Polarisatie is van alle tijden. Niets nieuws onder de zon. Het is net als turbulentie tijdens een vliegreis: als je niet weet dat het erbij hoort, kan dat onnodige schrik en paniek geven.
Dat betekent niet dat polarisatie geen kwaad kan. Integendeel, de dosis maakt het vergif. Te veel polarisatie is gevaarlijk. Als er gebrek is aan basaal onderling respect, dan ontstaat gemakkelijk een woordenwedloop die het vreedzaam samenleven met verschil bedreigt.
Behalve de veiligheid kan er door te veel polarisatie nog iets anders op het spel komen te staan: de bestuurbaarheid van het land. De eeuwenoude Nederlandse bestuurlijke poldertraditie van ‘schikken en plooien’ heeft ons veel goeds gebracht. Dat moeten we in ere houden.
Daarom doen politieke partijen er goed aan zeer terughoudend te zijn in het uitsluiten van andere partijen van coalitiedeelname. Zeker in een gefragmenteerd politiek landschap. Uitsluiten wakkert ook juist polarisatie aan. Veel vruchtbaarder is het, om daadwerkelijk te beproeven of het lukt om te komen tot een samenhangend en vertrouwenwekkend regeerprogramma.
Er is een tijd om te polderen, en een tijd om te polariseren. Het vraagt steeds weer bezonnenheid en onderscheidingsvermogen om te zien wat nodig is.
Tussen polderen en polariseren
Ik wil pleiten voor de klassieke en christelijke deugd van gematigdheid, maat houden. Gematigdheid of temperantia is als een derde weg tussen polderen en polariseren. Maat houden, niet in de zin van saaie ingetogenheid of grauwe middelmatigheid zoals het zo gemakkelijk misverstaan kan worden. Waar het om gaat, is het vermogen om te kunnen temperen, zelfbeheersing te tonen. Temperantia als politieke deugd. Maat houden in partijpolitieke profilering, in het ventileren van kritiek. Die kritiek niet onnodig persoonlijk te maken. Wantrouwen en angst niet nodeloos aanwakkeren.
Lees ook
Polarisatie? We gaan juist steeds meer op elkaar lijken
Voor dat temperen is alle reden: om vreedzaam samenleven te dienen. De scheidslijn tussen pittige woorden en agressieve daden is dun. Die grens vraagt zorgvuldige bewaking.
Het tegengaan van destructieve polarisatie vraagt ook om versterking van gemeenschappelijkheid. Voor het voeden van onderling respect is het belangrijk over de grenzen van de eigen bubbel heen contact te zoeken met andersdenkenden.
Het gaat in politiek en bestuur steeds om de balans tussen tegenspel en samenspel. Als het hoogste doel de zelfprofilering of partijprofilering is, dan komt er van het zoeken van gemeenschappelijkheid weinig terecht. Maar de opdracht is hoger. Artikel 50 van de Grondwet vraagt van volksvertegenwoordigers niet alleen hun kiezers te vertegenwoordigen, maar met elkaar als instituut ook het gehele volk, iedereen dus, te vertegenwoordigen.
Laat volksvertegenwoordigers de moed hebben om de rol van bemiddelaar te vervullen tussen bestuur en burger. Het bestuur pittig duidelijk maken hoe beleid uitpakt voor de mensen in het land. Maar ook de burger eerlijk vertellen waarom niet alles morgen geregeld kan zijn.
Ook praktische maatregelen in de werkwijze van de Tweede Kamer kunnen dat besef van gemeenschappelijkheid versterken. Het gebeurt gelukkig ook weer vaker: een Kamerlid dat ook namens andere partijen het woord voert. Niet op elk onderwerp hoeft toch partijpolitiek geprofileerd te worden? Een goede zaak is ook de toegenomen inzet van rapporteurschappen. Dat is meer dan een technisch instrument: het geeft niet alleen meer diepgang in de uitvoering van de taak, maar het bevordert ook weer de broodnodige onderlinge samenwerking.
Naast versterking van de gemeenschappelijkheid verdient ook de schokbestendigheid van het politieke bestel alertheid en zorg. De spreiding van bevoegdheden en het noodzakelijke samenspel tussen de machten dragen veel bij aan die schokbestendigheid. Juist die ingewikkelde ‘inefficiënties’ die vaak onder vuur liggen, zoals een tweekamerstelsel en een tijdrovende en ingewikkelde procedure voor grondwetsherziening, vormen een belangrijke waarborg tegen al te abrupte veranderingen.
Onze rechtsstaat is daarmee stevig verankerd. Het vraagt wel steeds waakzaamheid: het recht dient de macht van de meerderheid te beteugelen, kwetsbare minderheden te beschermen. En daarom is het ook belangrijk dat het parlement ernst maakt met de eigen rol om wetten aan de Grondwet te toetsen, en dat de Eerste Kamer in samenstelling en werkwijze zich voldoende onderscheidt van de Tweede Kamer.
Flipperkastdemocratie
Een gegroeide zwakte in ons bestel is het gemak waarmee vervroegde Tweede Kamerverkiezingen als oplossing worden gezien voor politieke conflicten of impasses. Het klonk geruststellend, in de achterliggende dagen: partijen denken niet aan nieuwe verkiezingen. Maar het is al erg genoeg dat dit drie weken na de verkiezingen uitdrukkelijk benoemd moet worden! Geen flipperkastdemocratie! Dat lost niet alleen weinig op, maar in de praktijk wakkert het juist polarisatie aan.
Ook de recente verkiezingen brengen weer veel onvrede aan het licht. Het is zaak dát ernstig te nemen. In het moderne overheidsbeleid wordt vaak te eenzijdig ingezet op het hoofd. Het verheven brein wordt polariserend tegenover de dubieuze onderbuik gezet. Maar de emoties mogen er ook zijn: gevoelens van onzekerheid, machteloosheid, het gevoel er niet er niet bij te horen. Meer oog voor hoofd én hart kan veel goed doen.
Polarisatie bestrijd je niet door vanuit eigen morele hoogte de ander de maat nemen, maar door onderliggende zorgen van veel burgers serieus te nemen. En werk te maken van concrete oplossingen voor woningen, energie, immigratie en integratie, bestaanszekerheid. Het klassieke: festina lente, sed festina, is daarbij een nuttig motto. Haast u langzaam, maar haast u. Een goede balans tussen voortvarendheid en zorgvuldigheid. Dat kan helpen in het doorbreken van gepolariseerde verhoudingen in en met ‘Den Haag’.
Dit is een ingekorte versie van de 15de Thorbeckelezing, gehouden op 14 december in Nieuwspoort, Den Haag.
Leeslijst