Politieke partijen zouden het vertrouwen van alle Nederlanders moeten terugwinnen. Dit was overal te lezen afgelopen weken. Betekent dit nu dat vooral Wilders en zijn PVV het vertrouwen gaan herstellen? Ik geloof van niet. De impact van negentien jaar tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen benadrukken, is niet zomaar te verwaarlozen. Uiteindelijk ligt de bal bij de overheidsinstituties en hun ambtenaren.
Ook ik heb vrienden en kennissen die op de PVV hebben gestemd. Wat me interesseert, is de reden waarom. Als ik naar hen luister, is het vooral dat de overheid te weinig rekening met hen gehouden heeft. Ze voelen afstand tot die overheid, tot ambtenaren, tot de regering, die voornamelijk zouden bestaan uit de elite. Een elite die hen niet begrijpt. Ze voelen irritatie over beleid dat losstaat van hun realiteit – dus los van de mensen voor wie het bedoeld is. Met gebruik van taal en concepten die ze niet begrijpen of herkennen.
Dit geldt met name voor mensen die tijdelijk werk hebben, weinig geld en weinig sociale zekerheid. Hoe armer iemand is, hoe meer hij in contact komt met de overheid. Ik ben zelf opgegroeid met de Voedselbank, en met toeslagen voor mijn ouders. Zij kregen brieven die ze moeilijk konden ontcijferen. Mijn vader was metaalbewerker, mijn moeder huisvrouw. Wanneer ik mijn laaggeletterde moeder help, merk ik nog steeds hoe ontoegankelijk en ondoordringbaar de ‘systeemwereld’ van de overheid is.
De drempels zijn hoog
Te veel mensen zijn niet digitaal vaardig, beheersen de taal onvoldoende of ervaren stress doordat ze hun situatie niet meer kunnen overzien. De drempel om hulp te vragen is hoog en de schaamte is groot.
En vraag je hulp, dan is de overheid ontoegankelijk. Ja, voor mensen die goed kunnen lezen en schrijven wel. Die de taal en het jargon begrijpen. De termijnen en de voorwaarden snappen. Maar voor mensen die alleen de basisschool hebben gedaan, en soms zelfs wel de middelbare school en ook jarenlange werkervaring hebben, zijn overheidsbrieven vaak onbegrijpelijk.
Neem het zorgsysteem. Mensen met veel gezondheidsproblemen hebben moeite met dat zorgsysteem – ze begrijpen vergoedingen niet, de bijsluiter niet, het gesprek met de dokter niet. Ze ervaren de kwaliteit van de zorg die ze krijgen daardoor als minder goed.
De overheid – de gemeente, de school, de GGD, de Belastingdienst, de rechtbank – moet zich beter inleven in burgers. Responsiviteit heet dat. Die responsiviteit is vooral afhankelijk van de mate waarin regelgevende instanties, ambtenaren, politici, maar ook publieke dienstverleners, daadwerkelijk begaan zijn met de mensen voor wie zij werken.
De taal van machteloze burgers
Wilders spreekt wél de taal van de machteloze burger. Iedereen kent wel iemand die een huis of kamer zoekt, en hij verwoordt dat dan zo: Nederlanders weer op 1. Minder wollige en technische taal dan van een Frans Timmermans of een Pieter Omtzigt. Al is wat Wilders beweert niet waar, wat hij zegt is voor veel mensen begrijpelijk.
Hij zegt bijvoorbeeld dat de wooncrisis een gevolg is van migratie. Daarmee zet hij talloze Nederlanders tegenover migranten, in een dringende basisbehoefte.
De winst van de PVV vertelt mij dat de overheid op vele vlakken al te lang te weinig luistert naar burgers. En eigenlijk ook niet met ze praat. Veel ambtenaren lijken geen gewone burgers te kennen.
Tijdens de coronapandemie voelden velen zich niet geïnformeerd over waarom maatregelen werden genomen en vele behoeften, zoals die van jongeren, werden niet vertegenwoordigd in de besluitvorming. Dit leidde tot onvrede, vervreemding en twijfel over de integriteit van beleidsmakers, ambtenaren, wetenschappers en artsen.
De overheid heeft zich niet alleen niet gehouden aan beginselen van behoorlijk bestuur. Wat vooral ontbroken heeft, is menselijkheid. En daarmee bedoel ik dat de overheid de mensen en hun omstandigheden moet willen zien – achter de toepassing van regels. Overheidsinstanties moeten ervoor zorgen dat communicatie begrijpelijk is voor iedereen, ongeacht hun niveau van opleiding of sociale achtergrond.
Vertrouwen win je niet zomaar terug
Zij krijgt niet zomaar vertrouwen terug door geld uit te keren – Toeslagenaffaire, Groningen – en excuses te maken. Voor herstel van vertrouwen is van belang dat je als slachtoffer gelooft dat de oorzaak bij de wortel wordt aangepakt. En dat rechtvaardigheid voortaan ook voor de slachtoffers zal gelden. Vertrouwen vereist betrokkenheid en betrouwbaarheid. Niet alleen in het verkiezingsseizoen, maar het hele jaar door. Daarvoor moet je in gesprek met mensen, naar mensen luisteren en ze begrijpen.
Als ambtenaar moet je blijven nadenken over de impact van beleid op de mensen om wie het gaat. Neem de tijd om af en toe echt naar mensen te luisteren – in het buurthuis, de bibliotheek, op school. Wees geïnteresseerd.
De mate waarin je je recht kan halen, wordt bepaald door de mate waarin je kunt meepraten en dat wordt bepaald door de taal die je spreekt, je opleiding, je baan en je sociale netwerk.
Wat ik heb geleerd is dat hoe meer mensen hun recht halen, hoe beter het voor die mensen is om vertrouwen te krijgen en aan anderen te kunnen geven. De overheid zou mensen hierin moeten ondersteunen. Help je de mensen voor wie je werkt? Van de overheid en van de wetgever mag je verwachten dat ze zich dit afvragen.