Grote bedrijven hebben nog veel vragen over de verslaggevingsregels waar ze vanaf 1 januari aan moeten voldoen. Maar één ding is zeker: het gaat ongemakkelijk worden voor ze. Nooit eerder hoefden bedrijven zoveel bekend te maken over hun CO2-uitstoot, milieuvervuiling en hoeveel miljarden het gaat kosten om hun bedrijf naar net zero te krijgen. Straks staat het allemaal in hun openbare jaarverslag.
De CSRD, zoals de nieuwe wet – afkomstig uit Europa – heet, geldt als een hoofdpijndossier, tot in de bestuurskamers aan toe. Uit een enquête van de ESB bleek dat een kwart van de bedrijven voor wie de wet aankomend jaar gaat gelden, niet voorbereid is. Niet alleen bij bedrijven is het een groot thema; voor accountants die de jaarverslagen gaan beoordelen, betekent het een grote transformatie van hun vak. Ze voorspellen bovendien meer verklaringen met beperking (een soort afkeuring van de accountant) te zullen geven dan ooit, omdat jaarverslagen straks nog onvolledig zijn.
Zeven vragen over de nieuwe wet.
1 De CSR … wat?
Volmondig de Corporate Sustainability Reporting Directive. Een Europese richtlijn die gaat over transparantie: wat bedrijven allemaal in hun jaarverslag moeten melden. Meestal gaan rapportagestandaarden vooral over geld: hoeveel geld stroomt erin, hoeveel eruit, en hoeveel zijn de machines en fabrieken waard. Maar deze gaan over, in bedrijfsjargon, ESG-onderwerpen: environmental (milieu), social (sociaal) en governance (bestuur). Aan de hand van honderden criteria moeten bedrijven openheid geven over zaken als CO2-uitstoot, waterverbruik, man-vrouwverhoudingen in leidinggevende functies en de arbeidsvoorwaarden van personeel in verre landen. Het moet straks allemaal terug te lezen zijn in het bestuursverslag, onderdeel van het jaarverslag. De jaarrekening en kwartaalupdates vallen niet onder de nieuwe regels.
Bedrijven moeten ook rapporteren over hoe kwetsbaar zij zelf zijn voor klimaatverandering. Staan er fabrieken in gebieden die kwetsbaar zijn voor overstromingen? Is de investering in een kolenmijn straks niks meer waard als deze door publieke druk wordt gesloten?
De regels gaan vanaf 1 januari in voor beursgenoteerde bedrijven met meer dan vijfhonderd werknemers. Vanaf die datum moeten ze de juiste informatie verzamelen om in het jaarverslag van het jaar erop (2025) te rapporteren volgens de nieuwe standaard. Een jaar later volgen andere grote bedrijven.
2 Waarom is er een nieuwe wet?
De wetgeving past in de Europese ambities van afgelopen jaren om te vergroenen, en in een trend om het bedrijfsleven meer verantwoordelijk te houden voor zijn impact op mens en milieu. Het vervangt een bestaande richtlijn voor niet-financiële rapportage (zoals over duurzaamheid) voor de grootste beursgenoteerde bedrijven. Deze was veel minder uitgebreid, en bedrijven hadden daarbij nog meer vrijheid in hoe ze erover rapporteerden. Daardoor was het moeilijk bedrijven onderling te vergelijken.
Bedrijven in een sector goed naast elkaar kunnen leggen, is een van de doelen van de wetgeving. Zo moeten duurzame investeerders, banken die leningen geven, consumenten, vakbonden en ngo’s kunnen achterhalen welke bedrijven goed, of juist slecht presteren binnen een sector.
3 Naar welke getallen moeten we uitkijken straks in het jaarverslag?
Bedrijven zullen een eerlijke inschatting moeten maken van hun CO2-uitstoot. Dat is inclusief zogenoemde scope 3-emissies, dus de indirecte uitstoot van toeleveranciers en consumenten.
HEMA, bijvoorbeeld, is in voorbereiding op de nieuwe wetgeving al aan het rekenen geslagen en kwam uit op 933 kiloton CO2-uitstoot in 2019. Bijna driekwart van de uitstoot bleek te zitten in de grondstoffen voor, en het maken van de spullen die in de winkels liggen: het telen en verven van katoen (voor bijvoorbeeld rompertjes), de olie voor plastic bakjes en verpakkingen, de veeteelt voor de rookworst. Het produceren van producten is voor HEMA dus het vervuilendste. De emissie door het transport van fabrieken in Azië naar de winkels bleek ‘slechts’ minder dan 2 procent van het totaal.
