Ongeveer één op de vier pensioenfondsen gaan de pensioenuitkeringen van hun deelnemers aankomend jaar niet verhogen, aldus persbureau ANP. „Waar vorig jaar pensioenen fors verhoogd konden worden na jarenlange stilstand, is het beeld voor 2024 heel uiteenlopend”, aldus voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie, naar aanleiding van een rondgang langs pensioenfondsen.
Door de gestegen rente staan pensioenfondsen er eigenlijk heel goed voor. Maar pensioenfondsen maken gebruik van de prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, en in die berekening wordt bijvoorbeeld de gasprijs meegerekend. Die is het afgelopen jaar gedaald. Dan hangt het er ook nog vanaf welke precieze termijn een pensioenfonds neemt om de indexatie op te baseren.
„Verhogen lijkt logisch, omdat iedereen de inflatie in de portemonnee voelde. Toch zie je bij een flink aantal fondsen dat de pensioenen in 2024 niet omhoog gaan, omdat de prijsstijging over de door hen gehanteerde periode van twaalf maanden gelijk is aan nul of zelfs negatief”, zegt Jaarsma.
Sommige fondsen hebben hun pensioenen vorig jaar niet zo hard laten meestijgen, en maken dit jaar een inhaalslag. Zo kan het dat een deel van de pensioenfondsen hun uitkering tot wel 8 procent omhoogschroeven.
Lees ook Verhoging pensioen volgend jaar onzeker, ondanks genoeg geld in de kas bij pensioenfondsen
In dit zonnige zomerweekend deel ik graag felicitaties uit. Allereerst aan president Trump die door zijn vriend Netanyahu is voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. De manier waarop Bibi dit grote geschenk aan Donald gaf was teder en oprecht. Wat mij vooral raakte was de ontroerende reactie van de onschuldige Donald, die door dit aanbod volledig overvallen werd en daardoor zeer spontaan en oprecht aangedaan reageerde. Toen ik dit zag dacht ik: de Derde Wereldoorlog is voorlopig nog ver weg.
En ik feliciteer voormalig NSC-Kamerlid Jelle Soepboer die net op tijd van het zinkende partijschip is gesprongen, waardoor hij de totale ondergang van deze splinter eind oktober niet hoeft mee te maken.
Ook proficiat voor de gemeente Coevorden die de komst van veertien minderjarige meisjes heeft weten tegen te houden met brandbommen en openlijke geweldpleging. Echt fantastisch. Zo doen we dat. Ik feliciteer ook de vluchtelingetjes dat hen een verblijf in deze ongeletterdenstam bespaard is gebleven.
Verder feliciteer ik de Turkse president Erdogan, die het wederom gelukt is om in zijn land een aantal corrupte burgemeesters achter de tralies te krijgen zonder dat een westers land daar tegen protesteert. Echt heel knap.
En natuurlijk gaan mijn felicitaties ook naar Vieze Jeroentje Rietbergen die definitief niet vervolgd gaat worden voor verkrachting van de toen negentienjarige Nienke Wijnhoven. Het met lenige pianovingers betasten van een minderjarig meisje door een vunzige muzikant op leeftijd is inderdaad iets heel anders dan verkrachten en daarom inderdaad niet strafbaar.
Wie ik niet mag vergeten te feliciteren is de redactie van het NOS Journaal, die waren deze week zo vriendelijk om het wederom gênante nieuws over hun directeur Renate Eringa, de Geitenpaadjeskoningin des Vaderlands, niet uit te zenden en te gunnen aan hun collega’s van RTL. Echt een journalistiek hoogstandje. Ik denk dat jullie op opslag kunnen rekenen. En jullie weten: Renate is niet lullig met salarissen. Uiteraard feliciteer ik Renate zelf ook omdat ze ondanks alles schaamteloos aan het omroeppluche blijft plakken. Dat noem ik pas karakter lieverd.
