Naast het afscheid van tachtig parlementariërs, ze zaten gedecoreerd aan de talkshowtafels, was ook de beëdiging van 67 nieuwe parlementariërs een luchtig item in talkshows en actualiteitenprogramma’s. Het was meteen de laatste keer dat we ze zo ontspannen bij elkaar hebben gezien. Er was een fotograaf op een ladder die een groepsfoto maakte. Het deed denken aan de auteursfoto bij uitgeverij De Bezige Bij, ook al zo’n gelegenheid waar ijdelheid en status elkaar een handje geven, al zullen de gesprekken daar van een hoger niveau zijn. Zaten ze dan, een bloemstuk voor zich op de schoolbanken.
Twee van D66 hadden hun baby meegenomen, de pasgeborenen waren als spartelend statement in draagzakken voor hun moeders gehangen. Benieuwd hoe afgetobd hun frisse moeders er over een paar maanden uitzien. Frans Timmermans helemaal links vooraan, voor de gelegenheid weer eens met stropdas.
Aan de andere kant van de vergaderzaal de taartpunt met onbenullen. Geert Wilders mag dan een van beste debaters van de Kamer zijn, de gewone mensen om hem heen wisten soms niet eens, of juist te goed, waar ze waren. Ze hadden voor de zekerheid, Geert vond het nog te vroeg om de zeepbel nu al door te prikken, een collectief spreekverbod gekregen.
Geert vond het nog te vroeg om de zeepbel nu al door te prikken
Wie ook maar even het deksel van de pan licht ruikt meteen dat de liefhebbers van het menselijk tekort aan hun trekken komen. Geert Wilders heeft een bijzonder talent van misfits.
Move over Dion Graus! Maak plaats voor Marjolein Faber-van de Klashorst, de Feldwebel uit Hoevelaken, bekend en berucht vanwege haar optredens in de Provinciale Staten. We gaan nog genoeg van haar horen. Willem Boutkan heeft z’n moment of fame al gehad. Hij liet zich tegenover De Telegraaf ontvallen dat hij geheel tegen zijn zin in is gekozen. Hij zat op verkiezingsavond op de bank en moest zichzelf en zijn vrouw knijpen omdat hij toch niet ‘op een veilige plek’ bleek te staan. Een man om in de gaten te houden is Maikel Boon. Een nieuw pak, de stropdas net te goed geknoopt, in alles uitstralend: het kan eraf nu. Het levensrad draaide onverwacht een keer goed, Maikel staat voor een onverwachte afslag. We zullen er allemaal onder lijden, de asielzoekers als eerste toch.
Nieuwsuur deelde treurige beelden van z’n vorige leven, waarin hij opriep om toch vooral in het geweer te komen tegen de komst van asielzoekers naar Steenbergen. Hij praat het stemvee graag aan dat vluchtelingen in luxe hotels leven en dat ze bij aankomst in Nederland van het COA een creditcard krijgen.
Geen zin in de debatten in de nieuwe Tweede Kamer, wel benieuwd.
Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.
‘No human being is illegal”. Also sprach Elie Wiesel (1928-2016), schrijver, Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Auschwitz-overlever. Hij deed dat in 1988, als genaturaliseerd Amerikaans staatsburger, en wel om zijn steun te betuigen aan een campagne voor asielzoekers uit El Salvador, die hun toevlucht zochten in de Verenigde Staten. Dit zinnetje werd de strijdkreet voor de ‘nationale campagne voor de burgerrechten en mensenrechten van El Salvador’.
Ik raakte destijds in de war van die ‘nationale campagne’? Was dat een initiatief van de regering of een comité in El Salvador? Hoe kunnen die nationale rechten nu samen vallen met die van iedereen?
Wat ik eerst moest begrijpen was dit: die ‘nationale campagne’ was van Amerikaanse snit, Wiesels’ vrouw was er druk mee, en wel omdat onder Ronald Reagan de asielzoekers uit het door staatsterrorisme geteisterde El Salvador geen blij onthaal kregen in de VS. Of beter gezegd: geen onthaal. De campagne was buitenlands, niet Salvadoraans.
Wiesel bedacht voor zijn echtgenote die ene, reclameachtige kreet, bij ons beter bekend als de leuze ‘Geen mens is illegaal’.
Ik heb altijd ongemak gevoeld bij die poëtische, ook licht pathetische slogan, omdat het juridische en het moralistische register zo door elkaar lopen. Wiesel had daar sowieso een handje van. Nee, wie in algemene zin de menselijke waardigheid erkent, moet filosofisch toegeven dat geen mens illegaal is, simpelweg omdat geboorte en leven niet direct met de staat, maar met de voortplanting verbonden zijn. Daarna begint trouwens meteen de ellende: waar en hoe wordt de baby ingeschreven, als burger van wat, als kind van wie?
