‘Het publiek is klaar voor de betovering van het nieuwe circus’

‘Het ongewone is het waard gezien te worden. Het heeft ons iets te vertellen en wij circusmensen zijn de verkondigers van het ongewone. Wij spreken namens de eigenaardigen, de gekken, de buitengeslotenen.”

Met woorden van die strekking opent circusartiest Hendrik Van Maele vrijdag zijn Staat van het Circus op het festival This is not a circus in Amsterdam. Met zijn karakterisering tekent hij een doorlopende lijn. Hij verbindt het traditionele circus, rondreizend in tenten, met hedendaags circus door nieuwe makers die klassieke circusvormen mengen met theater, mime, dans en comedy. De overeenkomst tussen traditie en vernieuwing is dat circus steeds een plek biedt waar publiek zich kan verwarmen aan en kan reflecteren op menselijke eigenaardigheden. „Dat is in de huidige maatschappij een mooie rol”, verklaart Van Maele aan de telefoon.

Het nieuwe circus is een relatief nieuwe ontwikkeling. Nederland moet veelal nog kennis maken met deze spannende, hybride vorm van circus. Komend weekend is op festival This is not a circus op diverse manieren te zien hoe dat kan uitpakken. Artiest Harvey Cobb creëert bijvoorbeeld een curieuze mix van stand-up comedy en jongleren in zijn geestige Barefoot. Choreograaf Piet van Dycke combineert dans met acrobatiek, zoals hij al verbluffend showde in Exit. Op het festival staat zijn nieuwe voorstelling Glorious Bodies, over de draagkracht van het seniorenlichaam.

Opkomend

Maar is het publiek er klaar voor? Hoe staat het nieuwe circus ervoor? Er zijn uitdagingen, obstakels en groeipijnen. Maar Van Maele en Cahit Metin, bestuurder bij het circusproductiehuis TENT dat ook This is not a circus organiseert, zijn positief. Metin: „Het gaat goed, maar langzaam.”

Metin en Van Maele wijzen de twee succesvolle Nederlandse circusopleidingen aan als pijlers onder de groei: Codarts in Rotterdam en Fontys in Tilburg. Metin: „Daar studeren per opleiding tien à vijftien mensen per jaar af. Deels blijven die werkzaam in Nederland. Daardoor is er meer en meer aanbod.” Positief is ook dat steeds meer circusorganisaties subsidie krijgen. Metin: „De Raad voor Cultuur betitelt circus als nieuw te financieren, opkomende stroming. Voorheen ging er nul subsidie naartoe.”

Inmiddels krijgt TENT een meerjarige subsidie van het Fonds Podiumkunsten, net als het festival Circusstad Rotterdam. Het jonge circusgezelschap Tall Tales krijgt bijvoorbeeld geld van Rotterdam. Metin: „Daaraan zie je dat het nieuwe circus aan het wortelen is in het culturele landschap.”


Lees ook
Het verslag van de vorige editie van This is not a circus

<strong>Knot on Hands </strong>met ‘Brace for Impact’” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/ac280c298het-publiek-is-klaar-voor-de-betovering-van-het-nieuwe-circusac280c299.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Circusstad Rotterdam en Circolo in Tilburg zijn de grote festivals, die meer dan een week duren. This is not a circus en Cirque Mania zijn kleine festivals van een weekend in één theater, respectievelijke Bellevue Amsterdam en Korzo Den Haag. Die infrastructuur biedt houvast. Van Maele: „Maar er zijn weinig gevestigde gezelschappen waar artiesten auditie kunnen doen, zoals Panama Pictures in Den Bosch, dat werkt op het snijvlak van dans en circus. Artistiek leider Pia Meuthen haalt altijd nieuwe makers binnen. Het kan zijn dat mensen die nu van de opleidingen komen die gezelschappen gaan vormen. Het is speculatie, maar wellicht is dat het volgende stadium van onze ontwikkeling.”</p>
<h2 class=Kansen nodig

Wat van Metin sneller mag gaan, is de groei van de interesse voor circus. „Het moet van twee kanten komen. Enerzijds kan circus goed mee in het aanbod: het is laagdrempelig en vernieuwend. Anderzijds kan de kwaliteit bij de makers nog omhoog. Lang niet alles wat wordt geproduceerd, is goed genoeg. Artiesten zoeken nog naar de grenzen van wat circus kan zijn, naar combinaties met andere kunstvormen. Dat experiment is leerzaam, maar soms blijkt ook dat circus niet die kant op moet. Als een productie het spektakel en de verwondering verliest die circus eigen is, dan verliest het ook zijn aantrekkelijkheid voor een breder publiek.”

