Het kolkende, kosmische Paradiso-concert van Sun Ra in 1970 is nu te beluisteren

Wat een waanzinnige happening moet het zijn geweest: de landing in Paradiso in Amsterdam in 1970 van de ‘intergalactische’ jazzband Arkestra van de Amerikaanse afrofuturist Sun Ra. Allen gekleed in kleurige mantels en gouden gewaden, maskers, gouden hoofdtooien en extravagante hoofddeksels. Buitenaardse jazz maakten ze, met tien blazers, vier slagwerkers, cello en twee bassen, een zanger, drie dansers onder wie een vuurspuwer. En dan de zonnegod Sun Ra zelf in zijn cockpit op meerdere elektronische piano’s. „Next stop, Mars!”, klonk het. En natuurlijk „space is the place”, als theatrale declamatie.

Het is een van de meest bijzondere en onconventionele shows die Paradiso ooit had, van Sun Ra and His Intergalactic Research Arkestra in 1970. Een spacefeest waar je bij had moeten zijn geweest. Bezoekers herinneren zich er nog veel van, rijkelijk stromen de details. Dat bomvolle podium met al die jazzmusici. Het moment dat al die musici zich ineens, tot stomme verbazing van het publiek, in de zaal begaven richting bar. Die kolkende, kakofonische stroom van gierende klanken, zuchtende blazers, een schreeuwend orgel, de kreten en mantra’s.

Concert door het Sun Ra Arkestra in Paradiso.
Foto Paul van Riel / HH

Surrealistisch

Jazzdrummer en conservatoriumdocent Eric Ineke kocht er een kaartje voor. Hij was 23 toen: „Ik ging veel naar de jazzconcerten in Paradiso, speelde er zelf ook wel eens. En ik was nieuwsgierig. Wat is dat voor een mythische figuur, die Sun Ra? In zijn gewaad leek hij van een andere planeet. Al die muzikanten ineens in de zaal! In de jazz was deze haast surrealistische vorm van spelen ongekend.”

Drie drummers had hij bij zich, aldus Ineke. „Mij staat ook een gigantische Afrikaanse trom bij. Die percussionist moest ergens op klimmen om die te bespelen. Waanzinnig.”

Het blijft jammer dat er geen bewegende beelden van dit concert zijn. Maar de NOS-radio-opnames zijn teruggevonden. En na wat digitaal straktrekken is alles terug te horen, op cd en lp.

De concertregistratie Sun Ra and his Intergalactic Research Arkestra, Paradiso Amsterdam 1970, weer een uitgave van het immer ‘schatgravende’ Nederlands Jazzarchief dat van plan is meerdere ‘Jazz in Paradiso’-concerten uit die tijd uit te gaan brengen, is even fascinerend als overweldigend. Het is niet per se makkelijke ‘music to my ears’ overigens. Die oren moeten eerst flink wennen aan de kakofonische onrust. Het elf minuten durende ‘Space is The Place’, Sun Ra’s bekendste song waarin via een simpele melodie de zin „space is the place” op herhaling is, trapt het ruimtelijke ritueel af naar ‘Theme of the Stargazers’. ‘The Solar-Moog Approach’ is ‘kosmisch’ gefreak van de virtuoze Sun Ra op de Moog.

Nee, dit is beslist geen plaat om zo even voor de gezelligheid op te zetten. Maar benader dit als een audio-documentaire, en de oren gaan open, de spannende details absorberend. „The second stop is Jupiter”, roepen orkestleden door elkaar. „Jupiter, jupiter”, herhaalt het zich tussen allerlei hoorn-hick-ups, kraaiend en wel tot in een draaikolk. Een contrast met hoe haast lieflijk ‘The Theme of the Stargazers’ wordt bezongen.

Circus

Wat een invasie was het, die 18de november 1970. Zo’n zes bandleden werden verwacht. Haast dertig mannen en vrouwen in theatrale kleding arriveerden die middag bij Paradiso in twee aftandse autobussen. „Het was alsof het circus aankwam”, schrijft Hans Dulfer, destijds organisator van vele jazzconcerten in Paradiso, in het boek Paradiso 50 jaar in 50 legendarische concerten van Hester Carvalho. Hij had de wat mysterieuze Amerikaanse orkestleider Sun Ra al lang op zijn verlanglijst staan. Hij wist hem te strikken met een telefoontje. De orkestleider was al in Barcelona voor een show. 25.000 dollar vroeg Sun Ra. 1.500 kon Dulfer bieden, met steun van de publieke omroep. En het was akkoord.