‘Geen mens is illegaal’: het is waar, maar dan wel op een niet-praktisch, metafysisch niveau. Ondertussen zijn er natiestaten, of verenigingen van natiestaten zoals de EU, en daarbij horen burgers die er deel van uit maken, en anderen weer niet. Burgerschap produceert vanzelf ook illegalen.
‘Geen mens is illegaal’, maar sommige burgers zijn toch minder illegaal dan andere. Nu de vraag: hoe met die ‘niet-ingezetenen’ om te gaan?
Dit had ik toch niet verwacht in Nederland: dat we gingen stemmen over strafbaarstelling van illegaliteit, en zelfs over straf voor hulpverlening aan illegalen. Het beboeten van naastenliefde en medemenselijkheid is werkelijk van god en humanisme los.
Diederik Boomsma, van NSC, wilde weten of „het schenken van een kop soep” aan illegalen ook „strafbaar” is. Ik hoopte nog even dat hij de idiotie van een en ander wilde aantonen, maar nee: we zijn weer helemaal terug in het midden van de 19e eeuw. De gegoede dame laat een pannetje soep brengen door haar dienstbode naar arme sloebers. Strafbaar? Op hoop van zegen.
Het is belangrijk om burgerschap te verdedigen, en van Nederland of de Europese Unie maakt daarom niet iedereen deel uit, ook ter bescherming van die burgers zelf.
Maar een land dat straf wil zetten op hulp aan mensen die vragen om hulp – dat land is bezig zichzelf te verliezen.
Ik weet niet of ik zo snel zou gaan zwaaien naar asielzoekende gedetineerden bij Schiphol. Maar het sterkt me, nu ik weet dat iemand die ik ken het wel doet.
De Pauluskerk in Rotterdam, het kerkasiel in Kampen: ik kom er nooit, maar ben blij dat het bestaat.
Legalisme, het onverkort en strikt toepassen van de wet, onder alle omstandigheden, is politiek gesproken een slecht idee. Er moet altijd hulpverlening mogelijk zijn op humanitaire gronden: zonder dat schaft Nederland zichzelf af. De uitzondering op de regel tekent beschaving.
En dat democratisch ethos van H. Bontenbal, is dat tegenwoordig enkel nog een speeltje voor links en het CDA?
Er waren al enkele meldingen binnengekomen van iemand in een groene jurk die in Tilburg ‘overlastgevend gedrag vertoonde’. En als de politie de live camerabeelden van Koningsdag in de binnenstad bekijkt, zien ze Jan van der H. (46) in een groene jurk bij een viertal jongeren staan.
„Hij raakt in gesprek en trekt op enig moment met beide handen die jurk omhoog”, leest de politierechter voor uit het strafdossier. De Tilburger „draagt geen onderbroek en toont bewust zijn geslachtsdeel aan minderjarige kinderen.”
De twee jongens en twee meisjes van tussen de tien en veertien jaar draaien zich om en twee rennen weg. De rechter vertelt dat Jan vervolgens ook zijn achterwerk laat zien. „Hij sloeg met zijn rechterhand tweemaal op zijn billen en is toen door de politie aangehouden voor schennis.”
Met een strafblad van 36 pagina’s is Van der H. geen onbekende van de politie. Geweld, openbare dronkenschap, bedreiging, belediging, enzovoort: het is volgens de rechter te veel om op te noemen. De verdachte is ook tot twee keer toe in een inrichting voor stelselmatige daders geplaatst.
De officier erkent de psychische kwetsbaarheid van Jan, maar acht het gepleegde feit nog steeds ernstig
Tegenwoordig, vertelt zijn advocaat Jamie Rokx, gaat het beter. Jan heeft een uitkering, verblijft „in een huisje in het bos” en staat onder bewind en behandeling.
Als de rechter kritisch doorvraagt, neemt een man op de publieke tribune het woord. „Ik sta Jan al twaalf jaar bij”, interrumpeert advocaat Mark Broere. „Dit is mijn nieuwe kantoorgenoot die voor de leeuwen wordt gegooid”, zo verwijst hij naar Rokx, die onlangs werd beëindigd als advocaat en bij het kantoor van Broere zijn eerste vlieguren maakt.
Nadat de rechter Broere erop heeft gewezen dat hij toch echt degene is die Rokx voor de leeuwen gooit, staat ze toe dat Broere een korte toelichting geeft. Hij vertelt dat Jan vorig jaar een gevangenisstraf heeft uitgezeten en dat daarna met onder meer de gemeente en psychiatrische zorg een plan voor Jan is bedacht. Gezien hij niet goed gedijt in een woonwijk, is besloten hem een simpel huisje in het bos aan te bieden. Dat gaat heel goed. Jan vindt daar rust. Ernstige incidenten met geweld pleegt hij niet meer. „Maar het is de vraag in hoeverre het haalbaar is dat Jan zonder overlast voor de medemens door het leven gaat.”