Van Maele nuanceert het probleem. „Kwaliteit hangt ook samen met kansen krijgen. Makers moeten meer mogelijkheden krijgen om te spelen en te evolueren. Er moeten plekken zijn waar ruimte is om zogenaamd ‘onvolwassen werk’ volwassen te laten worden. Ook in die zin is het circus nog jong. Er zijn weinig oudere circusmakers die dit traject al hebben afgelegd en de jongeren onder hun hoede kunnen nemen. Dat gaat allemaal nog komen.”

https://www.youtube.com/watch?v=uThKVDvZqCY

Zelf betalen

Het nieuwe circus treedt bij voorkeur op in theaters. Maar veel programmeurs zijn nog onbekend met het fenomeen. Van Maele: „Wat stroef loopt, is dat circus duur is. In België en Frankrijk is dat een kleiner probleem. Maar Nederlandse theaters hebben minder geld.” Van Maele tourde dit jaar met de voorstelling Surface van zijn groep Familair Faces, een poëtisch en acrobatisch waterballet. „Nederlandse theaters bieden de minst aantrekkelijke condities.” Maar dat betekent niet dat hij daarom niet in Nederland optreedt. „We spelen graag, willen ons presenteren. Er is altijd een bodemprijs.”

Ook Metin noemt het prijsverschil. „Een zaal heeft niet snel een uitkoopsom (prijs die een zaal aan een gezelschap betaalt voor een voorstelling, red.) van 2500 euro over voor zeven acrobaten, want de gemiddelde uitkoopsom voor een theatervoorstelling ligt lager, rond de 1500 euro. Dat circus zoveel duurder is, kan hij wel uitleggen. „De aanlooptijd van producties is lang. Teams beginnen op nul. En het veiligheidsaspect verzekeren kost tijd. In België en Frankrijk is een maakproces van een jaar geen uitzondering. Daar staat tegenover dat producties vaak lang op het repertoire kunnen blijven, omdat ze gemakkelijker internationaal kunnen touren.”

Als voorbeeld van een succesvolle Nederlandse productie noemt Metin Sawdust Symphony van Michael Zandl, David Eisele en Kolja Huneck – gemaakt door een Oostenrijker en twee Duitsers, alumni van Codarts. In deze betoverende voorstelling spelen de drie beeldend en poëtisch met houtbewerking, jongleren ze met hamers en ontluiken spijkers als bloemen. Hoewel gemaakt in 2021, tourt de voorstelling nog steeds met succes. Dat niet alle theaters de circushit nog programmeren, geeft aan hoeveel terrein er nog te winnen valt.

Metin: „Daaraan zie je dat een beperkt aantal theaters circus durft te programmeren, tot nu toe circa dertig theaters in Nederland. Maar toen we in 2010 met TENT begonnen, waren het er drie. We zijn van ver gekomen. Het is ook koudwatervrees, gebrek aan kennis van het genre.”

Nog een groeipijn is dat niet alle theaters technisch voldoende geoutilleerd zijn. Metin: „Voor luchtacrobatiek is de zaal soms niet hoog genoeg; je hebt zeven tot acht meter nodig, met vrije zichtlijnen. En soms zijn er geen ankerpunten in het dak, nodig voor trapezes of een Chinese mast. Maar gelukkig zijn theaters geregeld bereid aanpassingen te doen.”

Beeld uit de succesvolle Nederlandse productie Sawdust Symphony.
Foto Jona Harnischmacher

Nomadisch

Het nieuwe circus is een internationaal georiënteerde sector. Van Maele: „Deels omdat circus een internationale taal spreekt, deels omdat in het buitenland meer speelplekken zijn en deels omdat het nomadische in het DNA van de circusartiest zit.”

„De zaaiing van Nederlandse artiesten is nog dun”, beaamt Metin. Maar omdat de mogelijkheden verbeteren, blijven wel steeds meer jonge makers na hun afstuderen werken in Nederland. Een opvallende, opkomende Nederlandse maker vindt hij Monki (artiestennaam van Benjamin Kuitenbrouwer), nu huismaker bij TENT. Monki werkt aan een trilogie. „Het eerste deel, 60% Banaan, doet het goed in Duitsland en België.”

Het publiek is klaar voor het nieuwe circus, zegt Metin. „Al weten ze dat zelf misschien nog niet. Het is aan ons om dat duidelijk te maken.” Of, zoals Van Maele zegt in zijn Staat van het Circus: „Laten we met het circus dit avontuur voortzetten en met zijn allen de ongevierden vieren.”

Festival This is not a circus. Bellevue, Amsterdam. Van 30 nov t/m 3 dec. Info: thisisnotacircus.nl Sawdust Symphony, door Michael Zandl, David Eisele, Kolja Huneck. Tournee t/m 30 maart. Info: sawdustsymphony.com


Lees ook
De recensie van festival Circusstad Rotterdam dit jaar

De voorstelling <em>Möbius</em>, van het Franse Compagnie XY, een van de hoogtepunten van het Circusstad Festival in Rotterdam. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2023/11/ac280c298het-publiek-is-klaar-voor-de-betovering-van-het-nieuwe-circusac280c299-1.jpg”><br />
</a> </p>
<aside data-article-id=