn zin af – nu zonder te stotteren: „En we moeten er meer over praten en ze helpen en dingen sturen en in actie komen en niet slapen.” Zijn klasgenootjes knikken instemmend.

Onderling besluiten de leerlingen dat ze het alleen nog over het conflict en onrecht in de Palestijnse gebieden willen hebben. „We gaan nu meer aan de PVV denken en dan denken we niet meer aan die kinderen daar.” „Ja, er is nu ander, belangrijker nieuws dat we gaan vergeten.” Vanaf dat moment beginnen de meeste kinderen standvastig hun verhaal met: „Ik wil dat in de krant komt te staan dat…”, gevolgd door verhalen over Palestijnse kinderen die geen huis, school of familie meer hebben. „Allemaal kapot, allemaal dood.”

Tekeningen van kinderen op basisschool Yunus Emre. Ze tekenden onder andere gezegden.
Foto Hedayatullah Amid



Leeslijst