Ook officier van justitie Misha Lekatompessy erkent de psychische kwetsbaarheid van Van der H. Maar nog steeds is het gepleegde feit ernstig. Hij heeft zijn geslachtsdeel getoond op Koningsdag, een dag dat iedereen in een feestelijke stemming is, benadrukt ze. „En dan ook nog eens aan vier minderjarigen die bij uitstek dit gedrag niet zouden moeten meemaken.”
Ze vindt het jammer dat Jan niet aanwezig is in de rechtbank Breda. Een boete acht ze geen realistische straf, te meer omdat Jan vorig jaar ook al eens voor schennispleging is veroordeeld. Daar komt bij dat hij naar alle waarschijnlijkheid niet in staat is om een taakstraf uit te voeren. En dus resteert alleen een celstraf. Ze eist gezien Jans kwetsbare achtergrond twee weken voorwaardelijke celstraf, die hij zal moeten ondergaan als hij tijdens de proeftijd van twee jaar weer in de fout gaat.
Tegenwoordig, vertelt zijn advocaat, gaat het beter. Jan heeft een uitkering en verblijft ‘in een huisje in het bos’
Advocaat Rokx vindt zelfs die voorwaardelijke straf maar niets. Hij probeert vrijspraak voor elkaar te krijgen. Ten eerste omdat volgens hem de politie de verkeerde locatie in de binnenstad noteerde „en het incident zich op een ander adres heeft voltrokken dan op de tenlastelegging staat”.
Als tweede betoogt de advocaat dat van schennis van de eerbaarheid geen sprake is. Om dat delict te bewijzen, is de context van belang. „Op de camerabeelden zie je een lacherige en jolige sfeer”, benadrukt hij. Een van de jongeren geeft zijn cliënt zelfs een boks. „Dat is een niet-aanstootgevende manier van doen.”
Mocht de rechter Van der H. alsnog veroordelen dan verzoekt Rokx hem geen straf op te leggen. Een boete is overigens geen optie: de man staat onder bewind. „Dan blijft alleen een kortdurende detentie over waar meneer alleen maar meer van ontwricht raakt.” Zijn cliënt hoort zorg te krijgen. „Wat moeten wij nog in het strafrecht met zo’n persoon?”
Het oordeel
De politierechter doet zoals gebruikelijk meteen uitspraak. Ze gaat niet mee in het verhaal van advocaat Rokx dat de tenlastelegging de verkeerde locatie vermeldt. Daar staat namelijk ook ‘te Tilburg’ op, dus dat de verdachte ergens in Tilburg de jurk omhoogtilde, acht de rechter bewezen.
Ook het pleidooi dat zijn handelingen niet aanstootgevend waren, verwerpt ze. Dit omdat het minderjarigen betrof. „Bij een groep volwassenen zou ik nog nadenken over of ik dit moet zien als een geintje.”
Dat brengt de rechter bij de straf. Ze vindt het goed te horen dat er positieve ontwikkelingen in het leven van Van der H. zijn en dat hij in alle rust ergens woont. Omdat hij psychisch ontregeld is, acht de rechter een onvoorwaardelijke celstraf niet op zijn plaats. Conform de strafeis van de officier legt ze hem daarom twee weken voorwaardelijke celstraf op met een proeftijd van twee jaar.
Hoewel hun cliënt er met een voorwaardelijke celstraf vanaf is gekomen, vertellen advocaten Rokx en Broere buiten de rechtszaal niet tevreden te zijn. „Het was Koningsdag, hè.” Broere laat op zijn mobiele telefoon een foto van een lange, dunne verdwaasde man zien met een brilletje en petje op in een groene jurk.
De advocaat vertelt dat ze na overleg met hun cliënt vermoedelijk hoger beroep gaan aantekenen. „Al was het maar omdat Jan binnen twee jaar zeker weer in de fout gaat.”
Praten met buitenstaanders is taboe in het criminele milieu. Althans, zo wil het cliché. In weerwil van dit beeld verraden criminelen elkaar niet zelden anoniem bij de politie. En ook weten ze de pers te vinden als publiciteit een doel kan dienen.
In de Amerikaanse misdaadserie The Sopranos wordt het idee dat criminelen niet praten over hun wereld op een ludieke manier op de hak genomen. Hoofdpersoon Tony Soprano, een maffiabaas uit New Jersey, gaat in therapie omdat hij soms flauwvalt vanwege paniekaanvallen.
De serie geeft zo een prikkelende kijk op de psyche van onderwereldfiguren. In Hechte gesprekken, een podcastserie over hechting en relaties tussen ouders en kinderen, doet therapeut Meta Herman de Groot iets soortgelijks.
