Elliott Erwitt. Available for work – stond lang op de site van fotoagentschap Magnum, waarvan Erwitt meer dan zestig jaar lid was. De Frans/Amerikaanse fotograaf, die donderdag, thuis in Manhattan, New York, overleed op 95-jarige leeftijd, was tot op hoge leeftijd actief. Als 87-jarige nam hij nog een opdracht aan om in Cuba te fotograferen toen Cuba en de Verenigde Staten in 2015 besloten om na vijftig jaar de onderlinge relatie weer te normaliseren. Zijn voormalige assistente Adriana Lopez Sanfeliu, die hem vergezelde op die reis en een documentaire over hem maakte (Silence Sounds Good, 2019), vertelt op de site van Magnum hoezeer ze zich verbaasde over Erwitts energie en werklust: „Luister, moet je nou écht nog tien uur per dag werken?”
Elliott Erwitt werd in 1928 in Parijs geboren en vluchtte op 11-jarige leeftijd met zijn ouders voor de nazi’s naar de Verenigde Staten. Al op jonge leeftijd besloot hij fotograaf te worden en fixte als 21-jarige beginneling een portfolioreview bij Edward Steichen, toen net in functie als hoofd fotografie van het Museum of Modern Art in New York. Het zou het startsein zijn voor een productieve, lange en glansrijke carrière, waarin Erwitt een opvallende doelgerichtheid en enorme energie wist te combineren met een vrolijke en relaxte houding ten opzichte van zijn vak – want zo zag hij zijn fotografie; niet als kunst, maar als een beroep waarmee brood op de plank moest komen om zijn gezin te onderhouden.
Beroemdheden voor de lens
Erwitt was al eerder in Havana geweest; in 1964, op uitnodiging van Fidel Castro, en zou vele andere beroemdheden voor zijn lens krijgen. Hij fotografeerde Nixon en Chroesjtsjov in Moskou in 1959, was aanwezig bij het verlovingspartijtje van Grace Kelly en prins Rainier van Monaco (1956) en maakte de iconische foto’s van Marilyn Monroe op de set van The Misfits (1960). En hij was de fotograaf van dat indrukwekkende beeld van Jackie Kennedy, genomen op de begrafenis van haar man in 1963, waarin het rauwe verdriet en de pure wanhoop zichtbaar zijn in dat ontredderde gezicht achter een zwarte sluier.
Erwitt gaf in interviews geregeld aan geen verschil te maken tussen een politicus, een filmster en een onbekend iemand: „Het gaat erom dat je dichtbij iemand komt en een foto maakt. Het maakt niet uit van wie.” Ook zijn kussend paartje in een auto, de arbeider in Pittsburgh en die tedere foto van zijn eigen vrouw die verliefd naar hun pasgeboren baby kijkt, zijn klassiekers.
Chihuahua en Deense dog
Maar misschien is Erwitt nog wel het meest bekend door de humor in zijn foto’s. Hij had een uitmuntend oog voor absurde en ludieke situaties van mens en dier, en dan vooral honden. Erwitt maakte veel fotoboeken over honden – velen kennen wel die geestige foto van de piepkleine chihuaha naast de enorme poten van een Deense dog, de keurig gesoigneerde poedel die rechtop staat tussen een aantal al even gesoigneerde dames, de dame met suikerspinkapsel en haar hondje met precies dezelfde coup.
Over de betekenis en de relevantie van zijn werk deed Erwitt altijd luchtig. Hij had er een hekel aan zijn werk te intellectualiseren en was een meester in het geven van droog commentaar op zijn eigen beelden („Waarom fotografeert u zo graag honden?” „Ze hebben er geen bezwaar tegen dat ze gefotografeerd worden en ze vragen niet om prints.”). En, benadrukte hij met regelmaat, hij had vaak gewoon geluk gehad. Was toevallig op het juiste moment op de juiste plaats. Alsof dat niet al een van de grootste kwaliteiten is die een fotograaf kan hebben.