Door een fout in de beveiliging waren persoonsgegevens van KLM-klanten eenvoudig te achterhalen, zo blijkt uit onderzoek van de NOS. Het ging voor een groot deel om namen en e-mailadressen, maar in een klein aantal gevallen ook om paspoortgegevens, waaronder het nummer en de vervaldatum – samen genoeg om een vals document te maken om mee te reizen. Ook gegevens van klanten van zusterbedrijf Air France waren in te zien. Hoelang precies kan KLM niet zeggen, een woordvoerder spreekt van „enige tijd”.
De oorzaak van het lek bleek de sms-berichten die klanten krijgen met linkjes naar bijvoorbeeld hun vluchtgegevens, bevestigt KLM. De url’s in die sms’jes waren maximaal zes tekens lang, wat betekent dat het aantal combinaties relatief beperkt was en dus makkelijk geautomatiseerd te achterhalen door de gegevens te ‘scrapen’.
Hoeveel mensen precies zijn getroffen, zegt de luchtvaartmaatschappij niet. Aangezien elke honderd tot tweehonderd pogingen in het onderzoek een geldige link opleverde waarachter gegevens te zien waren, schat de NOS dat het om „vele klanten” gaat. KLM en Air France doen onderzoek naar de gevolgen van het incident en zeggen de Autoriteit Persoonsgegevens „uit voorzorg” over de situatie te hebben geïnformeerd. Ook de getroffen klanten krijgen bericht.
Eerder lek
In januari van dit jaar kregen KLM en Air France ook al te maken met een datalek, toen betrof het klanten van het Flying Blue-loyaliteitsprogramma. KLM verzekerde dat de hackers geen betaalgegevens hadden kunnen inzien, maar wel gegevens als telefoonnummers en e-mailadressen. Volgens een woordvoerder van KLM lag de oorzaak van deze hack in tegenstelling tot de huidige niet bij henzelf, maar werden klanten gehackt die „beheerprogramma’s van derden, waarin ze hun reizen kunnen loggen en mijlen kunnen bijhouden” gebruikten.
Geen dag zonder tomaat. Dat leek het motto van de afgelopen zomer, die ik deels in Spanje doorbracht. We aten liters en liters salmorejo, een verslavend verrukkelijke koude tomatensoep uit Andalusië die uit niets meer bestaat dan gepureerde en gezeefde tomaten, geweekt brood, knoflook en olijfolie. Ik bakte een paar tomatentaarten, waaronder een klassieke quiche, een tarte tatin-type en een veganistisch geval. Om de dag kwam er wel een tomatensalade op tafel, meestal bestaand uit niets anders dan in plakken gesneden tomaat en in rodewijnazijn gemarineerde uiringen die we rijkelijk besprenkelden met olijfolie. En vaak dronk ik tussendoor ook nog wel een glas gazpacho uit een pak – toegegeven, iets minder lekker dan huisgemaakte, maar de meeste kant-en-klare gazpacho’s zijn zeer fatsoenlijk van samenstelling en smaak.
En oh ja, ik zwichtte voor een veel te trendy tomatentoepassing die ik op Instagram voorbij had zien komen. Tomaat invriezen. Burrata op bordje vlijen. Bevroren tomaat raspen boven burrata. Olijfolie erover, zoutvlokjes, eventueel wat verse basilicum en basta. Zoals gebruikelijk op sociale media deed werkelijk iedereen elkaar ongegeneerd na – zonder erbij te vermelden dat ze het bepaald niet zelf hadden bedacht – en bij de vijfentwintigste video waarin ik #frozentomato voorbij zag komen brak mijn weerstand en legde ik een rijpe tomaat in de vriezer.
Wat ik ervan vond? Wel, wat je nergens op die filmpjes ziet, is dat het raspen van een stijfbevroren tomaat best wat kracht en bovendien een vriesvaste hand vergt. Wat me ook pas tijdens het maken opviel, is hoe weinig tomaat die tomaatfluencers over hun burrata raspen. In de meeste gevallen fungeert de tomaat hooguit als subtiele smaakmaker. De verklaring daarvoor ontdekte ik eveneens al doende: wanneer je een hele bevroren tomaat wilt raspen, is driekwart van de tomatengranita – want dat is wat er feitelijk ontstaat – al gesmolten voor je uitgeraspt bent. Concluderend bleek de wereld op Instagram dus weer net iets mooier dan de echte wereld. Wat niet wegneemt dat zo’n frisse tomatengranita over een bol romige, zuivelige burrata wel erg lekker is, zéker wanneer je warme knapperige toast gebruikt om de boel van je bord te lepelen.