En ik feliciteer een straatje in Zwolle omdat het gelukt is om het studentenhuis van Noor Visser tegen te houden. Noor is een meisje dat niet zo lang geleden haar vader verloor en van de erfenis een huis kocht. Daar wilde ze met een paar vriendinnetjes in gaan wonen. De buren kregen daar lucht van en maakten bezwaar bij de gemeente. De argumenten waren uiteraard: overlast, lawaai, drukte, feestjes. Allemaal vrolijkheid waardoor de zure zulten in Noor haar straatje te veel herinnerd zouden worden aan hun eigen baldadige jeugd. Dit soort zit liever gezapig te dommelen in hun verantwoorde laadpalenjungle terwijl het denkt aan de hypotheekrenteaftrek, de zonnepanelenweelde, de elektrieke bakfietsen en het heerlijke verkeersdrempelsucces. Ze willen niet geconfronteerd worden met hun eigen vroeger. Toen hun leven nog leuk was en zin had.
De gemeente verbood het studentenhuis, waarop Noor naar de rechter stapte. Dat leek mij een gelopen koers voor onze Noor. Wie bepaalt wie je in je eigen huis haalt? Zeker bij rechters die zelf ook gestudeerd hebben en daardoor alles weten van alcohol, grensoverschrijdend gedrag en nachtelijke lol. Dus die gaven Noor vast gelijk. Ik rekende op een studentikoos briefje van de president van de rechtbank aan de Zwolse reservaatbewoners waarin uitgelegd werd hoe gezond het is om wakker gehouden te worden door jong spul dat de nachten nog gebruikt voor vrijen en dromen. En niet door snurkende zoutzakken die over relatietherapie liggen na te denken.
Maar helaas. De licht demente rechters zijn hun eigen jeugd vergeten. Dus Noor verloor.
En daarom feliciteer ik ook Noor Visser. Al is het maar omdat ze op tijd gewaarschuwd is. Ik mag hopen dat ze het huis kan verkopen aan een of ander aanleunechtpaar dat in het zeikerige straatje zielsgelukkig gaat worden.
En ik ga de jongens en meisjes van de studentenhuizen hier om mij heen feliciteren met de zomer waarin ze op afgetrapte bankstellen op de stoep bier kunnen drinken. Koud bier. Kortom: proost!
Een Europese Unie waarin anti-Europeanen de toon zetten en klimaatsceptici de sleutels van het klimaatbeleid in handen krijgen: het is lastig voorstelbaar. Toch was dat het beeld dat afgelopen week ontstond in het Europees Parlement, tijdens een plenaire sessie in Straatsburg vol drama en onverwachte wendingen. In twee belangrijke Europese dossiers – klimaat en transparantie – wisten eurosceptische politici de show te stelen, en hadden middenpartijen het nakijken.
De komende jaren moet volop worden onderhandeld over welke klimaatdoelen de EU zichzelf oplegt voor 2040. De vraag die deze week in het Europees Parlement op tafel lag: welke fractie mag voor dit lastige, maar ook prestigieuze dossier de rapporteur leveren? Politieke families kunnen tijdens een soort ‘veiling’ bieden op deze invloedrijke positie. Dinsdag werd de winnaar bekend: Patriotten van Europa, de club van onder meer Geert Wilders, Viktor Orbán, Matteo Salvini en Marine Le Pen. Een fractie die de Green Deal liever vandaag dan morgen ziet stranden en recente voorstellen van de Europese Commissie voor vermindering van de uitstoot vierkant afwijst. Middenpartijen verweten elkaar niet goed te hebben opgelet.
Donderdag gingen eurosceptici er met nog een belangrijk thema vandoor: transparantie. In het verleden waren het juist radicaal-rechtse partijen die vaak in de problemen kwamen door een gebrek hieraan, bijvoorbeeld met betrekking tot partijfinanciering of het gebruik van EU-subsidies. Nu lukte het ze om de schijnwerper te zetten op Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie.
‘VDL’ lag al eerder onder vuur wegens haar onduidelijke rol bij de totstandkoming van vaccinatiedeals met Pfizer, ten tijde van de coronaepidemie. Het is iets waar ze zich nooit voor heeft willen verantwoorden, maar deze week móest ze wel, onder druk van de rechtsconservatieve ECR-fractie (Conservatieven en Hervormers), waartoe onder meer de SGP behoort, maar ook de PiS-partij, bekend van de aanval op de Poolse rechtsstaat.
