‘Vijf jaar heb ik medicijnen gestudeerd. M’n bachelor had ik vrijwel voltooid. Ik kon aan de volgende fase beginnen, van co-schappen. En ik besloot: nee, ik wil geen arts worden, het is een beroep dat niet bij me past.
„Komende zomer staat me opnieuw een bachelor-examen te wachten. Voor beiaardier. Ik heb mijn passie ontdekt: bespeling van carillons – zelf zeg ik meestal beiaards, het betekent hetzelfde. Sinds 2020 studeer ik aan het conservatorium in Utrecht, en aan de Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort, die met Utrecht verbonden is. Beiaard is mijn hoofdvak.
„Naast deze studie heb ik een baan in het Amsterdam UMC. Ik doe ondersteunend werk bij de opleiding tot maag-darm-leverarts.
„Ik vond het zowel fysiek als mentaal te zwaar om zelf arts te worden. Het ziekenhuis is een wereld die je helemaal in beslag kan nemen. Zieke mensen, voortdurend emotionele gesprekken. Ik kon dat moeilijk van me afzetten. Daarbij komt een hoge werkdruk, in een heel competitieve sfeer. Voortdurend voelde ik de spanning: tussen studenten onderling, tussen verschillende afdelingen in het ziekenhuis, tussen verschillende specialisten. Ik werd er niet gelukkig van.
„In 2018 ben ik verhuisd naar Almere, weg uit de hectiek van Amsterdam, waar ik woonde. Ik wilde meer tijd voor mezelf, om muziek te maken. Ik speelde al heel wat jaren saxofoon.
„Een advertentie in een Almeerse krant heeft mijn leven veranderd. Er werd een nieuwe stadsbeiaardier gezocht. Voor die functie kwam ik natuurlijk niet in aanmerking. Ik had nog nooit een beiaard aangeraakt. Maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt.
„Ik vond enkele mensen op internet, die ik mailde dat ik meer wilde weten over carillonmuziek. Een docent uit Amersfoort nodigde me uit een beiaardbespeling mee te maken. Het raakte me direct. Alles in me zei: dit wil ik ook. Vrijwel direct ben ik begonnen met een serie lessen, als amateur. Een jaar later heb ik toelatingsexamen gedaan voor het conservatorium.
„Tja, hoe geef je woorden aan het gevoel dat beiaard helemaal jouw instrument is? Het doet iets met mij om een toren te beklimmen, bovenin een klavier en klokken aan te treffen en daar muziek te maken die zich verspreidt over de stad. Niemand ziet je, iedereen hoort je – dat vind ik zo’n mooi idee!
„Een beiaard is echt een publiek instrument. Een klokkentoren staat in het hart van een gemeenschap. Daar omheen hebben zich allerlei tradities gevormd. Eén daarvan is de functie van stadsbeiaardier, een ambt dat al eeuwen bestaat. Op marktdagen klinkt de beiaard een uur achtereen. Dat heet: de marktbespeling. Ik mag die nu ook zelf verzorgen, als invaller in Almere, als student in Amersfoort en op verschillende andere plekken in het land.
„Nederland telt zo’n tachtig professionele beiaardiers. De meesten zijn als organist ook aan een kerk verbonden. Het is nogal een mannenberoep. Slechts acht beiaardiers zijn vrouw. De gemiddelde leeftijd ligt ergens boven de zestig jaar. Aanwas van jongere beiaardiers is er gelukkig ook wel, hoewel op dit moment niet zo veel. In Amersfoort heb ik twee mede-studenten.
„Op een dag, na mijn studie, hoop ik zelf ergens stadsbeiaardier te zijn. Dan kan ik mij binden aan een community rondom de toren. Dan ga je in gesprek met de plaatselijke bevolking: over het repertoire, over de hoogtijdagen van de stad die je – letterlijk – luister kunt bijzetten, over de actualiteit en hoe je daarop met je muziek kunt inspelen. Ik heb Oekraïense volksmuziek gespeeld, om stil te staan bij de oorlog, om vluchtelingen te bemoedigen.
„Als beiaardier krijg je natuurlijk ook wel eens klachten, van mensen die nabij een toren wonen en bezwaar maken tegen ‘dat lawaai’. Ze klagen vooral via e-mail of social media. Dan ga ik met hen in gesprek. Ik nodig hen uit in de toren een bespeling mee te maken. Meestal lukt het dan om mensen milder te stemmen.
Diep in de toets
„Op een beiaard kun je voluit gaan, maar evenzogoed kun je die ingetogen laten klinken. Iedere beiaardier heeft een eigen stijl. Zelf speel ik graag met de klepel dicht bij de klok. Wij noemen dat: ‘diep in de toets’. Dan speel je licht en subtiel.
„Een standaard-programma op een beiaard duurt meestal een vol uur. Het is traditie dat je dan muziek speelt uit verschillende tijden, in allerlei stijlen. Veel mensen associëren carillonmuziek met oud-Hollandse liedjes: ‘Altijd is Kortjakje ziek’, ‘Alle eendjes zwemmen in het water’. Voor de herkenning zit zoiets er altijd wel tussen. Hetzelfde geldt voor barokmuziek. Luitsuites van Bach laten zich goed voor beiaard arrangeren. En in deze tijd van het jaar horen mensen natuurlijk ook graag kerstmelodieën.
„In het verleden heb ik op saxofoon veel Slavische volksmuziek, veel klezmer gespeeld. Dat doe ik nu ook graag op beiaard. Hetzelfde geldt voor popmuziek. Michael Jackson, Lauren Daigle, Sting, The Beatles – het kan allemaal op beiaard. Het allermooist vind ik het wanneer ik na een bespeling mensen tegenkom, die de variatie is opgevallen.
„Ik streef ernaar een zo breed mogelijk publiek te verrassen met beiaardmuziek. Op die manier kan ik mensen samenbrengen. Dit past in een eeuwenoude muzikale traditie. Daar geniet ik van.”
Aanmeldingen: [email protected]
Leeslijst