Maar genoeg hierover. Ik had het vorige week al beloofd: we gaan een wintervoorraad tomatensaus maken. Dit is de beste tijd van het jaar daarvoor, de tomaten zijn te geef. En wat is er bevredigender dan een paar zelfingemaakte potten saus op de plank? Dat inmaken, ofwel wecken, of steriliseren, doe ik in mijn Instant Pot, een elektrisch kooktoestel met zowel een slow cooker- als hogedrukfunctie.
Maar omdat niet iedereen zo’n Instant Pot heeft, geef ik u meerdere opties: u kunt de tomatensaus koken en wecken in een gewone pan, in een snelkookpan óf in een Instant Pot met hogedrukfunctie. En wie helemaal geen zin heeft om de saus te wecken, kan hem uiteraard ook invriezen.
Portugal riep donderdag de noodtoestand uit nadat er ruim honderd bosbranden woedden in de regio’s Aveiro en Viseu, waarbij ruim 15.000 hectare bos in de as is gelegd.
Duizenden brandweerlieden kwamen afgelopen week in actie om de bosbranden te blussen in het noorden van Portugal, onder Porto. Ten minste zeven mensen kwamen om, tientallen raakten gewond.
Drie van de slachtoffers waren brandweerlieden die ingesloten raakten bij bluswerkzaamheden.
Brandweerlieden in actie in de regio Aveiro, een van de zwaarst getroffen gebieden.
Foto’s: Patricia De Melo/AFP
Rookpluimen vullen de atmosfeer in grote delen van het noorden van Portugal en veroorzaken luchtverontreiniging in het noordwestelijk deel van het Iberisch schiereiland, tot aan de westkust van Frankrijk.
Foto’s: Pedro Nunes/Reuters, Pedro Sarmento Costa/EPA
Achteraf bekeken ontkiemde de gedachte aan haar autobiografie Vleugels van papier vijf jaar geleden, zegt Lavinia Meijer (41), Nederlands bekendste harpist. Het was een zonnige oktoberdag in Californië. Ze had gespeeld op de première van de pocketopera Drowning van de Amerikaanse componist Philip Glass op zijn eigen Days and Nights Festival. Hij liet zich hiertoe inspireren door een vijf bladzijden tellend toneelstuk van de Cubaanse schrijfster María Irene Fornés, het verhaal van een man die een hartstocht opvat voor een vrouw op een foto.
„Daarna keken we een documentaire over de schrijfster”, vertelt Meijer, „over de laatste vijftien jaar van Fornés’ leven toen de ziekte alzheimer haar in de greep kreeg. Aan het slot gaat ze twee weken naar Cuba voor een ontroerend familiebezoek. Terug in New York is Fornés de hele reis weer vergeten. Zelfs het zien van de filmbeelden schudt haar geheugen niet wakker. Dit was de vrouw die eens zei: ‘Ik weet alles – de helft weet ik echt, de rest verzin ik.’ Het brein is een grillig organisme. Die nacht drong het tot me door dat er waarschijnlijk ook bij mij veel herinneringen in de kieren van het drukke bestaan verdwijnen. Ik begon notities te maken in mijn telefoon over wat me nog bijstond van vroeger.”
Lees ook
Lavinia Meijers harp stelt existentiële vragen
Adoptiekind
Lavinia Meijer ontpopte zich deze eeuw als de aanvoerder van een jonge generatie harpisten die het van oorsprong lieflijke instrument enerzijds een nieuw en rauwer imago gaf en anderzijds de meditatieve dimensies verdiepte. In haar voorstellingen verkent ze – door naast muziek ook teksten, kunst, geluidsfragmenten, video’s en animaties te gebruiken – maatschappelijke en filosofische vraagstukken.