Wat ‘Pfizer-gate’ is gaan heten, draait om het sms-contact dat VDL had met de Pfizer-top. VDL wilde geen inzage geven in de berichtjes, het Europees Hof oordeelde in mei dat ze dit wel had moeten doen, maar de Commissievoorzitter doet nog steeds geheimzinnig. Op aangeven van de Roemeense Europarlementariër Gheorghe Piperea werd voorgesteld om het vertrouwen in haar op te zeggen. De motie haalde het bij lange na niet, geheel volgens verwachting, maar de indieners ervan bereikten wel dat het wekenlang over weinig anders ging dan de minder mooie kanten van VDL, en in feite van de Europese democratie zelf. Missie geslaagd.
Na de Europese verkiezingen van juni vorig jaar schoof het Europees Parlement op naar rechts. Populisten zijn zich sindsdien beter en efficiënter in fracties gaan organiseren, weten middenpartijen slim tegen elkaar uit te spelen en slagen er steeds vaker in om hun stempel op de politieke agenda te drukken. Von der Leyen zelf heeft hier aan bijgedragen. Haar eerste termijn als Commissievoorzitter (2019-2024) draaide om de samenwerking tussen de twee traditionele molochen in het Europarlement: haar eigen politieke familie, de Europese Volkspartij (EVP), en die van de sociaaldemocraten (S&D), aangevuld met steun van de Liberalen (Renew). Sinds de verkiezingen van 2024 kan ze zowel over links als over rechts. Dat wil zeggen: radicaal-rechts. En dat doet de EVP, met stille goedkeuring van Von der Leyen, dan ook geregeld, met name om versoepelingen van het klimaatbeleid door te drukken.
Dit heeft, niet geheel onbegrijpelijk, veel kwaad bloed gezet bij linksere, pro-Europese partijen die VDL vorig jaar nog aan een meerderheid hielpen. „In tijden van wereldwijde volatiliteit en onvoorspelbaarheid heeft de EU kracht, visie en het vermogen om te handelen nodig”, schreef VDL donderdag na de stemming. Daar is geen woord van gelogen, maar het zou goed zijn als de EU-baas en haar partij zelf het goede voorbeeld geven. Samenwerken met partijen die klimaatwetenschap of de rechtsstaat ook maar een mening vinden of die stilletjes Poetin bewonderen, levert op korte termijn misschien politiek voordeel op, maar is op lange termijn een doodlopende weg.
De gebeurtenissen van afgelopen week geven constructieve partijen volop stof tot nadenken. Zij – en niet eurosceptici – zouden voorop moeten lopen als het gaat om thema’s als transparantie of klimaat. Dat sociaaldemocraten niet willen meestemmen met twijfelachtige, radicaalrechtse initiatieven is begrijpelijk. Als de motie het donderdag had gehaald, zou dit, zoals de regels voorschrijven, het aftreden van de voltallige Commissie in gang hebben gezet. Tegelijk moet er genoeg ruimte blijven voor het geven van kritiek op deze Commissie. Discussies kunnen niet steeds bij voorbaat worden gesmoord met het argument dat de wereld in brand staat. Op termijn zal ook dat het geloof in de Europese democratie aantasten.
‘Never a dull moment on this platform”, twitterde Elon Musk woensdag nadat zijn AI-bot Grok een paar dagen lang schaamteloos antisemitische teksten had verspreid en Hitler had aangehaald als lichtend voorbeeld.
Ik ben het vaak oneens met Elon Musk, zo ook nu. X is juist saai geworden, bij veel onderwerpen kun je de tweets van tevoren uittekenen. Tegenhanger Bluesky is ook saai, net als het hele politieke debat. Dit klinkt misschien raar, want in het nieuws gebeuren waanzinnige, verre van saaie dingen. Een consultancykantoor dat berekent hoe duur het is om Gaza te veranderen in een Rivièra. Een Amerikaanse president die wapensteun aan Oekraïne laat afhangen van zijn stemming. Een Nederlandse partijleider die burgers ophitst om in opstand te komen tegen de lokale politiek. Geen onderwerpen die de nieuwsvolger in slaap sussen, integendeel: bij mij roepen ze fysieke sensaties op, van angst tot woede tot walging.
Tegelijkertijd vind ik het dus saai om het nieuws te volgen en vooral de opinies over het nieuws. Wat er gebeurt en gezegd wordt is vaak zo verschrikkelijk voorspelbaar.
