Opinie | Cordon sanitaire kan wel degelijk effectief zijn

Het Belgische cordon sanitaire rond het Vlaams Belang is niet effectief geweest in het tegengaan van de groei van extreem-rechts, schreef Tom Naegels in NRC (7/12). Hij zag in Nederland verwarring over dat cordon sanitaire: „Het belangrijkste misverstand […] is dat een cordon […] ervoor zorgt dat een extreem-rechtse partij uiteindelijk haar kiezers verliest, of zelfs nooit van de grond komt.”

Een cordon is natuurlijk geen panacee, maar onder specifieke omstandigheden is een cordon sanitaire wel degelijk effectief. Voor mijn promotieonderzoek onderzocht ik waarom uiterst rechts succesvoller is in Vlaanderen dan in Wallonië. Uit kiezersonderzoek blijkt telkens weer dat het potentiële electoraat voor uiterst-rechts minstens even groot is in Franstalig België. Het verschil kan dus niet simpelweg worden toegeschreven aan de houding van de kiezers. Maar waaraan dan wel?

Volgens Naegels moeten we het antwoord zoeken in de ‘aanbodzijde’: „Een getalenteerd politicus zou het Waalse cordon makkelijk kunnen omzeilen.” Dit suggereert dat het gewoon een kwestie van tijd is: wachten tot er op de radicaal-rechtse flank een charismatische leider opstaat die deze situatie kan veranderen. Maar dit zou impliceren dat de opkomst van uiterst rechts een onvermijdelijk natuurverschijnsel is, of een virus dat langzaam maar zeker overal wortel schiet. Dat klopt niet. Daarom is het belangrijk om deze negatieve casus goed te bestuderen.

Isoleren, niet negeren

In mijn onderzoek laat ik zien dat het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië in eerste instantie te maken heeft met de houding van gevestigde politieke partijen en traditionele media. Terwijl de gevestigde politieke partijen (met name de sociaal-democratische Parti Socialiste) in Wallonië consequent aandacht besteedden aan klassiek economische thema’s, kozen de partijen in Vlaanderen ervoor om radicaal-rechtse thema’s (met name migratie en veiligheid) op de agenda te zetten, waar het Vlaams Belang van wist te profiteren. (Deze dynamiek zagen we overigens ook bij de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen.)

Daarnaast hanteren partijen een strikt cordon sanitaire. En cordon is een ‘schutskring’ of barrière, die aangelegd wordt om een politieke stroming compleet droog te leggen. Doel van deze strategie is overigens niet negeren of ‘doodzwijgen’, maar isoleren.

Naast een politiek cordon, bestaat er sinds 2010 een formele overeenkomst tussen journalisten om extreem-rechtse partijen totaal buiten spel te zetten. Door deze zelfopgelegde maatregel worden politici met naar verluidt ‘vrijheidsberovende’ overtuigingen nooit live geïnterviewd, en nimmer uitgenodigd om aan tv- of radiodebatten deel te nemen. De redacties van commerciële zenders en kranten houden zich hier ook aan – ook buiten verkiezingscampagnes.

Media en gevestigde politieke partijen hebben invloed op welke thema’s en partijen aan bod komen

In de Vlaamse media werd het Vlaams Belang aanvankelijk ook niet als een reguliere politieke partij benaderd. Het mediacordon werd echter nooit duidelijk geëxpliciteerd, en naarmate het Vlaams Belang meer invloed kreeg, werd de berichtgeving in de media steeds milder. (Ook deze tendens zien we nu in Nederland terug.)

Hoewel Wallonië niet immuun is voor uiterst rechts, is het onwaarschijnlijk dat een dergelijke politieke partij in deze regio zal doorbreken – in ieder geval zolang de gevestigde politieke partijen en de media uiterst rechts consequent buiten spel blijven zetten. Met andere woorden: het cordon lijkt daar wel degelijk effectief te zijn.

Verantwoordelijkheid

De discussie over de effectiviteit van een cordon is complex. De timing lijkt een sleutelrol te spelen: doordat gevestigde politieke partijen en de media een compleet waterdicht cordon rondom extreem-rechts hebben aangelegd, worden dergelijke partijen in Wallonië als het ware in de kiem gesmoord. Naarmate uiterst rechtse partijen meer invloed krijgen, wordt het moeilijker om ze te isoleren. Dat is ook de reden dat de lessen van Wallonië niet een op een naar Nederland vertaald kunnen worden.

Maar de belangrijkere conclusie is dat de opkomst van uiterst rechts niet onvermijdelijk is. Media en gevestigde politieke partijen hebben invloed op welke thema’s en partijen aan bod komen. Zo had de VVD ervoor kunnen kiezen om geen campagne te voeren op het thema migratie en tegelijkertijd de deur open te zetten voor samenwerking met de PVV: dat was een politieke keuze. Het Jeugdjournaal hoefde niet met Wilders naar een dierenasiel om daar met jonge katjes te knuffelen: dat was een redactionele keuze. Pieter Omtzigt hoefde niet zijn ‘ondergrens’ los te laten om met de PVV in zee te gaan: ook dat zou een politieke afweging zijn.

Bovendien zou men kunnen stellen dat deze spelers ook een politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen: namelijk het beschermen van liberaal-democratische principes. Laten we het dus niet alleen hebben over de effectiviteit van het cordon, maar vooral ook over de bereidheid van media en politieke partijen om hun verantwoordelijkheid te nemen.



Leeslijst