Op een cafétafel in het Amsterdamse Volkshotel ligt het boek Vleugels van papier, de titel ontleend aan het lied Verdronken vlinder van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh. „We zongen dat wekelijks op de basisschool”, zegt Meijer. „Het verhaal sprak tot mijn verbeelding: de tere vleugels bieden de vlinder een benijdenswaardige vrijheid en maken het dier tegelijkertijd breekbaar. Het herinnert me aan de ontdekking van Glass’ muziek. Zijn stukken geven me altijd het gevoel van een vorm van sterven, maar met de belofte van een wedergeboorte. En hoewel ze me vaak naar beneden trekken, het donker in, blijft er een hoopvol licht te zien. Het tweede deel van Glass’ Metamorphosis roept een sterke kracht in me op – het gevoel van: hoe kwetsbaar mijn bestaan ook mag zijn, muziek geeft me vleugels.”
De rode draad van Vleugels van papier is de zoektocht naar identiteit voor de musicus, die als Soo-Ji ter wereld komt in Zuid-Korea. Na de scheiding van haar ouders wordt zij als peuter – met haar twee jaar oudere broer – toevertrouwd aan de zorg van haar vader, zoals in het Aziatische land dan gebruik is. Wanneer hij moet reizen voor zijn werk, laat hij de kinderen dagenlang aan hun lot over. De vierjarige broer Kyung-Sup bedelt in de buurt voedsel bijeen. Al snel ziet hun vader een kindertehuis als enige uitweg. Hij zal hen niet meer komen halen.
Die zomer zullen ze in een Nederlands gezin belanden. „We moeten er wel bij vertellen”, waarschuwt het adoptiebureau Wereldkinderen hun nieuwe ouders, „dat het meisje een abnormaal groot hoofd heeft. Misschien is ze niet helemaal in orde.” Onder nieuwe namen, Lavinia en Robbie Meijer, beginnen ze aan een tweede leven met een twee jaar oudere Nederlandse zus en later nog een Ethiopisch broertje.
In het boek verhaalt Meijer over haar ontdekking van muziek en de harp, die helpen bij het overwinnen van haar verlegenheid en het verwerven van eigenwaarde. „Musiceren gaf me het gevoel dat ik er echt mocht zijn. Een hartstocht vinden die meteen onvervreemdbaar van jou is, kan je door het leven gidsen. Muziek was niet iets dat mijn ouders me oplegden, waar zij meer van wisten dan ik. Dat heb ik altijd prettig gevonden. Zoals ik ook blij ben dat zij zelf een kind hadden, waardoor wij niet die leegte hoefden te vullen.”
Redder en geredde
Op haar dertiende wint Meijer haar eerste concours. De winnaarsmentaliteit en het perfectionisme komen bovendrijven. Maar geleidelijk ontdekt ze ook een andere kant van de muziek. „In de puberteit – in verdrietige en emotioneel heftige periodes – kon ik me opsluiten met de harp, dan was dat instrument als het ware de enige die me begreep.”
Bij haar adoptie staat Meijer jarenlang nauwelijks stil. Het blijft meestal iets waar omstanders naar vragen. Zo’n zestien jaar geleden krijgt ze onverwacht bericht dat haar biologische vader haar zoekt. Het dwingt haar ongewild na te denken over haar ‘vorige leven’. Niet lang daarna besluit ze op tournee te gaan naar haar geboorteland Zuid-Korea. En dan neemt ze ook de volgende stap en regelt een ontmoeting met haar vader, een ontroerende gebeurtenis – maar hun relatie kent veel haken en ogen en staat nu weer op de waakvlam.
Niettemin wordt ze zich door die ervaring bewuster van de adoptieproblematiek. „Er ontstaat een vreemde modus van redder en geredde, of we dat nu willen of niet. Bij veel adoptiekinderen speelt op de achtergrond het idee: ik moet alles zelf kunnen, want wie weet zijn mijn ouders er morgen niet meer. Je voelt dat er iets kapot is gegaan. Maar voor mij is de harp er altijd geweest: een boomstam die houvast geeft in het leven, wat er ook gebeurt. Dat ervoer ik op momenten van grote kwetsbaarheid, bijvoorbeeld in mijn puberteit en bij mijn scheiding. En met de jaren merkte ik dat het instrument een spiegel is. Wat het mij biedt aan troost, kan ik op het podium delen met mensen in het publiek die dat nodig hebben. Eerst was dat een onwennige gewaarwording, maar nu kan ik het omarmen.”
Lavinia Meijers boek Vleugels van papier verschijnt bij uitgeverij Prometheus. Vanaf 17 oktober toert de harpiste twee maanden door Nederland met danser en poppenmaker Duda Paiva in de voorstelling Animalia Paradoxa over de legendarische natuurkenner Linnaeus. www.dudapaiva.com