Vaak gehoord: ‘Activisten moeten werk gaan doen waarmee ze de klimaatcrisis oplossen in plaats van een snelweg te bezetten.’ Alsof klimaatactivisten de hele werkweek op het asfalt zitten. Alsof ze niet tegelijk kunnen werken in technische beroepen. En alsof je pas mag demonstreren als je jezelf ook nuttig maakt.
Ook vaak gehoord: ‘Asiel is een verzonnen probleem, het gaat maar om 11 procent van de immigratie.’ Alsof 11 procent van ruim 300.000 mensen niks is, zeker als je bedenkt dat ze voorrang krijgen op de woningmarkt en zeker de eerste jaren vaak afhankelijk zijn van een uitkering. Op de langere termijn is het percentage trouwens hoger, omdat statushouders vaker hier blijven dan studie- en arbeidsmigranten.
Spannend wordt een debat pas als iemand zich verdiept in de argumenten van de tegenpartij, zijn eigen aannames bevraagt en oog heeft voor de tragische botsing van waarden, zoals de liberale filosoof Isaiah Berlin het noemde. Iedereen die spreekt over asielopvang zonder te erkennen dat er een conflict is tussen nationale en internationale solidariteit vind ik saai. Je kunt niet doen alsof solidariteit met vluchtelingen gratis is en niet ten koste kan gaan van de solidariteit met minder welvarenden in het eigen land. Het zijn immers vaak mensen aan de ‘onderkant’ die concurreren om woonruimte en voorzieningen met nieuwkomers, of daar in elk geval bang voor zijn.
Wie die waardenbotsing ziet, wordt al snel genuanceerd en dus ‘saai’. Maar eigenlijk is juist het tegenovergestelde saai: volautomatische meningsvorming. Pas waar morele dilemma’s worden erkend, wordt het spannend en interessant.
Ik moet denken aan het boek van oud-VVD-campagneleider Bas Erlings, waarover ik laatst al schreef. De VVD-campagne mikt vanaf 2017 op het ‘snelle brein’ van de kiezer, schrijft Erlings: de partij probeert via simpele beeldvorming emoties te activeren en zo de trage ratio te omzeilen. Acht jaar later lijkt het hele publieke debat zo te werken. Dat komt ook door sociale media en algoritmes: die floreren bij conflict tussen mensen, niet bij conflict binnen mensen. Dat tweede is intellectueel interessant, maar waardeloos voor het verdienmodel. Daarom krijgen we steeds minder twijfel en voortschrijdend inzicht voorgeschoteld en steeds meer zelfgenoegzaamheid en verontwaardiging.
Het gevolg: mijn lichaam is na een half uurtje scrollen in paniekmodus, maar mijn hoofd heeft een bore-out. Ik ervoer dat ook bij het Kamerdebat, ruim een maand geleden, over de val van het kabinet. Aan emoties en grote woorden geen gebrek, maar het was allemaal zo voorspelbaar dat ik na een paar uur als een uitgedroogde schildpad op m’n rug lag.
Het enige moment dat ik opveerde was tijdens een interruptiedebatje tussen Esther Ouwehand en Henri Bontenbal over de dilemma’s rondom steun aan het kabinet-Schoof. Ouwehand verweet het CDA een te constructieve opstelling, waarop Bontenbal zei dat de Partij voor de Dieren óók moties van de coalitiepartijen had gesteund. Dat moest Ouwehand toegeven: „Ik erken met de heer Bontenbal dat je ook in een dilemma komt. Je kunt niet alles wat misschien een beetje een verbetering zou kunnen zijn, wegstemmen.” In principe deden ze dus hetzelfde, concludeerde Bontenbal: proberen een verdedigbaar midden te vinden. „Elke fractievergadering hadden wij het over: wat steunen we wel en wat steunen we niet, wanneer is het voor ons genoeg?”
Misschien geen bijster enerverende uitwisseling, maar voor mij wel het minst saaie moment van het debat. Beide politici erkenden dat er voor de oppositie van een (radicaal-)rechts kabinet geen ideale handelwijze bestaat. Als kijker voelde ik me niet bespeeld, maar aan het denken gezet. Dat is Elon Musk nog nooit gelukt.