En zo nam zijn collectief die avond met een gigantische verzameling instrumenten het podium van Paradiso in. Maar daar bleef het, tot Dulfers schrik niet bij. Halverwege het concert sprongen de bandleden met hun instrumenten van het podium. Van blazer tot conga-speler ging door de zaal. Ook tot schrik de omroep, want het geluid ging rondzingen en verstoorde de opnames. Dulfer: „Ze gingen door de gang en het kantoor, naar boven, de trap op. Dat mocht helemaal niet! De trappen waren veel te gammel. Dus ik erachteraan, om te kijken of er geen ongelukken gebeurden.”

Kosmisch inzicht

Een revolutie in de jazz was de idiosyncratische muziek van de mysterieuze toetsenist Sun Ra, vanaf halverwege de jaren vijftig. De muzikaal avonturier bracht een theatraal gepresenteerde vermenging van freejazz, elektronische klanken en bigbandmuziek, mét sci-fi en Egyptische kosmologie. Al was hij in 1914 geboren als Herman ‘Sonny’ Blount uit Birmingham (Alabama), Sun Ra zou afkomstig zijn van de planeet Saturnus. Hij was op aarde geland op een datum die hij niet kon onthullen.

Zijn Arkestra, dat steeds een andere naam kreeg, zoals Myth Science Arkestra op het album The Nubians of Plutonia, was een van de eerste orkesten die flink experimenteerde. Alles was, cultachtig, ingegeven door zijn ‘ruimtelijke’ ideeën – hij propageerde een groot kosmisch inzicht. Musici, met tenorist John Gilmore en altist Marshall Allen als devote volgelingen, dienden zijn pamfletten te bestuderen. Voor solo’s konden ze zich laten inspireren door het idee ‘ruimtewezens te vertellen over het leven op aarde’.

De basis van de orkestmuziek lag bij de ‘aardse’ bigbandmuziek van Fletcher Henderson en Duke Ellington. Gaandeweg kwamen daar – naast een flinke snuif kosmische energie, psychedelica en spiritualiteit – afro-ritmische polyritmes en zeer vrije improvisatie door solisten of het hele collectief bij. Platen werden in eigen beheer uitgegeven.

Concert door het Sun Ra Arkestra in Paradiso.
Foto Paul van Riel / HHÎ

De kosmische jazz in Amsterdam was een trip, aldus jazzschrijver Rudie Kagie, die in de albumtekst het concert toelicht. Aardig er ook bij: de ronkende recensies van die tijd, een dag na het concert. Sensationeel vond de Volkskrant de show. Volgens NRC was het orkest van Sun Ra een „grote verrassing”. Recensent Willem van Manen noemde Sun Ra zelf de interessantste solist: „Wat hij aan meest uiteenlopende geluiden en volumes in een toch steeds duidelijke structuur en vorm naar voren bracht, ging zeer ver. Af en toe wikkelde hij zijn thema zo ver af, dat hij de macht over de instrumenten verloor: een boeiend worstelen met de materie.”

Rommeltje

Die nacht, na de laatste toegift (volgens Het Parool om half 2) reed het arkestra direct terug richting Frankrijk. Maar Sun Ra zou daarna vaker naar Nederland komen, voor shows in het Bimhuis of op North Sea Jazz in Den Haag – in 1979 bijvoorbeeld. YouTube heeft er fraaie filmpjes van.

In 1993 verruilde Sun Ra zelf planeet aarde voor het hogere, elders in het heelal. Zijn muziek leeft nog altijd voort, sindsdien onder de bevlogen aanvoering van discipel Marshall Allen, de saxofonist die bij de band begon als fluitist. De aanpak, inclusief gewaden: onveranderd. Maar de uitstraling van het arkestra is, zonder zijn enigmatische leider en zijn kosmische mythe, beslist doffer. Hoe luid en uitbundig er ook wordt gespeeld, hoe gepassioneerd de zang over ruimtereizen ook is.

https://www.youtube.com/watch?v=H1ToFXHW5pg

En met de jaren blijkt live ook wat een rommeltje het kan worden: verkeerde toonsoorten, verkeerd gestemde instrumenten of verkeerd invallen. Maar de bijna honderdjarige Marshall Allen houdt vol – al was hij er in oktober bij een optreden in Nijmegen niet meer bij. Van het vorig jaar verschenen tweede studio-album ooit, Living Sky, spatte het speelplezier nog af.



Leeslijst