Er is nog een ander belangrijk getal, eentje waar het veel over gaat in de boardrooms. Vanuit de CSRD wordt gevraagd of bedrijven een transitieplan hebben voor hoe zij denken te gaan verduurzamen en uitkomen op net zero. En of ze daar een cijfer aan kunnen hangen: hoeveel gaat deze transitie kosten? Dat is een spannend getal; veel bedrijven bespreken dat ook met hun bank. „Dat financieringsplan is echt… complexe materie. Bedrijven krijgen daar hoofdpijn van, zeg maar”, zegt Hans Biemans, hoofd duurzame kapitaalmarktfinanciering van ING. „Want een transitieplan maken is één. Maar een getal eraan hangen en dat publiceren, dat is twee. Zodra je zegt: een transitie kost ons 15 miljard euro, dan zegt de investeerder: ‘Oké, hoe gaat die 15 miljard euro dan terugverdiend worden?’”
Met dat cijfer, zegt Biemans, zal veel zichtbaarder worden of bedrijven in hun huidige vorm een transitie naar duurzaam zouden overleven. Of dat het misschien verstandiger is om vervuilende bedrijfsonderdelen af te stoten, of juist bijvoorbeeld een groene, veelbelovende start-up op te kopen.
Arjan Brouwer, partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam, wijst erop dat niet alleen cijfers over duurzaamheid en milieu belangrijk worden in het jaarverslag. „Sociaal is ook een belangrijke component in de CSRD. Bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden van fabrieken in verre landen of de verhouding zzp’ers ten opzichte van vaste werknemers.”
4 Verduurzaming controleren, kunnen accountants dat?
Ook voor accountants betekent de wet een aardverschuiving. Mark Vaessen, hoofd duurzaamheidsverslaggeving van KPMG en president van Accountancy Europe, zei al eerder tegen NRC nog nooit zo’n grote transformatie van zijn vak te hebben meegemaakt. Zijn kantoor nam bijvoorbeeld mariene biologen, mensenrechtenjuristen en aardwetenschappers in dienst om accountants te helpen de bedrijven goed te beoordelen. Zeker de grote accountantskantoren zijn al jaren bezig om deze nieuwe wetgeving voor te bereiden.
Marcel Pheijffer, hoogleraar accountancy aan Nyenrode Business Universiteit en Universiteit Leiden, is regelmatig kritisch op de beroepsgroep en schreef in een column in Het Financieele Dagblad: „De controle van financiële informatie, met name de jaarrekening, is kerntaak van de accountant. De kwaliteit van dergelijke controles staat al een tijd onder druk en die wordt niet verminderd door een uitbreiding van taken.”
5 Gaan bedrijven het halen?
Nee, verwachten accountants. Bedrijven slagen er zeker niet allemaal in om in hun verslag van 2025 perfect te voldoen aan de nieuwe regels. Een kwart van de bedrijven is niet voorbereid, concludeerde economisch platform ESB vorige maand op basis van antwoorden in een enquête.
De regels zijn erg ingewikkeld. In totaal zijn er 1.100 punten gedefinieerd waar bedrijven mogelijk openheid over moeten geven. Over 195 moeten ze zéker rapporteren, en bij honderden andere moeten ze zelf beoordelen of ze voor hun bedrijf belangrijk genoeg (materieel, zo heet dat in jargon) zijn. Een hele kluif. De EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) is tot in november bezig geweest met het publiceren van documenten met extra uitleg over hoe bedrijven de wet moeten interpreteren. Aangezien veel bedrijven vanaf 1 januari de juiste gegevens moeten gaan bijhouden, is dat krap.
Intussen is er wel wat mildheid in de regels geslopen. Zo zijn er overgangsregelingen: voor sommige onderwerpen krijgen bedrijven drie jaar de tijd voordat ze er volledige openheid over moeten geven.
Zelfs met wat uitzonderingen is het zeer de vraag of bedrijven op tijd kunnen voldoen. Binnen de beroepsgroep van accountants wordt zelfs al gediscussieerd over hoe hiermee om te gaan. Worden ze streng, of geven ze bedrijven ruimte om ‘erin te groeien’?
