Na de overweldigende winst van de Partij voor de Vrijheid (PVV) vielen en vallen opiniemakers en organisaties over elkaar heen om hun afkeer uit te spreken.
Mensen huilden op het werk, waren boos en er werden zelfs demonstraties gehouden tegen het democratische resultaat van de verkiezingen. Alsof het gehele programma van de PVV zojuist was omgezet in nieuw beleid en moslims uit het niets gezien werden als ‘de ander’. Niets is uiteraard minder waar. Nederland is nog steeds een coalitieland, we hebben nog steeds een grondwet, mensen zullen niet gedeporteerd worden en ook de hoofddoek zal niet worden verboden.
Betekent dit dat we ons geen zorgen hoeven te maken? Nee, er is wel degelijk reden tot zorg. De vrijheid van godsdienst staat namelijk enorm onder druk. Maar kijkend naar de feiten moeten we constateren dat het recht van moslims om hun godsdienst in vrijheid te praktiseren, in Nederland al veel langer bedreigd wordt.
Terreurlijsten
Denk aan de beperkingen omtrent de rituele slacht, het nikabverbod, spionage door de overheid in moskeeën, het parlementaire onderzoek naar manieren om buitenlandse financiering van moskeeën tegen te gaan, banken die de rekeningen van islamitische organisaties bevriezen, de Belastingdienst die donaties aan een moskee beschouwt als indicatie voor fraude, de wens om overheidstoezicht te organiseren op koranlessen en het bestaan van zogeheten terreurlijsten waardoor onschuldige moslims worden opgepakt en vastgezet. Staatsislamofobie is anno 2023 een realiteit.
Lees ook
Joram van Klaveren: ‘Ik wil de islam met alle liefde uitleggen’
Deze realiteit is echter het resultaat van jarenlang beleid, gemaakt door mainstream partijen. Van rechts tot links.
Heeft de PVV hier dan helemaal niets mee te maken? Natuurlijk wel, maar haar rol is een geheel andere. De PVV is gebouwd op islamofobie, heeft de uitgesproken doelstelling om de islam uit Nederland weg te krijgen. Niet zozeer door zelf aan de knoppen te zitten, maar vooral door de publieke opinie en het establishment een bepaalde kant op te duwen.
Helaas weet ik uit eigen ervaring dat bij de PVV binnenskamers vaak is gezegd dat het niet gaat om aannemen van moties, amendementen of initiatiefwetsvoorstellen. Daar mogen andere partijen zich druk om maken, is de teneur. Het ging en gaat erom zogeheten piketpaaltjes te slaan. Met ieder voorstel de ruimte van het aanvaardbare oprekken en zo de publieke opinie te beïnvloeden en het establishment te sturen.
De ‘zegepralen van de islam’, zoals de uiterlijke kenmerken van de godsdienst binnen de PVV worden genoemd, moeten worden aangevallen en bestreden. Daarom hamert de PVV zo fel op het sluiten van moskeeën en islamitische scholen, op het verbieden van hoofddoekjes, halal-voedsel en de Koran. Retoriek die vijfentwintig jaar geleden als schokkend zou zijn ervaren, leidt tegenwoordig amper nog tot een opgetrokken wenkbrauw.
Andere partijen zijn er immuun voor geworden en er zelfs in meegegaan. Hoewel vaak met een andere insteek, het uiteindelijke resultaat komt op hetzelfde neer. Dat er geen Bijbel of andere religieuze boeken meer op de tafel van de Kamervoorzitter staan, is bijvoorbeeld het gevolg van de wens van de PVV om de Koran daar weg te halen. Het verbod op gezichtsbedekkende kleding (het nikabverbod) is het gevolg van een wens van de PVV. De wetgeving die de vrijheid om ritueel te slachten flink heeft beperkt, is al evenzeer het resultaat van de wens van de PVV. De consequente verdachtmaking van de islam en moslims werkt.
Religieuze ongeletterdheid
Ten grondslag aan het draagvlak voor dit soort maatregelen ligt, behalve de eindeloos herhaalde PVV-retoriek, een breed wantrouwen naar religie in het algemeen en de islam in het bijzonder. Zoals we kunnen lezen in het SCP-rapport Buiten kerk en moskee heeft de voortgaande secularisering enorme impact. Ook op de politiek, zowel rechts als links. Het SCP spreekt in dit kader dan ook de zorg uit dat de vrijheid van godsdienst in het gedrang komt.
Religieuze ongeletterdheid is heden ten dage eerder regel dan uitzondering. Dit zorgt ervoor dat het begrip van en voor religie afneemt. Zo zijn behoudende visies op onder meer de plek van godsdienst in de samenleving, op seksualiteit, op het huwelijk en op het traditionele gezin tegenwoordig verdacht. Ze worden gezien als intolerant en onverdraagzaam. Door links en door rechts (een enkele uitzondering daargelaten). Diversiteit mag dan ook vooral niet gaan over opvattingen en ideeën.
In zo’n context valt de boodschap van de PVV in vruchtbare aarde. De mainstream-partijen voeren al jaren PVV-beleid uit. Zij het met een andere bedoeling en gebruikmakend van een ander vocabulaire. Het nettoresultaat is echter hetzelfde: staatsislamofobie. De overwinning van de PVV is daarom ook vooral symbolisch en een reflectie van staand beleid.