Opinie | De klimaattop in Dubai was een open strijd, en dat is de grootste winst

Toen duidelijk werd dat de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) gastland van deze VN-klimaatconferentie zouden worden, klonk er meteen kritiek. Kan een rijke oliestaat die zich kenmerkt door excessieve consumptie leiderschap tonen op het gebied van klimaat? Kritiek zwol verder aan toen bekend werd dat de onderhandelingen geleid zouden gaan worden door de ceo van olieconcern Adnoc, Sultan Al-Jaber.

Anderen zagen juist kansen. De VAE liggen letterlijk en figuurlijk tussen het Globale Zuiden en het Globale Noorden, en tussen Oost en West. Omdat beslissingen bij de VN-klimaatonderhandelingen in unanimiteit worden genomen moet je alle landen – inclusief Saoedi-Arabië en andere olielanden – meekrijgen. En wie zou dat beter kunnen dan de VAE?

Voor de VAE was de klimaatconferentie een prestigeproject om het land internationaal op de kaart te zetten. Het moest en zou de grootste VN-klimaattop ooit worden. Met 110.000 geregistreerde deelnemers is dat ruimschoots gelukt. Ook daar was kritiek op, maar juist door het zo groot te maken, moest er ambitie worden getoond.

In de slotverklaring worden fossiele brandstoffen bij naam genoemd, voor het eerst sinds de onderhandelingen begonnen in 1992. Na veel getouwtrek werd besloten tot „weg bewegen van fossiele brandstoffen in energiesystemen, […] om in 2050 netto-nul emissies te bereiken, in lijn met de wetenschap”. Volgens EU-klimaatcommissaris Hoekstra is het slotakkoord historisch. Volgens de kleine eilandstaten die bedreigd worden in hun voortbestaan heeft het een ‘litanie van loopholes’, mazen om onder afspraken uit te komen. Ik denk dat de signaalwerking van het slotakkoord een nieuwe nagel aan de doodskist van de fossiele industrie is.

Consensus

Maar de grootste verdienste van deze 28ste COP was de open strijd tussen landen. De naam van het slotakkoord, de ‘UAE consensus’, weerspiegelt dit. Consensus voor de VAE zelf – een ontwikkelingsland dat rijk is geworden door de export van olie- en gas. En consensus voor de hele wereld. In Dubai waren nu 127 landen die fossiele brandstoffen willen uitfaseren, 47 meer dan op de top in Sharm-el-Sheikh vorig jaar. Maar een unaniem slotakkoord vereist consensus met oliestaten, die heftig weerstand boden. Eerdere slotakkoorden op klimaatconferenties heetten ‘Lima Call for Action’, ‘Katowice Climate Package’ of ‘Sharm-el-Sheikh Implementation Plan’. Bedrieglijke namen die suggereren dat al ’s werelds landen gezamenlijk het klimaat zouden gaan beschermen. De naam consensus is veel transparanter.

Vooruitgang is ook dat de ‘consensus’ niet de traditionele tweedeling tussen industrielanden en ontwikkelingslanden volgt. Die tweedeling was lang de grote zwakte van de VN-klimaatonderhandelingen, vooral omdat industrieland Amerika en ontwikkelingsland China elkaar in de wurggreep hielden. Dubai was anders. De Europese Unie, de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten steunden elkaar, en de VAE zegden 100 miljoen dollar toe aan het nieuw opgerichte loss and damage fund. Dat terwijl het toezeggen van klimaatfinanciering een verantwoordelijkheid is van industrielanden.

De signaalwerking van het slotakkoord is een nieuwe nagel aan de doodskist van de fossiele industrie

De open strijd was goed zichtbaar omdat er stapsgewijs naar een slotverklaring wordt toegewerkt. Iedere nieuwe versie was publiekelijk beschikbaar en lokte reacties uit. Zo schreef de secretaris-generaal van de OPEC, het kartel van olieproducerende landen, een brandbrief aan alle leden. Aanleiding was de onderhandelingstekst van 5 december, waarin „nog steeds” een optie stond om fossiele brandstoffen uit te faseren. Hij riep OPEC-leden op om teksten met de verwijzing naar fossiele brandstoffen af te wijzen. De brief lekte uit op de dag dat de VAE een volgende en minder ambitieuze versie presenteerde. Daarop reageerden andere landen geshockeerd. De Marshalleilanden lieten optekenen dat ze niet in Dubai zijn om hun eigen doodstraf te ondertekenen.


Lees ook
Nader bekeken: de slotverklaring van de klimaattop

Vlnr: ceo Adnan Amin, voorzitter Ahmed al- Jaber, algemeeen directeur Majid al-Suwaidi en onderhandelaar Hana al-Hashimi bij de slotsessie van COP28 in Dubai.

De open strijd werd ook concreet. De onderhandelingen gaan niet langer om vage doelen als „gevaarlijke klimaatverandering voorkomen”, zoals het in 1992 werd omschreven, of het begrenzen van de wereldwijde opwarming tot 1,5 à 2 graden (Akkoord van Parijs). Het gaat nu over economische sectoren zoals elektriciteit en transport, over gassen als methaan, en over de verschillende fossiele brandstoffen. De Verenigde Staten pleiten voor het uitfaseren van kolen, ook om hun olie- en gasexport veilig te stellen. China en India zijn dan weer tegen het uitfaseren van kolen. Saoedi-Arabië bood de heftigste tegenstand bij de tekst over het uitfaseren van fossiele brandstoffen, maar wilde wel praten over emissies terugdringen en over het opvangen en ondergronds opslaan van broeikasgassen.

Schepje bovenop

Je zou kunnen zeggen: het onduidelijke slotakkoord komt doordat landen juist heel duidelijk maakten waar ze zelf stonden. Dat biedt mogelijkheden. Een meerderheid van landen wil veel verder gaan dan dit unanieme akkoord. Dat momentum moet worden versterkt door meer steun te geven aan die landen die dit het hardst nodig hebben, zoals de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten.

Daarnaast moeten Nederland en de EU snel voortgang maken met de uitvoering van al bestaand beleid, om aan de wereld te tonen dat er op de klimaatconferentie volgend jaar weer een schepje bovenop kan én dat angstig vasthouden aan fossiele brandstoffen geen toekomst heeft.



Leeslijst