Het is de auteur van het boek Ik moet toch ook mijn klootzakje kwijt gelukt om Klaas Otto te strikken voor een gesprek. De oprichter van motorclub No Surrender spreekt vrijuit over zijn trauma’s en die van zijn kinderen.
Zelfmoordneigingen
Klaas Otto staat sinds de oprichting van zijn motorclub eind 2012 en zijn associatie met Heineken-ontvoerder Willem Holleeder te boek als een crimineel kopstuk. Het heeft alles te maken met de beeldvorming rond zijn persoon. Al heeft Otto eerder ook toegegeven dat hij daar zelf aan heeft bijgedragen door zijn media-optredens.
„Ik ben geen koorknaap maar ook geen topcrimineel”, zegt Otto in de podcast. „Ik zou betrokken zijn bij liquidaties en mijn advocaten waarschuwden dat de politie me levenslang op wilde sluiten. Dat klopt gewoon niet maar ik heb wel bijna anderhalf jaar in vrijwel totale isolatie gezeten.”
Door die langdurige isolatie en het gebrek aan contact met familie en vrienden, kreeg hij zelfmoordneigingen. „Ik was er klaar mee, met het leven. Het idee dat ik levenslang in de cel moest doorbrengen… Ik wilde dat mijn gezin niet aan doen.”
Otto beschrijft hoe hij bezig was met het meten van lakens om te zien of hij zichzelf kon ophangen, al gebruikt hij dat woord zelf niet. „Gelukkig is het uiteindelijk niet gebeurd maar zo diep zat ik wel. Ik was er klaar mee.”
Als Otto geboeid en met een zak over zijn hoofd wordt afgevoerd, zit zijn zoontje rechtop in zijn bed, omringd door mannen met zware wapens
Gewelddadige arrestatie
De manier waarop Otto is aangehouden heeft ook gevolgen voor een van zijn kinderen. Het kind is zes als de politie met een legervoertuig op een vroege ochtend de voordeur van de woning van Klaas Otto uit de sponning ramt.
Als Otto die ochtend geboeid en met een zak over zijn hoofd wordt afgevoerd, zit zijn zoontje rechtop in zijn bed, omringd door mannen met zware wapens. Het duurt alles bij elkaar nog geen kwartier maar het zoontje van Otto worstelt jaren met een trauma.
„Hij heeft twee jaar bij een psycholoog gelopen”, vertelt Otto aan therapeut Meta Herman de Groot. Haar podcastserie gaat over hechting tussen ouders en kinderen en dit soort incidenten heeft volgens haar grote impact. Net als het feit dat Otto de afgelopen tien jaar lange tijd heeft doorgebracht in detentie.
Hoe haal je de tijd die je niet door hebt kunnen brengen met je kinderen weer in? Meta Herman de Groot adviseert Otto om veel verhalen te vertellen aan zijn kinderen, over vroeger en over de tijd dat hij vastzat: dat helpt om weer te hechten. „Dat moet ik dan maar proberen”, zegt Otto.
Achterkant van de harde aanpak
Strafrechtadvocaat Sanne Schuurman, die Otto jarenlang bij heeft gestaan, vraagt zich in de podcast hardop af waarom er voor kinderen van verdachten en veroordeelde criminelen niet meer aandacht is. „Je kunt wel zeggen dat pa dan maar andere keuzes had moeten maken, maar wat kan een kind daarmee? Ook voor hen zijn de gevolgen van arrestatie en detentie vaak aanzienlijk.”
Zijn twee oudste kinderen hebben volgens Otto last van de beeldvorming rond zijn persoon, ook nu ze volwassen zijn. Bij het vinden van werk of bij het zoeken naar een partner. „Ik begrijp ook wel dat ouders van een meisje zeggen ‘blijf maar weg bij hem’. Ze weten niet wie ik ben en kennen alleen de verhalen uit de media.”
Volgens Otto duikt zijn inmiddels bijna volwassen zoon sinds die gewelddadige arrestatie nog altijd weg als hij een politie-auto ziet. Dat is volgens Schuurman illustratief voor de gevolgen van heftig politie-optreden.
Schuurman: „Wat je best vaak ziet is dat kinderen een hekel krijgen aan de staat. Een van de gevolgen is dat kinderen van gedetineerden op latere leeftijd vaker afwijkend gedrag vertonen en ook vaker in criminaliteit vervallen.”
Advocaat Schuurman meent dat dit de achterkant is van een strafrechtklimaat waarin het alleen nog maar gaat over de harde aanpak van de georganiseerde misdaad. „We zijn vergeten dat mensen die een misdaad begaan ook nog gewoon mensen zijn en kijken alleen maar naar hun criminele gedragingen.”
Praten over zelfdoding kan gratis, anoniem en 24/7 bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 0800-0113. Of chat op www.113.nl