DNB: een op de zes huizenkopers leent geld bij familieleden

Een op de zes mensen die een woning kopen financieren dit met geld dat zij hebben geleend bij familieleden, ook wel bekend als ‘familiehypotheek’. Vaak doen zij dit om aan meer kapitaal te komen dan zij bij een bank of verzekeraar kunnen lenen — en zo hun financieringsruimte te vergroten. Dat schrijft De Nederlandsche Bank donderdag.

In het laatst gepeilde jaar 2020 maakten zo’n 645.000 Nederlandse huishoudens gebruik van een privé- of familiehypotheek. In de meeste gevallen werd slechts een deel van het aankoopbedrag met bij familieleden geleend geld gefinancierd, de rest kwam van een bank of verzekeraar. Bij bijna de helft van de familiehypotheken werd minder dan 20 procent van de totale hypotheeksom met familiekapitaal bekostigd. De gemiddelde prijs van een koopwoning in Nederland lag medio 2023 volgens cijfers van huizenmarktspecialist Calcasa op 434.000 euro.

70 miljard euro

De totale waarde van familiehypotheken bedraagt nu 70 miljard euro, zo’n tiende van de totale hypotheekschuld die in Nederland uitstaat. In 2020 steeg de omvang van familiehypotheekschulden netto met 1,2 miljard euro. Datzelfde jaar werd voor 700 miljoen euro aan ‘jubeltonnen’ uitgedeeld. Dat is een inmiddels afgeschafte regeling, waarbij vermogende Nederlanders belastingvrij een bedrag tot ruim een ton konden schenken aan hun kinderen, op voorwaarde dat zij daar een huis mee kopen.

„Als huishoudens meer kunnen uitgeven aan een huis, kan dit de prijzen opdrijven”, zo schrijft DNB. „De (extra) lening levert bovendien een onbedoeld belastingvoordeel op.” Huishoudens met een familiehypotheek komen namelijk nog steeds in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek. DNB schat dat totale fiscale voordeel op 150 tot 200 miljoen euro. Tussen 2015 en 2022 steeg de gemiddelde prijs van een koophuis in Nederland met 86 procent, tegenover een Europees gemiddelde van 48 procent.



Leeslijst