In haar jubileumvoorstelling ‘De Hospita’ is Simone Kleinsma overtuigend de vileine diva

De dagen dat ze de ster van de revue was liggen alweer ver achter Madeleine Coutard (Simone Kleinsma). Dik in de zeventig is ze inmiddels, en de roem en het klatergoud zijn ingewisseld voor vergetelheid en automatische pillendoosjes. Alle glamour die haar rest is haar extravagante boezemvriend en oud-kostuumontwerper ‘Kimono’ (Paul Groot), en haar mooie huis aan de gracht.

Maar op aanraden van de overmatig betrokken wijkverpleegkundige Nancy (Lottie Hellingman) geeft Madeleine een stukje van dat huis op. Om de rekeningen te kunnen betalen, verhuurt ze enkele kamers onder aan een stel jonge theaterstudenten. En ondertussen duikt in haar woning dan ook nog af en toe een ambitieuze biograaf op, die Madeleines tumultueuze leven – de mannen, de affaires, het plotse eind van haar carrière – tot in detail wil vastleggen.

Er gebeurt veel in de nieuwe musical De hospita, die speciaal voor Kleinsma is geschreven ter ere van haar jubileumjaar. De grand dame van de musical staat al 45 jaar op de bühne en vierde in mei haar 65e verjaardag. De hoofdrol die ze cadeau kreeg stelt haar in de gelegenheid om een droogkomische diva te spelen met een klein hartje. Dat kan ze als geen ander, al helemaal wanneer ze wordt bijgestaan door Groot. Het tweetal zet een overtuigende vriendschap neer tussen twee cynische artiesten, die zich met elke teleurstelling in de buitenwereld harder aan elkaar hebben vastgeklampt.

Hoogtepunt van Kleinsma’s diva-act is het nummer ‘Ik red me wel’, dat ze zingt tijdens een flashback, gehuld in bont en glitter, na een ruzie met haar geliefde. De warme stem waarmee ze haar lief toezingt dat het hem goed moge gaan, haar vileine glimlach wanneer de liedtekst een andere wending neemt („Je zei: ‘Ik houd van jou’, maar ik wist altijd dat je loog/En hopelijk krijg je nou bij haar ‘m wel een keer omhoog”), de loepzuivere uithaal die druipt van het zelfvertrouwen – dit lied alleen was genoeg geweest om het personage Madeleine Coutard tot leven te wekken.

Na zo’n voltreffer wordt wel duidelijk dat het merendeel van de vele overige nummers minder memorabel is, en dat het merendeel van de vele personages weinig aan het verhaal toevoegt. Dat ligt geenszins aan hun zang- en acteertalent: het is de tekst die hier tekortschiet. Met name de jonge theaterstudenten, die een nieuwe generatie moeten representeren die botst met de oude, komen er bekaaid vanaf.

Scène uit de musical ‘De Hospita’, met centraal, met papieren in hand, Simone Kleinsma.
Foto: Set Vexy

Hun frustraties over de wereld uiten ze met zinnen als: „de babyboomers, allemaal, vreten onze wereld kaal”, om uiteindelijk toch tot het besef te komen dat ze wel degelijk iets van oudere generaties te leren hebben. Dat leidt tot een tamelijk tenenkrommende climax wanneer de meest mondige student dit nieuwe inzicht verwoordt in een brave rap, terwijl diens vrienden zachtjes de tekst „Respect mag best/ Denk na voor jij wat zegt” chanten.

De hospita had baat gehad bij wat minder van die geforceerde verhaallijnen en morele randjes, maar heeft gelukkig een sterke cast om die gebreken te ondervangen. En met zo’n strak geregisseerde show, mooie kostuums en kleurrijk decor, word je uiteindelijk alsnog maar al te graag door gastvrouw Kleinsma welkom geheten.



Leeslijst