„Een deel van de accountants zegt: ‘Als het niet goed is, gaan we afkeurende verklaringen geven’”, zegt Wim Bartels, partner Europese duurzaamheid bij Deloitte. Een afkeurende verklaring is bij financiële verslaglegging niet zo gangbaar, de accountant oordeelt dan eigenlijk dat een bedrijf z’n zaakjes niet goed op orde heeft. Bartels: „Een andere school accountants zegt: als een bedrijf te weinig informatie heeft verzameld, laat het bedrijf dat dan ook zo opschrijven. Dan kunnen wij nog steeds zeggen: de informatie in het jaarverslag, die klopt. Ik denk eerlijk gezegd dat het zal gaan afhangen van individuele accountants die al dan niet zeggen: hier moet ik een niet-goedkeurende verklaring voor geven.”
Bedrijven die veel werk zullen hebben aan de nieuwe regels, zitten bijvoorbeeld in de maakindustrie. Bartels: „Bedrijven zoals Philips, AkzoNobel, DSM en KPN”, zegt Bartels. „Zij maken producten waar allerlei componenten in zitten: plastics, metalen, en schaarse materialen. Zij moeten daar heel veel over uitzoeken.”
Zulke bedrijven worstelen vaak met hoe diep ze in hun keten moeten duiken. „Ze zijn bezig met: hoever moeten we gaan, moeten we ook wat melden over de toeleverancier van de toeleverancier van de toeleverancier?”, zegt Vaessen van KPMG.
6 Krijgen we nu veel greenwashing in jaarverslagen?
Bedrijven zullen een rooskleurig plaatje willen geven. Dat zijn accountants in ieder geval zo gewend bij de financiën. Brouwer: „Niet overal wordt in de CSRD even precies omschreven hoe je dingen presenteert, hoe je ze rapporteert. Daar zit veel ruimte voor een bedrijf om het verhaal een beetje te spinnen. Wat toon je in een plaatje, wat neem je mee in een tabel? Wat spat van de pagina af, wat moffel je weg ergens onderaan in de tekst?”
Brouwer herinnert zich een voorbeeld bij een bedrijf. „Dat had prominent gepresenteerd dat de CO2-emissie omlaag was gegaan, per miljoen euro omzet. Maar: dat kwam deels door hoge inflatie.” Door inflatie worden producten duurder en gaat de CO2-uitstoot ten opzichte van de omzet automatisch naar beneden. „Je kan niet alleen een mooi cijfer presenteren, die context moet er wel bij.”
Wat het nog lastiger maakt: gegevens over maatschappelijke impact zijn niet altijd zo meetbaar als dollars of euro’s. Als meetmethodes of schattingen niet betrouwbaar zijn, of bedrijven ze te veel laten variëren per jaar, levert het geen betrouwbare informatie op. Accountants moeten daar, zeggen ze, heel kritisch op zijn.
Opvallend is dat rond deze wetgeving veel commercie op gang is gekomen: consultants die zich aanbieden (niet in de laatste plaats de adviestakken van accountantskantoren zelf).
Een risico, zeggen accountants, is dat het zoveel werk is om aan de CSRD te voldoen, dat deze dreigt een papieren tijger te worden. Belangrijk is niet dat bedrijven compliant zijn aan de nieuwe wetgeving, maar dat zij duurzaamheid echt mee gaan nemen in hun strategie.
„Mijn persoonlijke zorg”, zegt Bartels, „is dat we het rapporteren en controleren ingewikkelder maken dan nodig om het doel te bereiken. De gedachte achter de wet is: bepaal als bedrijf welke thema’s voor jou belangrijk zijn, en voor jouw impact op de wereld. En rapporteer daarover. Het doel is meer inzicht te krijgen, en ten behoeve van meer vooruitgang. Het doel is niet zoveel mogelijk informatie naar buiten brengen is.”
7 En na volgend jaar?
Een grote multinational heeft waarschijnlijk een afdeling van tien à twintig man, helemaal gefocust op ESG-wetgeving. Maar het jaar erop moeten alle grote ondernemingen voldoen, en daarna ook de middelgrote en kleine beursfondsen. Deze groep, zeggen accountants, moet nog heel hard aan de bak.