Burgemeesters willen vergunning voor elke wedstrijd van profclubs


Voetbal Burgemeesters met een betaaldvoetbalorganisatie in hun gemeente willen één lijn trekken in de aanpak van voetbalgeweld. Ze hebben vrijdag een voorstel gedaan voor maatregelen rondom wedstrijden.

Vuurwerk tijdens een wedstrijd tussen FC Den Bosch en Ajax.
Vuurwerk tijdens een wedstrijd tussen FC Den Bosch en Ajax.

Foto Bart Stoutjesdijk/ANP

Burgemeesters van gemeenten met een betaaldvoetbalorganisatie willen dat profclubs voortaan voor elke wedstrijd een vergunning aanvragen. Daarin moet precies staan wat het risicoprofiel van de wedstrijd is en hoe de veiligheid is geregeld. Op die manier willen de burgemeesters landelijk een uniforme lijn trekken in de aanpak van voetbalgeweld. Dat staat in een landelijk handelingskader dat vrijdag door burgemeesters Ahmed Marcouch (Arnhem) en Paul Depla (Breda) is gepresenteerd.

De vergunning kan worden afgegeven per wedstrijd, per seizoenshelft of per seizoen. Gemeenten zouden zelf mogen bepalen wat hun voorkeur heeft. In het plan van de burgemeesters staan richtlijnen voor de voorbereiding op wedstrijden en de aanpak na ordeverstoringen. Zo moet het voor elke gemeente duidelijk en voorspelbaar zijn welke maatregelen er genomen kunnen worden als het toch misgaat. Gemeenten mogen zelf bepalen of ze de richtlijnen overnemen.


Lees ook: Waar komt het opgelaaide voetbalvandalisme vandaan? De KNVB weet het niet

Afhankelijk van het risicoprofiel moet in de vergunningsaanvraag staan hoe bijvoorbeeld de fouillering in het stadion is geregeld, hoe de kaartverkoop is georganiseerd en hoe het handhavingsbeleid eruitziet. Als clubs zich niet aan de voorwaarden van de vergunning houden, kunnen ze sancties opgelegd krijgen. Die variëren van een waarschuwing tot spelen zonder publiek of een dwangsom.

Volgens de Bredase burgemeester Paul Depla zien gemeenten sinds de heropening van de stadions na de coronasluiting steeds vaker ordeverstoringen rondom wedstrijden. Individuen en groepen die wangedrag vertonen moeten wat Depla betreft gestraft worden en weten dat ze niet welkom zijn in en rond de stadions. Door daarin zoveel mogelijk één lijn te trekken, willen de burgemeesters hun handelen herkenbaarder en voorspelbaarder maken.